Moeder-kindeenheden barsten uit hun voegen
31-05-2015
De totale capaciteit van de twee moeder-kindeenheden in Vlaanderen werd in 2014, net als in de jaren daarvoor, overschreden. Vaak worden in het Psychiatrisch Centrum te Zoersel 10 moeders en in het Psychiatrisch Ziekenhuis te Sint-Denijs Westrem 7 moeders tegelijk opgevangen, terwijl het aantal bedden er respectievelijk 8 en 5 bedraagt. “Er is duidelijk nood aan psychologische hulp van vrouwen die pas bevallen zijn,” aldus Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers die hierover een parlementaire vraag stelde aan Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen, “dat deze hulp geboden kan worden terwijl de baby bij zijn moeder kan blijven, is natuurlijk ideaal.”
Voor de meeste vrouwen is het een periode van grote vreugde, maar sommige kersverse moeders belanden na de bevalling in een depressie. Het gaat onder meer om vrouwen met een complexe relationele achtergrond, een verslaving of een psychische stoornis. Voor deze vrouwen is gespecialiseerde hulpverlening absoluut aangewezen. Niet alleen voor henzelf, ook voor de opbouw van de relatie met hun baby.
Een residentiële behandeling van de moeder kan er echter toe leiden dat de noodzakelijke band tussen de moeder en het kind in de eerste weken en maanden moeilijker of niet kan worden opgebouwd. Daarom ontstonden er enkele projecten waarbij het kind tijdens de behandeling bij de moeder kan blijven. Het Psychiatrisch Centrum Bethanië in Zoersel en het Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Camillus in Sint-Denijs-Westrem bieden dergelijke zorgverlening door middel van residentiële opname, dagbehandeling (3 of 6 uur) en een beperkte ambulante nazorg.
In 2014 bedroeg de capaciteitsbezetting in Zoersel 99%. In Sint-Denijs-Westrem werd de capaciteit met 4,24% overschreden. In de 8 bedden in PC Bethanië en de 5 bedden in PZ Sint-Camillus werden het voorbije jaar telkens 71 moeders opgenomen. Door middel van de ambulante behandeltrajecten werden respectievelijk 51 en 46 moeders geholpen.
2014
PC
Bethanië
PZ
Sint-Camillus
Capaciteitsbezetting
99
104,24
Opgenomen moeders
71
71
Residentiële opnameperiodes
66
51
Ambulante behandeltrajecten
51
46
Behandeltrajecten startend in residentiële module
50
39
Behandeltrajecten startend in dagbehandeling
21
7
Dagbehandelingen na residentiële opname
21
9
Residentiële behandeltrajecten na dagbehandeling
10
5
“Dergelijke cijfers bewijzen hoezeer er nood is aan de moeder-kindeenheden in Vlaanderen,” zegt Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers, die de cijfers opvroeg bij Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen.
Met de zesde staatshervorming kwamen de moeder-kindeenheden onder Vlaamse bevoegdheid. Momenteel lopen de RIZIV-overeenkomsten voor de financiering van de diensten nog tot eind 2017. Bij de opstart van de zorgcircuits- en netwerken zal gekeken worden hoe en waar de moeder-kindeenheden een plaats kunnen krijgen. “Gezien de cijfers en gezien het belang van een goede band tussen moeder en kind, ook als de moeder na de bevalling te kampen krijgt met psychische problemen, is het voortbestaan van deze eenheden ontzettend belangrijk,” benadrukt Schryvers.