Minister-president Peeters zet verder in op e-commerce
27-12-2012
Onze Vlaamse bedrijven behoren tot de Europese top wat betreft het aanbieden van een eigen website, en wat betreft het ontvangen van online bestellingen. Toch is er nog veel ruimte voor verbetering, vooral op het vlak van webwinkelen door Vlaamse burgers. Dat blijkt uit een studie die minister-president Peeters liet uitvoeren door de studiedienst van de Vlaamse regering.
Minister-president Peeters wil de Vlaamse ondernemingen dan ook blijven ondersteunen en begeleiden in hun keuze voor e-commerce, waardoor de internetconsument uit een mooi pakket aan online winkels en producten kan kiezen. Daarom wordt, op initiatief van minister-president Peeters, het project “Commerciële Inspiratie” opgestart. Dit project zal handelaars begeleiden in het wereldwijde web van sociale media, e-commerce, m-commerce, … .
De online markt stijgt wereldwijd, en zal ook in Europa blijven stijgen. In Vlaanderen staat de online markt wat achter ten opzichte van Europese landen maar toch is er al een jaarlijkse groei van 20%. De haperende online markt in Vlaanderen is vooral te wijten aan de kleine interesse in e-commerce vanuit de eigen binnenlandse consumentenmarkt. We merken wel dat Vlaanderen steeds aantrekkelijker wordt voor buitenlandse online aanbieders (zoals bv. Zalando).
Onze Vlaamse bedrijven behoren wel tot de Europese top wat betreft het aanbieden van een eigen website of homepage, en wat betreft het ontvangen van online bestellingen. Hoe groter de onderneming, hoe groter de kans dat e-commerce er ingang heeft gevonden.
De Vlaming koopt beduidend minder huishoudgoederen, kleding of elektrische toestellen, dan de gemiddelde onlinekopers uit EU 27. Er is dus nog een grote groeimarge voor meerdere producten. Vlamingen richten zich in hun online koopgedrag vooral op tickets voor evenementen, computersoftware of reizen en toeristische verblijfsaccomodatie.
De Vlaamse cijfers leunen dicht aan bij het Europees gemiddelde, maar laten een achterstand zien tegenover landen zoals Nederland of het Verenigd Koninkrijk:
Aandeel van de personen die het voorbije jaar goederen of diensten voor privaat gebruik via het internet kochten, internationale vergelijking, in2011, in% (Eurostat, SVR, ADSEI)
In sommige sectoren (reizen, boeken, muziek, …) is de impact van e-commerce op de klassieke detailhandel duidelijk merkbaar, waardoor on- en offline verkoop meer en meer naar elkaar toegroeien. Met het oog op een betere service en een betere koopervaring, openen webwinkels vaak fysieke winkels, en omgekeerd starten steeds meer klassieke detailhandels ook een webwinkel.
Het winkellandschap zal door de groeiende e-commerce ongetwijfeld veranderen. Het onderscheidend aanbod zal steeds belangrijker worden, en daarin kunnen zelfstandigen extra troeven uitspelen. Een perfecte integratie tussen offline en online winkelen wordt hét winnend businessmodel om de consument te overtuigen.
Vlaams minister-president Peeters wil de handelaars daarom blijven ondersteunen en begeleiden in hun keuze voor e-commerce met het nieuwe project Commerciële Inspiratie. Handelaars werden in het verleden via projecten van de Vlaamse overheid reeds uitgebreid geadviseerd en begeleid hierin door KMO-IT, Strategisch Ondernemen of verschillende thematische peterschapprojecten. Ondernemers konden tegelijk bij Syntra terecht voor extra opleidingen. Ook via de KMO-portefeuille krijgen handelaars steun voor het inwinnen van advies voor het opzetten van een webwinkel (zie bijlage 1).
Minister-president Peeters: Nieuw project Commerciële Inspiratie
Om handelaars de kans te geven zich versneld aan te passen aan de snel veranderende marktomstandigheden inzake e-commerce, lanceert minister-president Peeters nu het nieuwe project Commerciële Inspiratie. Hiervoor loopt op dit moment een aanbestedingsprocedure. Op 1 juli 2013 gaat dan dit project in. Via dit project kunnen minstens 600 handelaars individuele trajectbegeleiding verkrijgen op 4 jaar tijd. Daarbij zal bijzondere aandacht gaan naar de aanwezigheid van de detailhandelszaak online, de digitale mogelijkheden instore en outstore, de inzet van sociale media, multichannel, e-commerce, m-commerce, mobiele mogelijkheden,… . Het uitgangspunt daarbij is dat een perfect geïntegreerd aanbod van on- en offline dat de klant en zijn koopbeleving centraal stelt, de zelfstandige detailhandel in onze kernen een blijvend succes garandeert.
