Jongeren laten zich niet vangen aan cannabis
24-04-2014
Resultaten van effectmeting van de cannabiscampagne “Laat je niet vangen”
Op 5 november 2014 lanceerde Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen en het Agentschap Zorg en Gezondheid de campagne ‘Laat je niet vangen’. Het doel: jongeren van 14 tot 25 jaar aan het denken zetten over de gezondheidsrisico’s van cannabis en over de misvatting dat iedereen wel eens cannabis gebruikt. Na een half jaar campagne werd aan 1.000 jongeren gevraagd wat zij van de campagne vonden. En wat blijkt? 6 op de 10 jongeren heeft de campagne gezien, wat een zeer hoog bereik is, en 6 op de 10 vond ze ook goed. Maar wat meer is: de boodschap blijkt ook overgekomen: de meeste jongeren zijn of blijven overtuigd van de gezondheidsproblemen en de campagne heeft de jongeren aan het denken (en aan het praten) gezet.
Al snel na de lancering van de campagne bleek ze aan te slaan bij de jongeren: op een paar maanden tijd krijg de facebookpagina van de campagne meer dan 56.000 volgers, wat het wellicht tot een van de snelst groeiende facebookpagina’s in Vlaanderen maakt. Ook de website met cannabisquiz kreeg al snel duizenden bezoekers. Maar wat vonden die jongeren nu van de campagne? Onderzoeksbureau TNS Dimarso vroeg het online aan 1.000 jongeren tussen 14 en 25 jaar. Een aantal resultaten:
Ook bij de ondervraagden bleek cannabisgebruik niet zo wijdverbreid als soms wordt aangenomen. 69% gaf aan nooit cannabis te gebruiken, 16% had ooit gebruikt, maar niet meer de laatste 12 maanden.
6 op de 10 jongeren had de campagne gezien, de meeste via de sociale media en via affiches op school.
Ze hebben de boodschap ook begrepen: 22% zegt dat de boodschap was: “Gebruik niet\minder\stop gebruik”. 15% heeft onthouden “Niet alles te geloven wat er gezegd wordt”. 14% vond de boodschap van de campagne “Het is niet stoer\laat je niet meeslepen.”
6 op de 10 vond het een goeie campagne, slechts 10% vond ze niet goed. Bij de gebruikers zelf verschilt dat: de helft vond de campagne nog goed, 22% van de gebruikers vond ze niet goed.
Wel opmerkelijk: ook bij de gebruikers vond 44% de campagne wel nog geloofwaardig. Kijken we naar het totaal, dan vind 62% de campagne geloofwaardig.
2 op de 3 jongeren vond de campagne ook gemakkelijk te begrijpen, minder dan 1 op de 10 vond ze moeilijk.
40% geeft aan dat de campagne hen gemotiveerd heeft om na denken over cannabisgebruik en de risico’s voor de gezondheid. Qua effectiviteit is dat een zeer hoog resultaat, vanaf 30% spreekt men van een effectieve campagne.
1 op de 5 jongeren is aan het denken gezet over de gezondheidsrisco’s, 7 op de 10 zag in de campagne een bevestiging van hun kennis over de gezondheidsrisico’s.
4 op de 10 jongeren heeft door de campagne zijn beeld over cannabis bijgesteld en 1 op 4 geeft aan nu meer te weten over de gezondheidsrisico’s.
1 op 4 heeft naar aanleiding van de campagne met iemand gesproken over cannabisgebruik, vooral met vrienden.
Minister Jo Vandeurzen: “Deze cijfers geven aan dat de campagne zijn doel niet gemist heeft. Jongeren zijn beginnen nadenken over cannabis. En ze laten zich niet vangen: de meeste jongeren lijken wel degelijk te beseffen dat cannabis niet zo onschuldig is en niet zo vaak gebruikt wordt als soms beweerd wordt. Het valt mij wel op uit deze cijfers dat recente gebruikers daar minder van overtuigd zijn: ik nodig hen dan ook uit hun eigen ervaringen tegen deze cijfers te leggen, en wie weet, hun mening bij te stellen.”