Meer senioren kunnen genieten van dagverzorging
23-06-2012
Jo Vandeurzen streeft naar één dagverzorgingscentrum in elke gemeente
Vlaams minister Jo Vandeurzen verhoogt de mogelijkheid tot opvang van ouderen in dagverzorgingscentra. De huidige 149 dagverzorgingscentra zijn verbonden aan woonzorgcentra. Maar dat hoeft niet langer. Gebruikers van de diensten voor gezinszorg zullen voortaan ook opgevangen kunnen worden in alleenstaande dagverzorgingscentra. Op termijn moet er volgens minister Vandeurzen in elke gemeente minstens één dagverzorgingscentrum komen. In dagverzorgingscentra komen, zoals het woord het aanduidt, de mensen ’s morgens naar het centrum en gaan ze ’s avonds naar huis. Terwijl de verzorging er gegarandeerd wordt, kunnen ouderen daar samen o.a. eten, koken, boodschappen doen of strijken. Een opsteker voor zorgbehoevende ouderen die langer thuis willen wonen, én voor hun familie of vrienden wiens taak dit kan verlichten. De Dag van de Mantelzorg van vandaag kan alvast niet meer stuk.
Vlaanderen kan voortaan zelf dagverzorgingscentra oprichten. Dat heeft de Vlaamse Regering vrijdag beslist op voorstel van Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen. De initiatieven die nu al bestaan, zijn allemaal verbonden aan een woonzorgcentrum. Ze worden gefinancierd door het RIZIV en krijgen van de Vlaamse overheid een aanvullende ondersteuning voor hun werking. Vanaf eind dit jaar kan Vlaanderen dit zelf organiseren, met eigen erkenningsnormen en financiering, en afhankelijk van de initiatieven van voorzieningen. “Voordeel van dagverzorgingscentra is dat ouderen langer thuis kunnen wonen, dat mantelzorgers even de kans krijgen om zelf tot rust te komen en dat de eenzaamheid van de ouderen vermindert”, vertelt welzijnsminister Jo Vandeurzen. Dit opent perspectieven. Op termijn moet er volgens minister Vandeurzen in elke gemeente minstens één dagverzorgingscentrum komen. Kritische succesfactor voor het gebruik van de dagverzorging is de afstand tot de woonplaats.
Mantelzorgers beter ondersteund
Ouderen die thuis zorg nodig hebben, maar waarbij de mantelzorg dreigt overbelast te worden, kunnen terecht in een dagverzorgingscentrum. Zij krijgen daar elke dag de nodige zorgen, maar kunnen 's avonds gewoon opnieuw naar huis. De zorgbehoevende brengt er een huiselijke dag door samen met de andere gasten. In Vlaanderen zijn er circa 600.000 mantelzorgers die voor een andere persoon zorgen. Zij hebben zo een dag voor zichzelf.
De nieuwe vorm van dagverzorgingscentrum sluit aan bij de bestaande thuiszorgdiensten, is kleinschalig, kan zich specifiek richten op licht en matig zorgbehoevenden en hanteert expliciet de filosofie van de thuiszorg. Men speelt in op de psychische en sociale noden van de ouderen door dit in groep in de buurt te organiseren. “Met deze dagverzorgingscentra willen we de wens respecteren van vele zorgbehoevenden en hun mantelzorgers om zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving te blijven. Alles is op hun maat gesneden, dankzij ervaren personeel. In deze kleinschalige en warme omgeving verbinden we hen met hun sociale omgeving en doorbreken we isolement”, zegt minister Vandeurzen.
Vlaanderen betaalt… en bepaalt.
