Europees parlementslid Kris Peeters wil dat de EU dringend stappen neemt om de bijensterfte te stoppen. Bijen zijn belangrijk en noodzakelijk voor onze voeding: 84% van onze gewassen zijn afhankelijk van bestuiving. Zonder de bij mogen we 76% van onze Europese voedselproductie vergeten. Daarom keurt het Europees Parlement keurt een resolutie goed die erop aandringt bij de Europese Commissie om meer te doen voor de bij.
De massale bijensterfte heeft drie oorzaken. Een eerste oorzaak is de varroamijt die haar eitjes legt op de larven van de bij. De mijt bijt zich vast aan de bij en voedt zich met de lichaamssappen. “Belangrijk is hier dat we verder inzetten op een goede en begrijpbare imker-opleiding”, stelt Kris Peeters. “De EU maakt hiervoor geld vrij via het Gemeenschappelijk landbouwbeleid. Extra geld voor onderzoek is hier noodzakelijk.”
Op de tweede plaats is er tijdens de laatste 60 jaar een enorme achteruitgang van het voedselaanbod. Vooral stuifmeel is heel erg belangrijk. Het zijn de eiwitten (de bouwstenen) voor de larven van de bij en de hommel. De toename van beton, asfalt en gebouwen zorgden voor een afname van het areaal. “Sommige maatregelen kunnen reeds op gemeentelijk niveau worden genomen”, weet Europees Parlementslid Kris Peeters. ”De haag snoeien na in plaats van vóór het bloeien is misschien wel de eenvoudigste maatregel.”
Een derde oorzaak is verontreiniging van de leefomgeving. Uit onderzoek op bijenwas blijkt dat er gemakkelijk 2 tot 12 verschillende schadelijke verbindingen terug te vinden zijn in de honingraten. Deze stoffen kunnen er bij hoge concentraties voor zorgen dat de reeds verzwakte bijen sterven. “Waar mogelijk, moeten we zoveel mogelijk inzetten op mechanische onkruidbestrijding."
Verder moeten we nadenken over een Europees verbod op synthetische herbiciden voor particulieren zoals in ons land, vindt Kris Peeters. “Het is onlogisch dat een landbouwer verplicht wordt uitgebreide opleidingen te volgen, terwijl de particulier producten vrij en ongelimiteerd in zijn tuin kan gebruiken.”