Minister-president Peeters bezoekt soja en sorghum veldproeven
10-09-2012
Vlaams minister-president Kris Peeters, tevens bevoegd voor Landbouw, moedigt met veldproeven voor soja en sorghum twee nieuwe teelten aan voor de Vlaamse landbouw. Deze teelten kunnen een belangrijke bijdrage leveren tot de verdere verduurzaming van de sector.
Op maandag 10 september 2012 bezocht minister-president Peeters de soja en sorghum veldproeven bij het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek in Merelbeke. Op deze manier kon minister-president Peeters zelf vaststellen hoe deze gewassen het doen in praktijkomstandigheden.
Sojateelt
Het onderzoek naar de teelt van soja in de Vlaamse landbouw past binnen het Vlaams Actieplan Alternatieve Eiwitbronnen dat minister-president Kris Peeters begin dit jaar heeft voorgesteld in het Vlaams parlement. Met het actieplan wil minister-president Peeters de afhankelijkheid van de Vlaamse landbouw van de import van soja, voornamelijk uit Zuid-Amerika, doen dalen.
“Als we er op termijn in kunnen slagen om in Vlaanderen zelf meer eiwitrijke gewassen, zoals soja, te telen, kunnen we onze afhankelijkheid van overzeese invoer afbouwen. Dit is niet alleen een economisch interessant gegeven, maar het is vooral een belangrijke evolutie in de verduurzaming van de Vlaamse landbouw. De import verzwaart immers de ecologische voetafdruk van onze eigen voedselproductie”, aldus minister-president Kris Peeters.
Sorghumteelt
Het onderzoek naar de teelt van sorghum, mogelijk een alternatief voor maïs, past binnen de zoektocht om de verscheidenheid van teelten op de Vlaamse akkers te verruimen. Sorghum heeft alvast het voordeel dat het meer droogtetolerant is dan maïs. De Vlaamse overheid speelt hiermee ook in op het nieuwe Europees landbouwbeleid dat in de steigers staat, en dat pleit voor een grotere diversificatie van teelten op bedrijfsniveau.
De onderzoekspartners (ILVO en KHK-KUL) zijn na het eerste veldproefseizoen, met 11 rassen soja en 13 rassen sorghum op de proefvelden in Merelbeke en Geel, optimistisch. De eerste resultaten van de proeven zijn veelbelovend, maar tonen ook aan dat verder onderzoek nodig is. Zo moeten de opbrengsten nog stijgen, zodat de teelten een volwaardig alternatief kunnen worden.
“Meer dan 40 jaar na de introductie van het subtropisch gewas maïs – wat toen argwanend werd bekeken – lijken zich voor het eerst twee valabele nieuwe teelten aan te dienen voor de Vlaamse landbouw. De komende jaren zullen we de landbouwers, de veevoedersector en de veetelers intensief voorlichten over de technische data uit de verdere proeven. Het Vlaamse landbouwwetenschappelijk onderzoek kijkt in dit dossier naar de toekomst: een landbouw die duurzamer omgaat met grondstoffen, en zich tijdig aanpast aan nieuwe situaties en een wijzigend klimaat. Ik verwacht dat de zorgvuldig verzamelde kennis snel doorstroomt naar de sector,“ aldus minister-president Kris Peeters.