Vandaag tellen 117 van de 308 Vlaamse gemeenten een dagverzorgingscentrum. Er is een cofinanciering tussen het RIZIV en Vlaanderen, de woonzorgcentra zorgen voor de uitbating. Om meer dagverzorgingscentra in Vlaanderen in gebruik te nemen, kunnen ook de erkende diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg, eventueel in samenwerking met andere partners, voortaan een dergelijk dagverzorgingscentrum uitbaten. Het moet gaan om kleinschalige initiatieven, midden de mensen, in samenwerking met een thuiszorgvoorziening, een ouderenvoorziening, of ander dienstencentrum. Dit wordt alleen door de Vlaamse overheid gesubsidieerd.
CADO: pilootproject in Vosselaar
De mosterd voor dit nieuwe initiatief haalde minister Vandeurzen uit het pilootproject CADO, dat staat voor collectieve autonome dagopvang. Vlaams parlementslid Tinne Rombouts was trekker van dit initiatief in een huis in de rij in Vosselaar. Volgens Tinne Rombouts is er grote nood aan dit soort initiatieven. Een analyse van een aantal vaststellingen leidde ook tot de structurele verankering van het concept: het financieel-economische plaatje van de vergrijzing, de handen die de zorg te kort zal komen, de vereenzaming van veel oudere mensen, de soms zware last op de schouders van de mantelzorgers, het dalend potentieel van mantelzorgers en het drempelverlagende effect van een opvang om de hoek.
Bij CADO kunnen ouderen overdag terecht in een doodgewoon huis waar ze samen met andere gasten dagdagelijkse zaken doen. In 2011 had CADO gemiddeld acht ouderen per dag te gast.
In een woning in de Eigenaarsstraat kunnen ouderen of zorgbehoevenden enkele uren per dag terecht. CADO is er bij de basis ontstaan en wordt gedragen door mensen uit de praktijk. Iedereen bij het OCMW heeft zijn schouders er mee onder gezet, van de administratie en de sociale dienst tot de poetsvrouwen en de verzorgsters. De reacties die men krijgt van de opgevangen personen en die van de familieleden, zijn allemaal positief. Ook de omwonenden vinden het een goed initiatief en kloppen zelfs eens aan om een bloemetje te brengen. CADO werkt dus ook versterkend voor een buurt of een dorp.
Het pilootproject kwam tot stand in samenwerking met de dienst gezinszorg en aanvullende thuiszorg, Welzijnszorg Kempen, Katholieke Hogeschool Kempen, sociale huisvestingsmaatschappij De Ark en de gemeentelijke, provinciale en Vlaamse overheid.
Efficiëntiewinst
De verzorging zal gebeuren door gezinshelpers die anders bij de mensen aan huis komen. Het zorgt dus voor efficiëntiewinsten in de gezinszorg. In plaats van één verzorgende een groter aantal uren bij één gebruiker te laten aanwezig zijn, kan in het dagverzorgingscentrum één verzorgende voor vier gebruikers zorg dragen, waardoor het aantal uren gezinszorg in een individuele relatie beperkt kan worden. Zo kunnen meer personen bij de diensten voor gezinszorg terecht dan vandaag met het beschikbare personeel en budget mogelijk is. Het aantal uren gezinszorg dat de Vlaamse overheid subsidieert, zal zoals gepland ook in de komende jaren blijven toenemen.
Kleinschaligheid in bestaande dagverzorgingscentra
Het ontwerpbesluit bevat ook voor de bestaande dagverzorgingscentra een aantal versoepelingen in de voorwaarden zodat ook in woonzorgcentra meer kleinschalige dagopvang mogelijk is. Bovendien wordt de subsidie van kleinschalige initiatieven, namelijk tot tien gebruikers, verhoogd.
Beide settings worden benut
Eén dagverzorgingscentrum per gemeente is op relatief korte termijn haalbaar gezien de regelgeving voor de bestaande centra is versoepeld én de diensten gezinszorg en aanvullende thuiszorg de mogelijkheid krijgen om initiatief te nemen. We benutten beide settings. De Vlaamse ouderen kunnen hier enkel wel bij varen.
Het ontwerp van besluit gaat nu voor advies naar de Raad van State.