Kris Peeters legt krachtlijnen vast voor implementatie Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
Met de Europese politieke akkoorden van juni en september 2013 is een belangrijke stap gezet in de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Alhoewel het volledige detail van het Europese wetgevend werk pas volledig afgewerkt zal zijn tegen mei 2014, is het nodig om binnen Vlaanderen nu reeds voorbereidingen te treffen voor een tijdige implementatie.
Om de vlotte inwerkingtreding van het nieuwe systeem van directe steun te garanderen tegen 1 januari 2015 heeft de Vlaamse Regering daarom op vraag van Minister-President Kris Peeters, tevens bevoegd voor landbouw, een conceptnota goedgekeurd waarin de Vlaamse krachtlijnen van deze hervorming worden beschreven. Op 4 december had de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV) reeds een positief advies over deze nota geformuleerd.
“De hervorming van directe steun heeft een belangrijke impact op de inkomensvorming van een groot deel van de Vlaamse landbouwbedrijven, en op hun vermogen om naast voedselzekerheid ook andere publieke diensten aan te bieden aan de maatschappij. Het is essentieel dat alle wetgevende en administratieve voorbereidingen tijdig starten, zodat landbouwers en andere betrokkenen tijdig geïnformeerd worden over wat er te veranderen staat, en zich hierop kunnen voorbereiden. Het doel van mijn conceptnota is om hieraan bij te dragen.”, aldus Vlaams Minister-president Kris Peeters.
Alhoewel het systeem, de begunstigden en de intensiteit van directe steun ook na de GLB-hervorming in grote mate Europees bepaald zijn, beschikt Vlaanderen nu over enige flexibiliteit bij de implementatie van het nieuwe systeem van directe steun. Deze flexibiliteit laat toe om het Vlaamse directe steun systeem aan te passen aan de eigenheid van de Vlaamse landbouw en aan de specifieke behoeften en mogelijkheden van onze landbouwsector en regio, binnen een niettemin gedetailleerd en strak Europees kader, en met respect voor de doelstellingen van de hervorming. De conceptnota geeft aan wat de krachtlijnen van de directe steun hervorming in Vlaanderen zullen zijn.
1. Betalingsrechten
De bestaande toeslagrechten en speciale toeslagrechten verdwijnen, en worden in 2015 vervangen door ‘betalingsrechten’.
Actieve landbouwers die in 2013 in aanmerking kwamen om directe steun te ontvangen, en in 2015 een aanvraag doen voor directe steun, zullen in 2015 nieuwe betalingsrechten kunnen bekomen. Vlaanderen zal tevens landbouwers die geen directe steun kregen in 2013, maar in dat jaar wijn, sierplanten of groenten en fruit verbouwden of teelden, opnemen als potentiële begunstigden van nieuwe betalingsrechten.
Het aantal betalingsrechten dat een landbouwer in 2015 zal krijgen, is gelijk aan het laagste van het aantal subsidiabele ha dat hij heeft aangegeven in 2013 en in 2015. Het minimumareaal (in 2015) waarvoor betalingsrechten aangevraagd kunnen worden is 2 ha. Bepaalde types grondgebruik zoals “grassen in natuurbeheer” en “spontane bedekking” worden subsidiabel als ze voldoen aan de Vlaamse definitie van “minimum landbouwactiviteit”.
2. Actievelandbouwer
Vlaanderen zal de Europese verplichtingen voor actieve landbouwers nauwgezet uitvoeren, zoals het opmaken van een negatieve lijst waar niet-landbouwinstanties moeten op vermeld worden die niet als actieve landbouwers worden aanzien en dus geen betalingsrechten ontvangen of kunnen activeren.
3. Vergroening
Landbouwers moeten op hun bedrijf de volgende 3 vergroeningsmaatregelen nemen: gewasdiversificatie, het behoud van blijvend grasland, en het aanhouden van ecologisch aandachtsgebied (op 5% van hun akkerbouwareaal).
Vlaanderen zal de behoudsverplichting voor blijvend grasland ook na 2014 hanteren op het niveau van het landbouwbedrijf. Binnen de Natura 2000 gebieden zal milieugevoelig blijvend grasland worden aangeduid en van een perceelsgewijze bescherming genieten.
Wanneer het Europees wetgevend detail van de vergroeningsmaatregel “Ecologisch aandachtsgebied” (EAG) duidelijk wordt, zal Vlaanderen er in 2014 concreet invulling aan geven.
Vlaanderen zal de ecologische effectiviteit laten doorwegen bij de bepaling van de manier waarop vergroeningsmaatregelen kunnen worden ingezet en heeft ook de intentie om collectieve aanleg van EAG mogelijk te maken.
4. Waarde van de betalingsrechten en totale steun per begunstigde
Als gevolg van Europese budgettaire keuzes moeten landbouwers rekening houden met een aanzienlijke daling in de waarde van de betalingsrechten en de totale steun per landbouwer tussen 2015 en 2019. Om deze budgettaire impact zo geleidelijk mogelijk door te voeren, kiest Vlaanderen voor een interne convergentie van de waarde van de betalingsrechten gebaseerd op het Ierse model, met een maximumverlies van 30%, en een variabele vergroeningspremie. De steun aan landbouwers die meer dan 150.000 euro basisbetaling ontvangen wordt maximaal afgeroomd.
5. Betaling voor jonge landbouwers
Vlaanderen zal extra inzetten op jonge starters en kiest ervoor om de betaling voor jonge landbouwers maximaal in te vullen. Jonge, startende boeren ontvangen een vast extra bedrag per hectare, voor maximaal 90 hectare. Het extra bedrag zal berekend worden als 25% van het gemiddeld directe steunbedrag in Vlaanderen.
6. Gekoppelde steun
Bij de hervorming van het Vlaamse directe steun systeem in 2015, zal gekoppelde steun voorzien worden voor de sectoren rundsvlees (10% van enveloppe) en vleeskalveren (1%).
7. Andere optionele betalingen
Vlaanderen zal geen systeem voor kleine landbouwers voorzien, en geen herverdelende betaling invoeren.
8. Randvoorwaarden
Vlaanderen zal zijn randvoorwaarden aligneren op het hervormde Europese kader
9. Vlaams budget voor directe steun
Vlaanderen heeft een akkoord bereikt met de andere gewesten over de verdeling van de Belgische directe steun enveloppe voor de periode 2014-2020. Dit akkoord baseert zich op het behoud van de historische verdeelsleutel.
Vlaanderen zal Pijler II versterken door, op termijn, een deel van de directe steun middelen (pijler I) naar PDPO III (pijler II) te transfereren. Dit zal gebeuren volgens een stappenplan: 0% transfer in 2014, 5% transfer in 2015, 7,5% transfer in 2016 en 10% vanaf 2018. In overeenstemming met de Europese bepalingen ter zake, zal de Vlaamse regering in 2017 hieromtrent een evaluatie maken. De middelen zullen enkel overgeheveld worden naar die Pijler II-maatregelen waar landbouwers rechtstreeks de begunstigden van zijn.
Vlaams Minister-president Kris Peeters besluit: “Als overheid zijn we verplicht om onze landbouwers en andere betrokkenen tijdig te informeren over de veranderingen en uitdagingen die de hervorming van directe steun met zich zal meebrengen. Dit impliceert dat we tijdig de beleidskeuzes vastleggen en communiceren, in overleg met de sector en het middenveld. Het is mijn overtuiging dat de conceptnota hieraan een waardevolle bijdrage levert. Op basis van deze conceptnota zal de administratie verder uitvoering geven aan de hervorming, en Europa inlichten over de Vlaamse beleidskeuzes.”