Het mobiliteitsbudget is nu eindelijk een feit, de plenaire vergadering van de Kamer keurt dit later vandaag goed. Voortrekkers Kris Peeters en Jef Van Den Bergh zijn zichtbaar tevreden: “Na enkele jaren gebrainstormd te hebben, organiseerden we eind 2013 een studiedag en dienden we een concreet wetsvoorstel in. Vanaf 1 maart 2019 is het zover en zullen werknemers in samenwerking met hun werkgever aan de hand van een virtueel budget zelf bepalen hoe zij zich naar het werk verplaatsen. Hiermee zetten wij een belangrijke stap richting duurzamere mobiliteit.”.
Railease, fietslease, thuiswerken, Mobility as a Service: het zijn al lang geen loze begrippen meer, maar instrumenten voor werkgevers om te onderhandelen in de war for talent. Standaard de salariswagen voor de deur? Dat tijdperk is voorbij. “Toch was er tot op vandaag geen duidelijk juridisch kader en is het voor bedrijven een zoektocht om dit binnen de bestaande regelgeving uitgewerkt te krijgen.”, legt CD&V-mobiliteitsexpert Van den Bergh uit. Het groen licht vanuit het federaal parlement moet de keuze voor een mobiliteitsbudget waarbij men verschillende vervoersmogelijkheden kan aanwenden sterk vereenvoudigen en stimuleren (cf. infra).
Vice-eersteminister en minister van werk Kris Peeters: “Een gebrekkige mobiliteit kan een rem zijn op het aannemen van een job, daarom is het mobiliteitsbudget een belangrijk onderdeel is van de arbeidsdeal. Het is onze ambitie om met het mobiliteitsbudget de files te verminderen en onze mobiliteit te vergroenen. We moedigen werknemers aan om voor dát transportmiddel of voor die combinatie van transportmiddelen te kiezen, die hen het vlotst en op de meest milieuvriendelijke manier naar het werk brengen. Met het budget kan je een milieuvriendelijke bedrijfswagen nemen, een elektrische fiets aanschaffen, een treinabonnement, enzovoort. De vrije keuze ligt bij de gebruiker. Als het mobiliteitsbudget niet volledig op is, wordt het restbedrag als loon uitbetaald op het einde van het jaar. In 2017 waren er 425.000 bedrijfswagens ingeschreven, maar het is in de praktijk niet altijd de snelste manier om op het werk te geraken.”
Het mobiliteitsbudget is in het leven geroepen met als bedoeling om een aantrekkelijk alternatief voor de salariswagen te bieden. Van den Bergh licht toe: “Hiermee krijgt de werknemer de kans om zijn mobiliteit op een flexibele manier in te vullen en te kiezen voor alternatieve vervoersmodi. Hij/zij kan bijvoorbeeld zijn/haar dure salariswagen inruilen voor een treinabonnement, een fiets en een duurzamere wagen, al dan niet in een deelformule.”. Het Antwerpse Kamerlid besluit: “En zo zijn we maar een stap verwijderd van MaaS (Mobility as a Service), dé mobiliteitsformule van de toekomst, ondertussen ook gekend als ‘de Netflix van de mobiliteit’. Men betaalt met abonnementsformules voor een mobiliteitspakket op maat samengesteld, niet langer voor een voertuig in eigendom dat meer dan 90 procent van de tijd stil staat.”.
Hoe werkt het?
De ministerraad besliste op 26 juli 2018, op aandringen van federaal minister Kris Peeters, tot de invoering van een mobiliteitsbudget. Maar wat is dat nu juist, het mobiliteitsbudget?
Werknemers die hun bedrijfswagen inruilen, krijgen daarvoor een mobiliteitsbudget tot hun beschikking. De hoogte van dat bedrag wordt bepaald op basis van de reële kost van de ingeleverde bedrijfswagen. Een werknemer kan zijn mobiliteitsbudget besteden in drie pijlers. Op die manier krijgt de werknemer de kans om zijn mobiliteit op een flexibele manier in te vullen en te kiezen voor alternatieve vervoersmodi.
Net zoals bij een Netflix-abonnement, kan je met één budget kiezen uit allerlei mogelijkheden:
- Pijler 1: ruil je salariswagen in voor een milieuvriendelijkere wagen (met dezelfde (para)fiscale regels als een bedrijfswagen).
- Pijler 2: ruil je salariswagen in voor duurzame vervoermiddelen en -diensten die volledig (para)fiscaal worden vrijgesteld. Zo kan je kiezen voor een elektrische fiets of een monowheel in combinatie met een treinabonnement. Naast fietsen, motorfietsen en het openbaar vervoer, kan je ook kiezen voor een deeloplossing zoals carpooling of autodelen. De werknemer kiest zelf welke vervoersmodi het best bij zijn of haar situatie passen.
- Pijler 3: tot slot kan je ervoor kiezen om het bedrag om te zetten in loon. Let op, hierop betaal je nog steeds een bijzondere sociale zekerheidsbijdrage van 38,07 %. Op die manier wordt het interessanter om te kiezen voor de eerste twee pijlers en draagt het dus effectief bij tot een mobiliteitsverandering. Het mobiliteitsbudget draagt bovendien bij tot de opbouw van pensioenrechten en andere sociale rechten. Daarin verschilt het van het bestaande “cash for car”- systeem.
Het mobiliteitsbudget wordt berekend op jaarbasis. Als het budget op het einde van het jaar niet volledig is opgebruikt, ontvangt de werknemer het restsaldo sowieso in loon.
Het mobiliteitsbudget is ook toegankelijk voor werknemers die geen bedrijfswagen hebben, maar er wel voor in aanmerking komen. Dat zorgt er bijvoorbeeld voor dat nieuwe werknemers, denk aan startende jongeren, onmiddellijk kunnen kiezen voor het mobiliteitsbudget en dus niet automatisch in de file gaan staan. Ook nabijheid is meegenomen in het wetsontwerp. Wie dicht bij het werk woont of gaat wonen, kan een deel van zijn huisvestingskosten inbrengen in het mobiliteitsbudget.