Kampvuurregel versoepeld: van 100 naar 25 meter minimumafstand
05-07-2013
Kampvuren horen bij jeugdkampen. Ze zijn er even onlosmakelijk mee verbonden als muggenbeten, zonnebrand, boterhammen met Luikse siroop, liedjes en vertier.
Vaak is het kampvuur een dagelijks gebeuren, maar nog vaker is dit vooral het hoogtepunt op het einde van het kamp. Iedereen mag daarbij wat langer opblijven, en de vriendschapsbanden worden voor lange tijd versterkt. Hoeveel koppeltjes zijn er niet ontstaan in de latere uurtjes, bij het schijnsel van de kooltjes van het langzaam dovende vuur?
Sinds lang is het in Vlaanderen echter geen sinecure om een kampvuur aan te leggen. Op veel plaatsen moeten machtigingen aangevraagd worden, en dan nog is een kampvuur strikt genomen verboden op minder dan 100m van bossen (maar ook solitaire bomen, gebouwen, …).
Wetenschappelijke studies uit het buitenland, maar ook bijvoorbeeld de reglementering in het Waals Gewest, maken evenwel duidelijk dat het veilig is om een kampvuur te organiseren tot op 25m van een bos.
Met actieve steun van Vlaams minister van leefmilieu Joke Schauvliege, werd op basis van deze bevindingen in nauw overleg met de jeugdsector, de weg geëffend voor een decretale aanpassing van de kampvuurregels.
Dit decreet werd bij hoogdringendheid in het Vlaams Parlement behandeld. Dat betekent dat vanaf vandaag 3 juli 2013 ook in Vlaanderen een vuur mag worden gemaakt tot op 25 m afstand van een bos. Let wel, dit betekent niet dat plaatselijke verordeningen of tijdelijke beperkingen vervallen of niet meer kunnen. Lokaal maatwerk blijft nog steeds mogelijk.