Minister-president Peeters lanceert projectoproep voor volkstuinen
12-12-2012
Vlaams minister-president Kris Peeters, tevens bevoegd voor Plattelandsbeleid, lanceert een projectoproep naar gemeenten en verenigingen in Vlaanderen, om tegemoet te komen aan de behoefte aan nieuwe volkstuinen. De vraag naar volkstuinen blijft immers stijgen.
Minister-president Peeters maakt daarom 300.000 euro vrij voor de aanleg van nieuwe volkstuinen en de uitbreiding en/of modernisering van bestaande volkstuinen. De projecten die, naar aanleiding van deze projectoproep, worden goedgekeurd, kunnen van start gaan in juni 2013 en hebben een uitvoeringstermijn van 3 jaar.
“Volkstuinen kennen een heel lange geschiedenis, en spelen een belangrijke rol voor wie weinig buitenruimte beschikbaar heeft. Daarnaast zijn volkstuinen natuurlijk ook een ontmoetingsplaats, dus mag hun sociale rol zeker niet onderschat worden. Aangezien de vraag naar volkstuinen blijft stijgen, lanceer ik deze projectoproep naar gemeenten en verenigingen in Vlaanderen en maak ik hiervoor 300.000 euro vrij. Met dit initiatief wens ik ook bij te dragen aan het herstel van de voeling met gezonde voeding, met smaken, met de eigen productie van voedsel en de nutritionele waarde ervan”, aldus minister-president Peeters.
Overal in Europa en ook daarbuiten - New York bv. telt maar liefst 390 community gardens - groeit de aandacht voor volkstuinen, en er wordt heel wat onderzoek aan gewijd. Reeds in 2007 werd op vraag van Vlaams minister-president Kris Peeters door Universiteit Gent vanuit een sociologische en ruimtelijke benadering onderzoek gedaan naar de toestand van de volkstuinen in Vlaanderen,. Uit dat onderzoek bleek dat het aantal volkstuinen in Vlaanderen en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op zowat 4.600 moet geschat worden, verdeeld over 114 volkstuinparken met een totale oppervlakte van 137 ha. De helft daarvan ligt in de provincie Antwerpen.
Het beheer van bestaande volkstuinparken gebeurt vooral door de vzw De Vlaamse Volkstuin (53%), gemeentelijke, provinciale of gewestelijke groendiensten (18%), individuele verhuur (11%, gronden NMBS Holding), en de vzw VELT (3%). Het onderzoek uit 2007 stelde ook een richtnorm op voor volkstuinen in Vlaanderen, toegepast op 10 centrumsteden (Antwerpen, Gent, Brugge, Mechelen, Aalst, Kortrijk, Hasselt, Sint-Niklaas, Oostende en Turnhout). Het gewenst areaal werd toen op ongeveer 170 ha berekend voor deze steden, waarvan 70 ha voorhanden. Toen al bleek de nood aan volkstuinen groot.
Vraag naar volkstuinen in Vlaanderen slechts voor 1/3 ingevuld
Die behoefte aan areaal voor volkstuinen werd bevestigd door nieuw onderzoek van de UGent in 2010, in opdracht van de vzw Vlaamse volkstuin met steun van de Vlaamse overheid. Uit dat nieuwe onderzoek bleek dat de behoefte aan bijkomende volkstuinen niet beperkt blijft tot de grote steden, maar ook in kleinstedelijke gebieden en gemeenten nadrukkelijk aanwezig is. Voor de 10 centrumsteden en 40 geselecteerde gemeenten bedroeg de behoefte ongeveer 283ha. Rekening houdend met het huidige aanbod wordt de vraag vandaag maar voor ongeveer 1/3 ingevuld.
De bedoeling van de projectoproep is in eerste instantie de aanleg van nieuwe volkstuinen een boost te geven, om zo aan de stijgende vraag tegemoet te komen. In tweede instantie gaat de aandacht uit naar de modernisering en/of uitbreiding van bestaande volkstuinen. Daarbij kan gedacht worden aan de afbouw van het pesticidengebruik en de evolutie naar een ecologisch beheer, de uitbouw van de gemeenschappelijke delen, aandacht voor gezonde voeding, de uitbreiding van het aantal percelen, … .
