Sinds de hervorming van 2015 doen veel meer zelfstandigen een beroep op mantelzorg. Dat blijkt uit cijfers die CD&V-Kamerlid Griet Smaers opvroeg. De nieuwe regeling verstevigde het vangnet voor zelfstandigen die zorgen voor een zwaar zieke, een palliatieve patiënt of een gehandicapt kind.
Terwijl in 2013 en 2014 er respectievelijk amper 2 en 10 zelfstandigen een uitkering kregen, is dit na de hervorming in 2016 en 2017 respectievelijk 142 en 168. Dit jaar hebben er al 48 zelfstandigen een beroep op gedaan. Ook de gemiddelde duurtijd neemt toe. Op het globaal aantal zelfstandigen blijven deze cijfers echter laag”, zegt Smaers.
“De meeste zelfstandigen die een beroep doen op mantelzorg gebruiken dit voor de zorg voor een ernstig zieke naaste zoals de echtgenoot of partner of kind (bloed of aanverwant tot de tweede graad), in 2017 was dit 72,6%. In mindere mate wordt mantelzorg gebruikt voor de zorg van een palliatieve naaste (13,7% in 2017) of gehandicapt kind (13,7% in 2017)”, aldus Smaers.
“Het is positief dat er sinds de hervorming veel meer zelfstandigen gebruik van maken. Er werden drempels weggenomen: zo moet de activiteit niet meer volledig worden stopgezet en krijgen zelfstandigen een vrijstelling van de betaling van hun sociale bijdragen bij een onderbreking van drie maanden met behoud van sociale rechten.”
Volgens Smaers is het logisch dat zelfstandigen minder beroep doen op mantelzorg dan werknemers omdat sommige zelfstandigen zelf kunnen schuiven in hun uren en zo wat meer flexibiliteit aan de dag leggen om tijd vrij te maken. De vrees om klanten te verliezen en de nog niet zo ruime bekendheid van de mogelijkheid voor zelfstandigen om een beroep te doen op mantelzorg, spelen volgens het parlementslid ook mee in het minder gebruik bij zelfstandigen. Ook sociaal verzekeringsfonds Acerta klaagde op de dag van de mantelzorg aan dat de regeling rond mantelzorg voor zelfstandigen nog te weinig bekend is. Minister van Middenstand en Zelfstandigen, Ducarme (MR) spreekt dit tegen.