Meer definitieve uitsluitingen in Brussels Nederlandstalig onderwijs dan in Vlaamse tegenhangers.
29-07-2013
Uit voorlopige cijfers die Vlaams Parlementslid Paul Delva (CD&V) liet opvragen bij Minister van Onderwijs Smet (SP.A) blijkt dat in het schooljaar 2012-2013 1,2% van de leerlingen in het Brussels Nederlandstalig secundair onderwijs definitief uitgesloten werd. Deze cijfers zijn echter nog niet geheel volledig gezien het schooljaar nog niet volledig ten einde was (mei 2013).
De respectievelijke percentages voor de Vlaamse centrumsteden Antwerpen en Gent liggen met 0,9% en 0,7% opmerkelijk lager. In het Vlaams Gewest ligt het percentage met 0,4% zelfs bijna één procentpunt lager. De cijfers van de afgelopen schooljaren in rekening gebracht blijft het Brussels percentage vrijwel constant daar waar deze voor Antwerpen en Gent een dalende tendens kennen. In Brussel lag het percentage vorig jaar namelijk op 1,4%, voor Antwerpen op 1,2% en Gent op 1,4%. De volledige cijfers zijn af te lezen in de onderstaande tabellen
Wat opvalt in de cijfers is dat veel meer mannen dan vrouwen te maken krijgen met een definitieve uitsluiting (4 op 5 mannen ten opzichte van 1 op 5 vrouwen) en dat in 81,6% van de uitsluitingen de thuistaal van de jongere niet Nederlands is.
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Vlaams Gewest
Aantal lln
%
Aantal lln
%
2011-2012
150
1,4
2474
0,6
2012-2013 (mei)
128
1,2
1537
0,4
Antwerpen
Gent
Aantal lln
%
Aantal lln
%
2011-2012
388
1,2
221
1,4
2012-2013 (mei)
288
0,9
112
0,7
Paul Delva (CD&V) besluit: “Ik ben verheugd dat de minister belooft werk te maken van trajecten op maat voor jongeren in probleemsituaties om zo het recht op leren voor jongeren te optimaliseren.”