Vice-eersteminister en minister van economie en consumenten Kris Peeters, zorgt dat levensverzekeringen sneller zullen worden uitbetaald aan de begunstigde. De ministerraad keurde zijn wetsontwerp vrijdag ll goed.
Kris Peeters: “Er zijn regelmatig klachten over de laattijdige uitbetaling van levensverzekeringen. Soms moesten begunstigden enkele maanden op hun geld wachten. Daar brengen we nu verandering in. We leggen aan verzekeraars termijnen op voor het opvragen van documenten bij begunstigden en voor de uitbetaling. Bovendien zullen
verzekeraars een schadevergoeding moeten betalen als ze de termijnen niet respecteren. Als er geen begunstigde naar voor treedt, zal de verzekeraar daar sneller dan nu zelf naar op zoek moeten gaan.”
In zijn jaarverslag uit 2015 meldde de Ombudsman van de Verzekeringen dat hij frequent klachten ontving over de laattijdige uitbetaling van levensverzekeringen. In sommige gevallen liet de uitbetaling maanden op zich wachten. De Ombudsman adviseerde om een reglementair kader uit te werken.
Uit een analyse van de financiële waakhond FSMA, blijkt bovendien dat laattijdige uitbetalingen gebeuren bij zowel de afkoop van contracten als bij het bereiken van de einddatum van het contract en na overlijden van de verzekerde.
Minister Peeters past de wet nu aan. Wanneer een verzekeraar een aanvraag tot uitbetaling ontvangt, moet hij binnen een termijn van twee weken de begunstigden een schriftelijk overzicht bezorgen van alle aan te leveren documenten die nodig zijn voor de uitbetaling. Er wordt expliciet voorzien dat de verzekeraar enkel documenten en informatie mag opvragen die redelijk en relevant zijn. De verzekeraar mag bovendien geen documenten of informatie opvragen die hij reeds ter beschikking heeft.
Zodra de verzekeraar alle informatie heeft ontvangen, begint een nieuwe termijn van een maand te lopen. Wanneer de verzekeraar bijkomende informatie (die uiteraard moet beantwoorden aan de criteria van redelijkheid en relevantie) nodig heeft, moet hij dat binnen een maand meedelen aan de begunstigde. In geval geen bijkomende informatie is vereist of de bijkomende opgevraagde informatie werd ontvangen, moet de verzekeraar binnen een termijn van een maand overgaan tot uitbetaling.
In een beperkt aantal gevallen kunnen de termijnen verlengd worden, zoals bijvoorbeeld:
- het is mogelijk dat de persoon tot wie de verzekeraar zich richt, niet in staat is om de “standaard” documenten te bezorgen. In dat geval zal de verzekeraar een gelijkwaardig document kunnen opvragen om de uitbetaling verder te kunnen afhandelen
- het is mogelijk dat de verzekeraar dient uit te keren aan een minderjarige of een onbekwame persoon. In dat geval zal de verzekeraar moeten nagaan wie de wettelijke vertegenwoordiger of voorlopige bewindvoerder is
- Indien de begunstigde in een land buiten de Europese Economische Ruimte woont, kan er pas tot uitbetaling van een overlijdenskapitaal of rente worden overgegaan nadat een borg werd gesteld voor de betaling van de successierechten
- de uitkering van een levensverzekeringsovereenkomst kan verhinderd zijn omwille van een beslag door een schuldeiser of door een opgelegde maatregel door het parket
- daarnaast is het mogelijk dat er onduidelijkheid bestaat over de precieze oorzaak van het overlijden van de verzekerde, bijvoorbeeld bij een verdacht of gewelddadig overlijden van de verzekerde
Volgens de huidige wetgeving, heeft de verzekeraar geen verplichting om verwijlinteresten te betalen bij een laattijdige uitbetaling. Daar komt verandering in. Wanneer de verzekeraar de termijnen niet respecteert, zal hij voor de periode van de vertraging, interesten moeten betalen op de verzekering of op de afkoopwaarde. Indien de verzekeraar bijvoorbeeld de termijn van twee weken voor het opvragen van de nodige documenten niet respecteert maar nadien wel alle andere termijnen, zijn verwijlintresten enkel verschuldigd voor de periode vanaf het verstrijken van de termijn van twee weken tot op de dag van de effectieve opvraging van de nodige documenten en informatie.
Slapende verzekeringen
Wanneer een levensverzekering uitbetaald moet worden en de begunstigde geen contact opneemt met de verzekeraar, wordt ze na verloop van tijd als ‘slapend beschouwd’. In dat geval moet de verzekeraar een wettelijke procedure voor de opsporing van de begunstigden opstarten. Ook die procedure maakt minister Peeters sneller. Voortaan wordt een verzekeringsovereenkomst na vier maanden als slapend beschouwd in plaats van na zes maanden nu. De bedoeling is dat de begunstigden sneller worden opgespoord en dat sneller wordt overgegaan tot de betaling.
Bovendien krijgt de verzekeraar de mogelijkheid om bij het aflopen van de verzekering, onmiddellijk het Rijksregister en de Kruispuntbank van de sociale zekerheid te raadplegen. De verzekeringsonderneming hoeft voor deze raadpleging dus niet meer te wachten tot de verzekering slapend is geworden. Als de begunstigde na 12 maanden nog niet gevonden is, wordt de verzekering overgedragen aan de Deposito- en Consignatiekas (DCK). Momenteel bedraagt die termijn 18 maanden, maar door de snellere opsporing is een kortere periode voldoende.