“E-commerce groeit jaar na jaar in Vlaanderen, en heeft natuurlijk een zeer groot strategisch belang voor Vlaanderen. De shift naar online-winkelen zal zich ongetwijfeld verder doorzetten. Daarom wil ik onze handelaars blijven ondersteunen. Dit project Commerciële Inspiratie zal, bovenop het reeds bestaand overheidsinstrumentarium, onze ondernemers helpen om van e-commerce een blijvend succes te maken”, aldus minister-president Peeters.
De basisopzet van dit project bestaat erin om bij gevestigde detailhandelaars een proces op gang te brengen zodat zij gaan nadenken over hun toekomst binnen het snel evoluerend detailhandelslandschap. Deze evoluties kunnen voor de detailhandelaar zowel betrekking hebben op opportuniteiten als op bedreigingen voor de toekomst van zijn fysieke winkel, met bijzondere aandacht voor e-shoppen.
De gemeenten zijn een noodzakelijke speler in dit project, gezien het hier een ondersteuningsmaatregel betreft voor de uitvoering van het kernversterkend beleid. De eindklant van dit project is uiteraard de gevestigde kleinhandelaar die in de kern van de deelnemende gemeente gevestigd is.
De werving van de deelnemers en van de lokale overheden behoort mee tot het opdracht van de projectuitvoerder, in nauw overleg met het Agentschap Ondernemen.
De projectuitvoerder zal de handelaars minstens 3 maanden individueel begeleiden, met onder meer een creativiteitsoefening gericht op het verbeteren en benutten van opportuniteiten van de zaak. De handelaar ontvangt ook een rapport met de actuele trends relevant voor de detailhandelszaak anno 2013-2015 geïllustreerd aan de hand van relevante voorbeelden uit de eigen sector of uit aanverwante sectoren. Bijzondere aandacht zal daarbij gaan naar online aanwezigheid. Iedere begeleiding eindigt met concrete actievoorstellen.
“Met dit zeer nuttig project wordt een moeilijk te bereiken doelgroep aangesproken: mensen met zeer lange werkdagen, die worden aangezet tot strategiebijsturing en innovatie. Hierdoor kan de zelfstandige zich versterken, en dat is nodig want het aantal zelfstandigen neemt jaarlijks af, en de filialisering neemt toe. Gemeenten zijn geïnteresseerd in dit project omdat ze zich dankzij de ‘couleur locale’ van hun zelfstandigen kunnen onderscheiden van shoppingcentra of concurrerende gemeenten”, aldus minister-president Peeters.
E-COMMERCE IN VLAANDEREN: FACTS & FIGURES
- Het aanbod vanuit onze Vlaamse ondernemingen (zie tabel 1)
In januari 2011 hadden minstens 80% (vs. 71% voor EU15) van de Vlaamse ondernemingen (met minimum 10 werknemers) een website of homepage, en in 2010 ontving 28% (vs. 16% in EU15) van onze ondernemingen een bestelling via computernetwerken. Dat ligt een stuk hoger dan het Europees gemiddelde (EU15), goed voor respectievelijk een 7e plaats en een 1e plaats in Europa. Vlaanderen behoort met deze indicatoren tot de Europese top, samen met buurlanden Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk.
Daarnaast ligt het aandeel van de ondernemingen dat in België en in Luxemburg e-commerce-orders verzond naar leveranciers in andere Europese landen (buiten eigen land), heel wat hoger dan gemiddeld in de Europese Unie. Dit wijst er nogmaals op dat Vlaanderen één van de meest open economieën ter wereld heeft; onze economie is zeer sterk gericht op export en samenwerking met ondernemingen in andere landen. Deze cijfers wijzen dus op een uitstekende werking inzake de ‘business-to-business’ markt. (zie tabel 1)
- E-commerce in functie van de grootte van de onderneming (tabel 3)
Hoe groter de onderneming, hoe groter de kans dat e-commerce er ingang heeft gevonden (tabel 3).
