Loopbaan bij federale overheid ondergaat metamorfose
12-07-2013
De Ministerraad keurde op 12 juli 2013 het nieuwe loopbaanbeleid goed dat Hendrik Bogaert uitwerkte voor de federale overheidsdiensten. De loopbaan van federale overheidsmedewerkers wordt daarmee grondig hervormd. Motivatie en evaluatie zijn de kernbegrippen.
De nieuwe loopbaan die Hendrik Bogaert voorstelt, wijzigt fundamenteel de basisprincipes van het loopbaanbeleid. Tot nog toe maakten federale overheidsmedewerkers vooruitgang in hun carrière op basis van het aantal gewerkte jaren en het slagen in de testen verbonden aan de gecertificeerde opleidingen die ze volgden. In het nieuwe systeem zullen medewerkers beloond worden op basis van hun inzet en het behalen van vooropgestelde doelstellingen.
Vier belangrijke principes vormen de basis voor de nieuwe loopbaan.
1) Evaluatie weegt door
De overgang naar een andere weddeschaal wordt gekoppeld aan de evaluatie. Wie een aantal keer positief geëvalueerd wordt, kan overgaan naar een hogere weddeschaal binnen zijn graad of klasse. Eerder hervormde Hendrik Bogaert al de evaluatieprocedure zodat elke overheidsmedewerker jaarlijks geëvalueerd wordt. Een evaluatie ‘uitzonderlijk’, ‘te verbeteren’ of ‘onvoldoende’, opgesteld door de functionele chef, wordt mee ondertekend door de hiërarchische meerdere als er gevolgen zijn voor de verdere loopbaan.
2) Versnelde promotie
Meerdere evaluaties op rij met als resultaat ‘uitzonderlijk’ kunnen de loopbaan van medewerkers in een stroomversnelling brengen. Wie twee ‘uitzonderlijks’ na elkaar krijgt, gaat al voor de eerste keer over naar een hogere weddeschaal na twee jaar in plaats van na drie jaar. Wie dan nog eens vier keer na elkaar ‘uitzonderlijk’ geëvalueerd wordt, maakt opnieuw een sprong naar een hogere weddeschaal.
Omgekeerd blijft iemand in dezelfde weddeschaal hangen zolang hij niet gunstig geëvalueerd wordt (‘voldoet aan de verwachtingen’ of ‘uitzonderlijk’).
3) Geldelijke loopbaan voor contractuelen
Contractuele medewerkers kunnen op vandaag niet overgaan naar een hogere weddeschaal. Vanaf nu kunnen ook zij op basis van evaluaties in een hogere weddeschaal terecht komen. Daarmee wordt een belangrijke ongelijkheid weggewerkt tussen contractuelen en statutairen.
Voor Hendrik Bogaert is dit één van de belangrijkste verwezenlijkingen: “Contractuelen werden tot nu toe stiefmoederlijk behandeld: zij konden geen vooruitgang maken in hun carrière. Heel veel contractuele medewerkers spreken mij daar terecht op aan. Ik ben dan ook trots dat door dit ontwerp contractuele medewerkers voor het eerst werkelijk carrière kunnen maken bij de federale overheid. Net als hun statutaire collega’s kunnen zijn nu promotie maken tot in de derde weddeschaal.”
4) Budgetneutraal
De hele operatie mag de overheid niets méér kosten dan het huidige loopbaanbeleid. Het minimum van de laagste weddeschaal en het maximum van de hoogste weddeschaal blijven behouden. Elke werknemer blijft zijn premie voor competentieontwikkeling ontvangen zolang die geldig is.
Hendrik Bogaert onderstreept het belang van het bereikte akkoord: “De nieuwe loopbaan voor federale overheidsmedewerkers is een mijlpaal in de publieke sector. Het statuut Camu wordt grondig hervormd. De nieuwe loopbanen zijn niet langer gebaseerd op anciënniteit maar op prestaties. Voortaan worden alle federale overheidsmedewerkers, zowel contractuelen als statutairen, beloond op basis van hun inzet en het behalen van vooropgestelde doelstellingen. Dat is een veel eerlijker systeem, dat niet alleen een impact heeft op de individuele loopbaan van de overheidsmedewerkers maar ook op de werking van de hele federale overheid. Dat is de beste garantie voor een administratie van wereldklasse.”