Een centrale doelstelling bij zowel bestaande als nieuwe volkstuinen, is de verhoging van de sociale cohesie, de realisatie van een ontmoetingsplaats tussen verschillende generaties en culturen en het creëren van een goede groepsdynamiek, met een zelfstandig voortbestaan als eindstreven. Minister-president Kris Peeters wenst met dit initiatief mensen terug voeling te laten krijgen met gezonde voeding, met smaken, met de eigen productie van voedsel met nutritionele waarde, met actief leven in de buitenlucht, met alternatieve vormen van lichaamsbeweging (tuinieren) en met een actieve levensstijl.
De oproep is bedoeld voor:
aanleg van nieuwe volkstuinen
uitbreiding van bestaande volkstuinen
modernisering van bestaande volkstuinen
Het begrip “volkstuin” kan in het kader van deze oproep ruim geïnterpreteerd worden als tuinen waar mensen samen tuinieren: individueel op hun eigen perceel, of ze beschouwen de oppervlakte als een gemeenschappelijke tuin of een tussenvorm (met zowel gemeenschappelijke als individuele delen).
Een volkstuin maakt geen deel uit van de grond waarop de woning van de gebruiker staat. In dat geval spreekt men van een moestuin.
Een volkstuin komt alleen of in groep voor.
Een volkstuin is enkel bedoeld voor de productie van groenten en fruit of als rust- of ontspanningstuin. Dit betekent dat er geen overnachtingsmogelijkheden zijn in volkstuinen. In dat geval spreekt men van weekendverblijven die onder een andere wetgeving en beoordeling vallen.
Het telen van voedings- en siergewassen in een volkstuin is enkel bedoeld voor eigen gebruik of vermaak en is dus niet op handel gericht. Hierdoor worden volkstuintjes niet beschouwd als een agrarisch bedrijf. Om die reden wordt het fenomeen “tuinieren bij de boer” niet beschouwd als volkstuinieren.
Een volkstuinpark is een verzameling van volkstuinen en wordt doorgaans beheerd door een openbare instelling of vzw en wordt verhuurd tegen democratische prijzen.
Wie kan projecten indienen ?
De projectpromotor is steeds een gemeentebestuur of OCMW-bestuur, of een vereniging zonder winstgevend doel. Het werkingsgebied van deze oproep omvat het Vlaamse grondgebied. Het is wenselijk dat de projectpromotor partners in het project betrekt. Mogelijke partners van de promotor in een samenwerkingsvorm rond de inrichting van volkstuinen betreffen de stad/gemeente, het OCMW van de stad/gemeente, organisaties als samenlevingsopbouw, verenigingen, welzijnswerk, scholen, jeugdbewegingen, logo’s,… Ook intergemeentelijke samenwerkingsverbanden zijn mogelijk. Particulieren kunnen geen partner zijn.
15.000 euro subsidie per project
Een maximumbedrag van € 300.000 wordt verdeeld over de goedgekeurde projecten. De maximaal subsidieerbare projectkost wordt geplafonneerd op 20.000 euro zodat de subsidie per project maximum 15.000 euro bedraagt. Een project kan immers voor 75% gesubsidieerd worden met een plafond van 15.000 euro per project.
Na goedkeuring van de subsidies door minister-president Peeters, bevoegd voor Plattelandsbeleid, zal het projectsecretariaat de projectpromotors op de hoogte brengen. De projecten krijgen een uitvoeringstermijn van 3 jaar. Er wordt gestreefd naar een startdatum in juni 2013.
Praktisch
De projectpromotor dient een projectfiche in bij het projectsecretariaat (Vlaamse Landmaatschappij), uiterlijk op 30 april 2013. De projectfiche, alsook het volledige reglement, zijn beschikbaar op www.vlm.be en op www.ipo-online.be.
Voor ondersteuning bij de uitwerking van de projectaanvraag wordt verwezen naar de “Handleiding voor gemeenten voor de aanleg van een volkstuinpark” (www.ipo-online.be).