Leegstand van onderwijsinfrastructuur rendeert … enkel voor Gemeenschapsonderwijs!
04-02-2015
Een schoolbestuur moet zich gedragen als een goede huisvader en moet dus zorgzaam omgaan met de middelen die het ter beschikking heeft. Dat middelen en infrastructuur renderen voor het Gemeenschapsonderwijs, bleek uit het antwoord van minister Crevits op de vragen hierover van Vlaams parlementslid Jos De Meyer. In het gemeenschapsonderwijs treden de scholengroepen en de Raad van het gemeenschapsonderwijs (GO!) op als inrichtende macht. Geld dat niet direct besteed moet worden, kan door hen belegd worden, maar enkel in producten met een absolute kapitaalszekerheid. Het geld dat daarvoor gebruikt wordt, kan voortkomen van verkopen van goederen en infrastructuur, of van dotaties die nog niet werden uitgegeven. Op dit ogenblik belegt de Raad voor het Gemeenschapsonderwijs 76 miljoen euro, en de verschillende scholengroepen van het Gemeenschapsonderwijs beleggen samen ook nog ongeveer 10 miljoen euro. Scholengroepen kunnen ook inkomsten genereren door de verhuur van gronden en gebouwen aan derden. Volgens het GO! gebeurt dat in beperkte mate. De opbrengsten ervan moeten volgens het Bijzonder Decreet van 14 juli 1998 volledig aangewend worden voor onderwijsdoelen, maar er bestaat geen centrale databank waarop geregistreerd wordt welke infrastructuur ter beschikking wordt gesteld, wat de opbrengst is en de aanwending van die middelen. Meestal gaat het om sportinfrastructuur, parkeergelegenheid of gebruik van de gebouwen na schooltijd. Slechts uitzonderlijk worden schoolgebouwen van het Gemeenschapsonderwijs verhuurd aan andere onderwijsverstrekkers. Tijdens de voorbije legislatuur werden in totaal voor ongeveer 28,5 miljoen euro gronden en gebouwen van het Gemeenschapsonderwijs verkocht. Daarnaast heeft het GO! een lijst opgemaakt van de leegstand, waarop schooldomeinen geregistreerd staan die op dit ogenblik niet worden aangewend voor onderwijsdoelen en die klaar staan voor verkoop. Op de lijst staat slechts één schoolgebouw, dat op dit ogenblik verhuurd is aan het Lucernacollege. Er worden drie CLB-gebouwen op vermeld, maar ook een sporthal, enkele woningen, een zwembad, drie kastelen en het historische art-deco-hotelpand “Le Grand Veneur” te Keerbergen, dat al enige tijd staat te verkommeren. Een volledig register van leegstaande gebouwen zal ten vroegste eind 2016 ter beschikking zijn. Van het kasteeldomein Ter Biest te Sint-Truiden is volgens de minister reeds een stukje verkocht, terwijl het kasteelgedeelte nog te koop staat. De drie voetbalvelden, vier overdekte petanquevelden, 42 openlucht petanquevelden, het boogschutterslokaal met acht banen, de banen voor karabijn-, geweer- en revolverschieten, het polyvalente veld en het terrein voor hondensport worden verhuurd aan instanties uit de buurt.
Natuurlijk is het goed dat het GO! zijn geld en gebouwen zorgvuldig beheert, stelt De Meyer, maar men moet ook onderzoeken of leegstaande en onderbenutte gebouwen niet kunnen benut worden voor onderwijsdoelen (ook door andere netten) en om aan te moedigen dat schoolpatrimonium dat leeg staat of sterk onderbenut is, opnieuw voor onderwijsdoelen ter beschikking wordt gesteld. Dat is overigens één van de vragen in de door hem ingediende – en goedgekeurde - motie van 20 oktober 2014. Die motie vraagt ook dat er geen schoolgebouwen verkocht worden in gebieden waar leerlingen moeten zoeken naar een plaats op school, behalve natuurlijk als de opbrengst van de verkoop gebruikt zou worden om lokalen bij te bouwen of te vernieuwen.