Kruispuntbank federale overheidsdiensten en fraudebestrijding
01-03-2012
Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten Hendrik Bogaert richt een kruispuntbank op tussen verschillende federale overheidsdiensten. Elektronische gegevensuitwisseling levert voordelen op voor overheid, burgers en bedrijven. Voor Staatssecretaris voor de Bestrijding van de Sociale en de Fiscale Fraude John Crombez is de kruispuntbank een belangrijk middel in de fraudebestrijding.
(klik op het beeld hiernaast om de presentatie over de kruisdatabank te bekijken)
Gegevens over burgers en bedrijven zitten op dit moment verspreid over de verschillende databanken van overheidsdiensten. Door die databanken aan elkaar te koppelen, kunnen ook gegevens aan elkaar gelinkt worden. Zo worden fouten in de gegevens of misbruik ervan makkelijker opspoorbaar.
Een kruispuntbank heeft ook verstrekkende gevolgen voor de werking van de overheidsdiensten. Het brengt een administratieve vereenvoudiging en versnelling teweeg doordat gegevens bij de ‘authentieke bron’ (de dienst die de oorspronkelijke, correcte gegevens inzamelt) worden opgehaald in plaats van ze telkens opnieuw bij de burger te moeten opvragen.
In plaats van zelf formulieren te moeten invullen of aanvragen te moeten doen, zal de burger vooraf ingevulde documenten kunnen ontvangen die hij enkel nog moet controleren (bijvoorbeeld Tax-on-web) of zal hij automatisch genieten van voordelen waar hij recht op heeft (bijvoorbeeld kinderbijslag bij een geboorte). Omgekeerd zal de ontsluiting van gegevens voor de burger veel makkelijker en vlotter verlopen: via email, website, smartphone, digitale televisie, maar ook nog aan het loket … zal hij volledige en gepersonaliseerde informatie kunnen vinden zonder administratieve rompslomp.
Ook voor bedrijven zal de dienstverlening van de overheid ingrijpend verbeteren. Het zal mogelijk worden om de databank te koppelen aan de interne bedrijfsprocessen zodat bijvoorbeeld de periodieke aangiften aan de sociale zekerheid en de fiscus zouden rechtstreeks kunnen gebeuren vanuit het eigen personeelsadministratie- of boekhoudpakket.
Fedict, de federale overheidsdienst voor ICT, zal het hele proces coördineren, zowel op organisatorisch als op technologisch vlak. Een belangrijke uitdaging daarbij is het luik veiligheid en privacy: het spreekt voor zich dat de databank enkel door bevoegde personen en voor de juiste doeleinden mag gebruikt worden.
Staatssecretaris Hendrik Bogaert is heel enthousiast: “Dit is e-government in de praktijk. Hiermee werken we aan een Overheid 3.0: een kruispuntbank opent ontelbare mogelijkheden voor vlottere en snellere service aan onze burgers. Bovendien kost het ons niets want Fedict kan dit zelf realiseren. Integendeel, het levert extra besparingen op: verschillende databanken moeten niet meer apart beheerd worden en eenvoudigere administratieve procedures kosten ook minder.”
Fraudebestrijding
De dienstenintegrator is een zeer belangrijke tool in de strijd tegen sociale en fiscale fraude. Door gegevens uit verschillende bronnen aan elkaar te koppelen, kunnen we makkelijker zien waar fraude wordt gepleegd. De dienstenintegrator maakt het ook mogelijk om fiscale en sociale gegevens te koppelen zodat het fraudeonderzoek de complexiteit van elk dossier maximaal kan vatten.
Een betere gegevenskoppeling verhoogt de efficiëntie en de effectiviteit van de controles. Datamining moet zorgen voor een optimalisering van waarschuwingssignalen. Personen en ondernemingen die van misbruik en fraude verdacht worden, zijn makkelijker te identificeren. Ook wie het spel volgens de regels speelt en de zaken op orde heeft. Inspectiediensten zullen dus gerichter kunnen controleren, daar waar het nodig is. Resultaat is een vermindering van de werklast, zowel voor controleurs als voor gegevensbeheerders.
Staatssecretaris John Crombez: “Dit is belangrijke stap naar meer efficiënte procedures. Bij fraudebestrijding moeten er vooral gecontroleerd worden waar er grotere kans is op problemen en minder waar men zijn uiterste best doet om in regel te zijn.”