Meer investeren in Brusselse sportinfrastructuur
Tussen 2009 en 2014 investeerde de Vlaamse Gemeenschap amper in de uitbouw van Brusselse sportinfrastructuur. Brussel ontving in die periode €770.401, nog geen zesde van Antwerpen of Gent. Dat blijkt uit het antwoord van de Vlaamse minister van Sport op een vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Joris Poschet. Nochtans heeft Brussel al jaar en dag te kampen met een tekort aan sportinfrastructuur. “Minister Muyters moet rekening houden met de Brusselnorm, investeren in sportinfrastructuur in Brussel en samenwerken met de VGC en de Brusselse gemeenten om het chronisch tekort aan infrastructuur zo snel mogelijk weg te werken,” aldus Poschet.
De Vlaamse minister van Sport onderstreepte in zijn beleidsnota het belang en de ruime invulling van sport in het gemeenschapsbeleid van de Vlaamse regering. De minister erkent dat sport een belangrijke maatschappelijke rol heeft en ook de sociale cohesie helpt bevorderen. Ook de specifieke uitdagingen van grootsteden werden in de beleidsnota belicht. Daaruit zou men kunnen concluderen dat in een superdiverse en dichtbevolkte stad als Brussel voldoende in sportinfrastructuur geïnvesteerd moet worden vanuit Vlaanderen. Het volstaat om naar de demografische cijfers van Brussel te kijken om het belang van sportinfrastructuur in onze hoofdstad te beseffen. De Brusselse bevolkingsdichtheid ligt twintig keer hoger dan het Belgische gemiddelde en drie keer hoger dan in Antwerpen. Voldoende ruimte creëren voor Brusselaars om zich sportief te ontspannen is dus geen overbodige luxe.
Maar dat er nog werk aan de winkel is blijkt uit een schriftelijke vraag van Joris Poschet aan de Vlaamse minister van Sport. De afgelopen legislatuur (2009 – 2014) ontving Brussel amper €770.401 van de Vlaamse Gemeenschap voor investeringen in sportinfrastructuur. Een peulenschil in vergelijking met Antwerpen en Gent, die de afgelopen 5 jaar konden rekenen op respectievelijk €5.127.488 en €4.746.696. “Brussel krijgt nog geen zesde van de middelen die Antwerpen en Gent ontvangen. We zijn mijlenver verwijderd van de Brusselnorm, die stelt dat de Vlaamse regering ernaar streeft 5% van het gemeenschapsbudget voor Brussel te voorzien. En dat terwijl er net een nijpend tekort is aan sportinfrastructuur in Brussel. Zo is een zwembad in Brussel bijna zeldzaam erfgoed geworden. Wanneer je weet welke rol sport kan spelen in het bevorderen van de sociale cohesie, met name in de meest dichtbevolkte en meest superdiverse regio van het land, is het onbegrijpelijk waarom Brussel zo onderbedeeld blijft,” aldus Poschet.
Tijdens de vorige legislatuur wou het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het heft in eigen handen nemen en het acute tekort aan sportinfrastructuur zelf oplossen. Minister Muyters trok toen naar het Grondwettelijk Hof, omdat het Gewest hiervoor niet bevoegd is. Het initiatief dient genomen te worden door de VGC en de gemeenten die dan door Vlaanderen gesubsidieerd kunnen worden. “Daar wringt het schoentje. We moeten vanuit Vlaanderen veel meer moeite doen om de VGC én alle Brusselse gemeenten te bereiken. Het volstaat niet om te wachten op een belletje vanuit de lokale Brusselse besturen. De Vlaamse Gemeenschap heeft ook in Brussel een verantwoordelijkheid om voor voldoende sportaccommodatie te zorgen. Ik verwacht van de minister dat hier de komende jaren een serieuze tand wordt bijgestoken,” concludeert Poschet.