Minister Smet goochelt met cijfers
31-03-2011
Kleuters die wegens revalidatie tijdens de lesuren onvoldoende aanwezig kunnen zijn in de klas, worden automatisch onderworpen aan de taaltest die hen al dan niet toelaat over te gaan naar het eerste leerjaar. “Onterecht”, vindt Vlaams volksvertegenwoordiger Kathleen Helsen (CD&V) die de zaak aankaartte bij de minister van Onderwijs, “evenals het feit dat ze hun schooltoelage verliezen omdat ze omwille van die revalidatie onvoldoende aanwezig zijn.” Aan dit laatste is de minister op vraag van Kathleen Helsen bereid te sleutelen. “Maar er is meer. Zo zijn er geen correcte cijfers die de aanwezigheid van kleuters correct in beeld brengen”, stelt de onderwijsspecialiste.
Sinds het schooljaar 2010-2011 kunnen zesjarige kinderen naar het lager onderwijs als ze het schooljaar voordien ingeschreven waren in een Nederlandstalige kleuterschool en ten minste 220 halve dagen aanwezig waren. Voldoen ze niet aan deze voorwaarden, dan kunnen ze toch naar het eerste leerjaar als ze slagen voor de taaltest.
Voor kleuters die tijdens de lesuren revalidatie volgen, is deze regelgeving nefast. Zij kunnen vaak geen 220 halve dagen aanwezig zijn op school. Hierdoor worden zij sowieso onderworpen aan de taaltest. “Niet correct”, vindt Kathleen Helsen die de minister hierover ondervroeg, “kleuters die revalidatie volgen, worden door verschillende instanties van zeer nabij opgevolgd. In die mate dat deze instanties samen met het CLB perfect kunnen inschatten of het kind al dan niet klaar is om de overstap naar het eerste leerjaar te maken.” Kathleen Helsen pleit dan ook voor een oplossing om de kinderen die revalidatie volgen, niet automatisch te verplichten tot de taaltest.
Er stelt zich nog een tweede probleem: kleuters die twee schooljaren na elkaar onvoldoende aanwezig zijn, verliezen hun schooltoelage. “Dit is niet aanvaardbaar. Een oplossing dringt zich op. Ik ben dan ook tevreden dat de minister ingaat op mijn vraag om voor deze kleuters een afwijking op de regelgeving te voorzien”, zegt Kathleen Helsen.
En er is nog meer. AgODI (Agentschap voor Onderwijsdiensten) beschikt vandaag niet over de juiste IT-toepassingen om correcte gegevens over de aanwezigheid van kleuters in kaart te brengen. Kathleen Helsen: “Telkens wanneer ik cijfermateriaal opvraag over het aantal kinderen dat een taaltest moet afleggen of afgelegd heeft, krijg ik andere cijfers. AgODI heeft bijvoorbeeld ook zelf kunnen vaststellen dat ze waarschuwingsbrieven i.v.m. onvoldoende aanwezigheid verstuurd heeft naar ouders waarvan blijkt dat het kind reeds overleden is. Ook zijn er kinderen doorgegeven aan AgODI die 900 halve dagen aanwezig zouden zijn geweest, wat in de praktijk onmogelijk is.”
Kathleen Helsen roept de minister op om gevolg te geven aan de aanbevelingen die AgODI deed m.b.t. IT-investeringen, zodat in de toekomst juiste data beschikbaar zijn: “Want enkel op basis van correcte gegevens is de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van een beleid mogelijk.”