De Vlaamse ondernemingen met meer dan 50 werknemers behoren tot de top 5 van de Europese landen voor het aandeel van de bedrijven met een website. De Vlaamse ondernemingen met meer dan 10 werknemers en de drie afzonderlijke categorieën voor bedrijfsgrootte behoren tot de top 5 van de Europese landen voor het aandeel van de bedrijven die bestellingen ontvingen via het internet of via computernetwerken in het algemeen.
- De aangekochte producten (zie tabel 2)
Wanneer we de e-commerce opsplitsen naar goederen, dan valt op dat Vlaamse onlinekopers vooral tickets voor evenementen, computersoftware of reizen en toeristische verblijfsaccomodatie bestellen.
De Vlaming koopt echter beduidend minder huishoudgoederen, kleding of elektrische toestellen, dan de gemiddelde onlinekopers uit EU 27. Er is dus nog een zeer grote groeimarge voor meerdere producten.
BIJLAGE 1 – Reeds bestaande overheidsinstrumenten inzake e-commerce
Minister-president Peeters richt het project “Commerciële Inspiratie” op om handelaars individueel te begeleiden in het wereldwijde web van social media, e-commerce, m-commerce, … .
Vandaag zijn er echter ook al heel wat overheidsinstrumenten beschikbaar het Agentschap Ondernemen, waar KMO’s ondersteuning of begeleiding kunnen krijgen inzake e-commerce en online winkelen:
- KMO-portefeuille: KMO’s die ICT-advies inwinnen bij een erkende dienstverlener kunnen hiervoor 50% subsidie bekomen tot maximaal 2500 euro per jaar. Op vraag van en in samenwerking met de ICT-sector en het middenveld, werd in 2011 een afsprakenkalender over subsidiabele adviezen in verband met ICT opgesteld. Het inwinnen van advies over e-commerce wordt daarin expliciet vermeld als subsidiabel.
- Het eTIC Handvest: Door het onderschrijven van het eTIC Handvest, engageren ICT leveranciers en consultants zich tot een ethische dienstverlening aan hun KMO-klanten. Het handvest bestaat uit 7 deontologische gedragsregels en garandeert transparantie en openheid in communicatie. Door het ondersteunen van het eTIC Handvest in Vlaanderen wenst de Vlaamse overheid het vertrouwen tussen de KMO-klant en de ICT-leverancier een extra stimulans te geven, zodat het zakendoen tussen beide partijen duurzamer wordt en KMO-klanten met meer vertrouwen extern advies kunnen inwinnen. Specifiek voor e-commerce werden in het handvest bijkomende eTIC gedragsregels vastgelegd zodat KMO-klanten een beroep kunnen doen op betrouwbare leveranciers en consultants.
- Het project Strategisch Ondernemen: dit project van het Agentschap Ondernemen biedt KMO’s de kans om zich tegen een betaalbare prijs strategisch te versterken en verder te professionaliseren. Eén van de subsidiabele activiteiten in dit project is het inschakelen van een professioneel adviesbureau bij de uitbouw van een e-commerce project. De projecttussenkomst bedraagt 50% van de kosten van het adviesbureau met een maximale tussenkomst van 10.000 euro.
Daarnaast ondersteunt het Agentschap Ondernemen ook projecten van derden die begeleiding bieden aan KMO’s inzake e-commerce:
- Het project WinkelWeb West-Vlaanderen: Dit project, gesteund onder de oproep Ondernemingsvriendelijke Gemeente 2011, wil de ondernemers sensibiliseren, informeren en begeleiden omtrent het belang van e-toepassingen en sociale media.
- EFRO-project Commerciële Innovatie: in dit project, dat de voorbije jaren in verschillende gemeenten in de verschillende provincies liep, kwam e-commerce regelmatig aan bod in de innovatietrajecten die de handelaars kregen.
- Peterschapsprojecten: de oproep peterschapsprojecten van het Agentschap Ondernemen leverde projecten op zoals e-Plato en OndernemersForum E-commerce.
Daarnaast zijn er ook de opleidingen e-commerce van Syntra, dat onder de bevoegdheid van minister Muyters, naast de workshops die Syntra, samen met lokale besturen, opzet voor handelaars rond hetzelfde thema.