Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits heeft vandaag een intersectoraal kaderakkoord gesloten met de sociale partners. Daarmee engageren ze zich om 3.300 mensen die nog niet over de juiste kwalificaties beschikken via kortlopende opleidingen onmiddellijk aan de slag te helpen in knelpuntberoepen in de zorg- en de welzijnssector. Het gaat om verzorgende/zorgkundige, logistiek medewerker in de zorg, kinderbegeleider en opvoeder-begeleider. Er komt ten laatste op 1 januari 2023 een online platform met alle mogelijke opleidingen voor zij-instromers. Dit akkoord past binnen het VIA-akkoord dat de Vlaamse Regering en de sociale partners eerder al afsloten.
Vlaams minister van Welzijn en Gezondheid, Hilde Crevits:
Al verschillende jaren zijn beroepen uit de welzijns- en zorgsector knelpuntberoepen. We zien niet alleen grote noden in de kinderopvang of de ouderenzorg, ook in de jeugdhulp en thuiszorg is de zoektocht naar personeel groot. Werken in de zorg is kiezen voor werkzekerheid en kiezen voor een job met veel voldoening. We moeten meer mensen hiervoor warm maken. Daarom moeten we ook verder durven kijken en niet of onvoldoende opgeleide mensen aan de slag laten gaan in onze voorzieningen en sectoren, mits zij tijdens de tewerkstelling een opleiding volgen richting een zorgfunctie. We voorzien in de kosten voor de opleiding en het loon van de kandidaat. Zo bieden we hen kansen en verlichten we daar mee de werkdruk op korte termijn op het personeel die vandaag al in de zorg aan het werk is.
In het Actieplan (Zij-)Instroom werden 4 prioriteiten afgesproken:
1. uitwerken van een aantrekkelijke branding en communicatieplan;
2. verhogen van het aantal bestaande opleidingstrajecten: #kiesvoordezorg, project 3030, #kiesvoorleefbegeleider, #kiesvoorkinderopvang;
3. ontwikkelen van een intakeplatform dat alle informatie over de bestaande opleidingstrajecten bundelt en de toegang tot deze projecten vereenvoudigt;
4. Uitwerken van een structureel instroomkanaal.
Rond de laatste prioriteit heeft minister Crevits vandaag een intersectoraal kaderakkoord afgesloten met de sociale partners om tot een structureel instroomkanaal te komen. De vertegenwoordigers van de werkgevers en werknemers zetten hier mee hun schouders onder want de noden zijn hoog in de sector.
Kortlopende opleiding voor zij-instromers
Het kaderakkoord focust op de instroom en de opleiding van een niet voldoende opgeleide werknemer binnen een organisatie in de sectoren van welzijn en zorg. Daarbij wordt uitgegaan van een kortlopende opleiding van maximaal 1,5 jaar tijdens de tewerkstelling en is gericht op zij die aan de slag willen als verzorgende/zorgkundige, logistiek medewerker in de zorg, kinderbegeleider en opvoeder-begeleider. Voor deze beroepen staan op dit moment in totaal ruim 3.300 vacatures open. Voor verzorgende/zorgkundige en logistiek medewerkers zijn er op dit moment ruim 1.600 openstaande vacatures, voor kinderbegeleider gaat het om bijna 900 openstaande vacatures, voor opvoeder-begeleider gaat het om ruim 800 openstaande vacatures. Op die manier wil minister Crevits samen met de sociale partners minstens 3.300 mensen aan de slag helpen in de zorg- en welzijnssector.
Voorbeeld: Pieter heeft jarenlang als mantelzorger voor zijn ouders gezorgd. Hij ontwikkelde op die manier een grote affiniteit met de zorgsector. Hij heeft echter geen geschikte kwalificatie om als zorgkundige in een woonzorgcentrum of als kinderbegeleider in de kinderopvang te werken. Dat maakt dat de drempel die hij ervaart om in zorg of welzijn aan de slag te gaan, voor hem te hoog is.
De voorwaarde om Pieter via deze weg in het woonzorgcentrum, kinderopvanginitiatief, thuiszorgorganisatie, welzijnsorganisatie,… tewerk te stellen, is dat hij opgenomen wordt in een kwalificerend opleidingstraject naar een knelpuntberoep in de sector. Tijdens de stages en de tijd buiten de opleiding is hij aanwezig op de werkvloer van de werkgever. Dit houdt uiteraard begeleiding en coaching op de werkvloer in.
De werknemer behaalt een kwalificatie tijdens de tewerkstelling krijgt intussen een loon en contract van onbepaalde duur en kan rekenen op werkzekerheid als de persoon het opleidingstraject volbrengt en de kwalificatie behaalt.
Online platform met alle mogelijke opleidingen
Er komt één online platform om de instroom aan te zwengelen. Wie in de zorg wil werken en niet het juiste diploma of zich wil herscholen, terecht voor alle mogelijke opleidingen in de zorg- en welzijnssector. Op dat platform zal je ook tips en begeleiding vinden om die opleiding te kiezen die best bij je past. Het platform zal vanaf 1 januari 2023 actief zijn.
Om mensen te vinden, zal er ook verder gekeken worden dan de traditionele kanalen. Er worden contacten gelegd met socio-culturele verenigingen en lokale besturen (armoedeorganisaties, organisaties die werken met personen met een migratie-achtergrond, erkende vluchtelingen, …) om op zoek te gaan naar mensen die aan de slag willen in de zorgsector.
Ingrid Lieten, Directeur Verso en vertegenwoordiger van de werkgeversorganisaties. “Onze sociaal ondernemers in zorg en welzijn willen mensen zonder het juiste diploma een nieuwe kans geven om meteen aan de slag te gaan en betaald hun opleiding te vervolledigen. We hopen hiermee diverse groepen aan te trekken waaronder thuisblijfmoeders en mannen. Zij zijn allemaal meer dan welkom om de zorg en ondersteuning te verzekeren aan kwetsbare mensen en de druk op de huidige medewerkers te verlichten.”
Mark Selleslach, Algemeen Coördinator ACV en vertegenwoordiger van de werknemersorganisaties: “Eén wondermiddel om de absolute en acute nood aan meer zorg- en welzijnspersoneel ineens weg te toveren bestaat niet. De hoge werkdruk van de werknemers verlichten én tegelijk het blijven garanderen van kwaliteitszorg moeten als menselijke waarden een prioriteit blijven in onze samenleving, en bijgevolg ook in de politieke besluitvorming en in de verdere investeringen vanuit de overheid. Creatief blijven zoeken naar oplossingen in constructief sociaal overleg overheid/sociale partners is onontbeerlijk. De huidige afspraken zijn daarin een belangrijke stap. Maar de urgentie is daarmee absoluut niet van de baan, we zullen in sociaal overleg allen samen moeten blijven inzetten naar verdere oplossingen.”