MAP 4: Peeters belooft scheiding van controle en begeleiding
03-03-2011
Vlaams volksvertegenwoordigers Tinne Rombouts en Jos De Meyer vroegen minister-president Kris Peeters hoe hij de landbouwsector zal ondersteunen bij de implementatie van MAP 4. De landbouworganisaties reageerden scherp bij de totstandkoming ervan. Zij vinden dat dit nieuwe plan de economische leefbaarheid van de sector bedreigt. In een eisenbundel vragen ze de Vlaamse Regering om flankerende maatregelen. Peeters beloofde ondermeer een functionele scheiding van controle en begeleiding en een grotere betrokkenheid van de land- en tuinbouwers bij de uitvoering en controle van het beleid.
De landbouwsector leverde al immens veel inspanningen om de normen in het vorige plan te halen. De goede evolutie van de waterkwaliteit in de meetpunten liegt er niet om. Europa beaamt die vooruitgang, maar stelt tegelijk dat er een versnelling moet komen in het bereiken van de waterkwaliteitsdoelstellingen. De Europese lat ligt daarmee zeer hoog.
Jos De Meyer en Tinne Rombouts luisterden aandachtig naar de noodkreet van de landbouworganisaties en vertaalden die naar de minister-president. Zijn antwoord maakt duidelijk dat de Vlaamse Regering de zorgen van de landbouwsector deelt. Vlaanderen zal investeren in een aantal sterk flankerende maatregelen om de opgelegde nitraatnorm haalbaar te maken.
Voor het Vlaamse mestbeleid zal er een administratieve en functionele scheiding inzake beleid, controle en begeleiding worden uitgewerkt. Taken die totnogtoe allemaal door de Mestbank werden opgenomen. Dit moet leiden tot een efficiënter, transparanter, doelgerichter en meer gedragen mestbeleid.
De land- en tuinbouwers moeten zelf meer betrokken worden bij de opvolging van de verschillende MAP-meetpunten. Er zullen extra middelen worden voorzien om waterkwaliteitsgroepen op te richten voor opvolging van de meetresultaten. Zij zullen beroep kunnen doen op het advies van deskundigen om te komen tot realistische bijsturingen in de bedrijfsvoering.
De erkende Praktijkcentra krijgen een grotere rol in het onderzoek naar oordeelkundige bemestingstechnieken en de begeleiding van de landbouwers.
Het controlesysteem zal efficiënter en meer resultaatgericht worden uitgebouwd en in samenspraak met en afgestemd op het bestaande controlesysteem in het kader van de Europese inkomenssteun.
Op het vlak van administratieve vereenvoudiging zal maximaal gebruik gemaakt worden van het e-loket.
Het VLIF zal financiële middelen uittrekken om de verstrenging in het nieuwe MAP op het vlak van mestopslag op te vangen en de mogelijkheden voor mestscheiding economisch draaglijk te maken.
Tinne Rombouts en Jos De Meyer vinden de aangekondigde maatregelen alvast een hart onder de riem voor de sector: “De inzet op begeleiding en de creatie van een vertrouwensband tussen de administratie en de landbouwer is essentieel. De praktijkcentra zullen hierin een cruciale rol spelen. Door de opsplitsing van beleid, controle en begeleiding is de Mestbank niet langer rechter en jury. Een objectievere en meer efficiënte werking wordt daardoor mogelijk.” De Meyer en Rombouts volgen nauwgezet op hoe dit alles geïmplementeerd zal worden en hoeveel middelen zullen worden vrijgemaakt.