Maatregelen tegen fijn stof voor bedrijven met op- en overslagactiviteiten
Op voorstel van Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege, keurde de Vlaamse Regering vandaag de reglementering goed die diffuse stofemissies afkomstig van op- en overslagactiviteiten van stuivende stoffen zoals zand, puin en ertsen moet beperken. “De betreffende bedrijven werden nauw betrokken bij de opmaak van deze reglementering die opnieuw een belangrijke stap is om de luchtkwaliteit te verbeteren. De maatregelen zullen bovendien de stofhinder voor buurtbewoners verminderen”, aldus minister Schauvliege.
In uitvoering van de Europese richtlijn luchtkwaliteit werkte Vlaanderen eerder al een globaal Vlaams fijnstofplan uit, naast specifieke actieplannen voor Antwerpen en enkele hotspotzones. Deze plannen bevatten de maatregelen die Vlaanderen neemt om onze luchtkwaliteit zo snel mogelijk te laten voldoen aan de normen voor fijn stof.
Vlaams minister Joke Schauvliege: “Met de nieuwe reglementering die de Vlaamse Regering vandaag definitief goedkeurde, voeren we concreet een onderdeel van het Vlaams fijnstofplan uit. Maatregelen die al aan enkele specifieke bedrijven werden opgelegd, worden veralgemeend voor alle Vlaamse bedrijven. Een aantal maatregelen zal onmiddellijk ingaan, voor meer ingrijpende aanpassingen worden overgangstermijnen voorzien.”
Drie klassen
In functie van de grootte van de op- en overslagcapaciteit van de bedrijven worden drie klassen onderscheiden. Voorts worden de betreffende stoffen (van zand, puin of ertsen tot graan, kunstmest, zaden of peulvruchten) in drie categorieën ingedeeld op basis van hun stuifgevoeligheid en de mogelijkheid om de verstuiving al dan niet door bevochtiging tegen te gaan.
Op de kleinste bedrijven zijn enkel eerder algemene bepalingen van toepassing. Voor de grotere bedrijven zijn meer specifieke bepalingen uitgewerkt en de allergrootste bedrijven moeten bovenop deze bepalingen nog een stofrapport opstellen, met een gedetailleerde evaluatie van alle mogelijke maatregelen op bedrijfsniveau.
Maatregelen
De voorziene maatregelen zijn heel uiteenlopend. Een maatregel kan inhouden dat de opslag van stuivende stoffen in een gesloten opslagplaats gebeurt of dat windreductieschermen, een ommuring of groenscherm rond het opslagterrein moeten voorzien worden voor opslag in openlucht. Het kan gaan over het besproeien van de stuivende stoffen met water of schuim, in het bijzonder bij droog en winderig weer, of het voorzien laad- en losinstallaties van remschotten. Maar ook het maximaal voorkomen van stofverspreiding afkomstig van verkeer op en rond het bedrijfsterrein wordt aangepakt. Dit kan gebeuren door de wegen op het terrein regelmatig schoon te maken of te besproeien en de voertuigsnelheid op het terrein te beperken.
Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege: “Vlaanderen heeft al heel wat maatregelen genomen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Vorig jaar op 30 maart keurde de Vlaamse Regering nog het Vlaams luchtkwaliteitsplan goed. Met de nieuwe reglementering voor op- en overslagactiviteiten levert de industrie opnieuw een grote bijdrage om het fijn stof te reduceren. Het moet er mee voor zorgen dat we zo snel mogelijk aan de Vlaamse luchtkwaliteitsnormen voldoen.”