Journalistiek in tijden van sensatie
19-03-2013
Naar aanleiding van een aanvaring tussen VRT-journaliste Annemie Peeters en voormalig sportverslaggever Carl Huybrechts live op Radio1, schreef Veli Yüksel een opiniestuk over de hang naar sensatie en controverse die de media meer en meer in haar greep krijgt. In dat stuk breekt hij een lans voor gedegen journalistiek, die analyse en duiding brengt. Daarvoor kijkt hij in de eerste plaats naar de openbare omroep. De VRT geniet financiële steun van de overheid, en heeft daardoor niet enkel de luxe, maar ook de plicht om in al haar producties kwaliteit en relevantie na te streven.
Hieronder vindt u de integrale tekst van het opiniestuk.
Grote ophef afgelopen weekend. Carl Huybrechts heeft het aangedurfd om live op Radio1 VRT-journaliste Annemie Peeters in weinig welvoeglijke termen toe te spreken, toen ze hem in een interview vroeg naar de kleine kantjes van wijlen Rik De Saedeleer. Echt welgemanierd was het niet van Huybrechts, maar hij had net een vriend begraven – een beetje consideratie voor zijn knorrigheid mag dan wel, vind ik.
Wat bij mij vooral bleef echoën was de vertwijfelde vraag die Annemie Peeters zichzelf stelde, toen ze door had dat er niemand meer aan de andere kant van de lijn hing. ‘Had ik die vraag niet mogen stellen, misschien?’
De vraag van Peeters leek me inderdaad ongepast. Journalisten mogen in privélevens spitten, wanneer er een maatschappelijk belang is. Maar wat kan in hemelsnaam het maatschappelijk belang zijn van het privéleven van een overleden sportverslaggever?
Deze uitschuiver staat niet op zichzelf. Kranten publiceerden de facebookfoto’s van de slachtoffers van de busramp in Sierre (Zwitserland) zonder toestemming van de ouders. Bij de verslaggeving over de Kasteelmoord drongen fotojournalisten binnen in een afgezette zone waar de rechercheurs opgravingen deden (twee reporters werden opgepakt). En bij het proces De Gelder zijn we wellicht nog niet aan het eind van de primeurjacht, maar werden ook al een aantal deontologische uitschuivers gemaakt, zoals het publiceren van een foto van de verdachte zonder diens toestemming en het publiceren van een getuigenis van zijn ouders, nog voor ze hun verhaal hadden gedaan in de rechtbank.
De media stuwen hun journalisten naar primeurs en spektakel ten koste van nauwkeurigheid en het respecteren van elementaire journalistieke regels. Controverse en sensatie verkopen. En naarmate de concurrentieslag de media in een steeds strakkere wurggreep neemt, hanteren de aandeelhouders steeds meer de commerciële logica: inspelen op de vraag van de consument. We geven de mediagebruiker wat hij wil, en hij is de enige die kan oordelen over de kwaliteit van het product. Pas wanneer de vraag daalt, moeten we overwegen om ons product aan te passen. Deze logica is dodelijk voor kwaliteitsvolle journalistiek.
De media hebben immers een bijzonder belangrijke taak in onze maatschappij. Een democratisch bestel is maar mogelijk wanneer de zogenoemde ‘vierde macht’ haar rol naar behoren vervult en de vrijheid krijgt om dat in alle onafhankelijkheid te doen. Maar die onafhankelijkheid brengt ook een grote verantwoordelijkheid met zich mee. De media hebben de macht om de publieke opinie te sturen, en moeten daar zorgvuldig mee omgaan. Dat wil zeggen dat ze verder moeten kijken dan hun interne logica van scoops, headlines en kijk- en luistercijfers, en ook oog moeten hebben voor wat ze teweegbrengen in de samenleving. De essentiële opdracht van een journalist bestaat erin correcte informatie te verzamelen, feiten te checken en te dubbelchecken, verbanden te leggen, achtergrondinformatie te bieden en te duiden.
De hang naar sensatie en controverse leidt immers tot een verschraling van het maatschappelijke en politieke debat. Bovendien blijkt dit ook een negatieve invloed te hebben op het vertrouwen dat de Vlamingen hebben in de media. Uit cijfers van de Vlaamse overheid (VRIND) blijkt dat dat vertrouwen stelselmatig afbrokkelt. Dat is een alarmerende vaststelling, gezien het eerder genoemde belang van de media als ‘waakhond van de democratie’.
Meer nog dan andere mediaspelers heeft de openbare omroep de taak om zich tegen de lokroep van de sensatie en de controverse te verzetten. Dat private mediaspelers erop ingaan, kan ik begrijpen, hoewel ik het betreur. Zij zijn immers voor hun overleven gebonden aan de wetten van vraag en aanbod. De VRT geniet financiële steun van de overheid, en heeft daardoor niet enkel de luxe, maar ook de plicht om in al haar producties kwaliteit en relevantie na te streven.
Mediakritiek is een gevoelig onderwerp. Zeker voor politici is het dansen op een slappe koord, tussen constructieve kritiek en de vermeende aantasting van de persvrijheid. Maar de media kunnen enkel gebaat zijn bij een debat over haar maatschappelijke rol en haar verantwoordelijkheid. Dat ik daartoe de zaken wat op de spits drijf, weze mij vergeven. Ook ik heb een verleden als journalist.
Veli YükselVlaams volksvertegenwoordiger