Om de slachtoffers van tienerpooiers beter te begeleiden en om het probleem beter in kaart te brengen, maakte Jo Vandeurzen (CD&V) budget vrij voor de oprichting van een meldpunt hierover. Dat meldpunt, bij de vzw Payoke, bewijst nu al zijn nut: sinds 2019 zijn al 24 minderjarige slachtoffers van seksuele uitbuiting gemeld. “Dat is gemiddeld één slachtoffer om de andere dag”, zegt Antwerps gemeenteraadslid Nahima Lanjri (CD&V).
Lanjri kaartte het probleem eerder al aan bij burgemeester De Wever. Ze dringt erop aan om het meldpunt nog meer onder de aandacht te brengen. “Antwerpen is de draaispil voor de problematiek”, zegt Lanjri nog. “Jonge, kwetsbare meisjes worden geronseld door pooiers die hen vervolgens aanbieden op sekssites. De rendez-vous met klanten vinden vaak plaats in Antwerpen.”
Bij Payoke zelf is men niet verrast over de vele meldingen: “We wisten dat er nog een grote, onbekende groep meisjes was die zich tot nu toe niet gemeld heeft”, zegt directeur Klaus Vanhoutte. Veruit de meeste meldingen blijken van jeugdinstellingen te komen die vermoeden dat een van hun meisjes het slachtoffer geworden is van een tienerpooier. Volgens Vanhoutte is er bij 80 procent van de meldingen inderdaad sprake van tienerprostitutie. In dat geval wordt een ambulante begeleiding opgestart voor het meisje in kwestie.
Experts vermoeden dat het werkelijke aantal slachtoffers nog hoger ligt. Dit meldpunt is een daarom goede eerste stap: zo weten de slachtoffers dat ze bij een gespecialiseerde opvang en in een aangepaste zorgomgeving terechtkomen. Dat moet hen helpen om hun verhaal te vertellen en dit beter te verwerken.