Jeugdzorg: beter voorkomen ...
05-07-2011
Voorbije jaren nam de instroom in de bijzondere jeugdzorg zorgwekkend toe. Voorkomen dat jongeren hierin terecht komen is prioriteit en vereist maatregelen op verschillende beleidsdomeinen en -niveaus. Wie toch met jeugdhulpverlening te maken krijgt, moet kunnen rekenen op gepaste en kwaliteitsvolle hulp. Op beide domeinen is er nog heel wat werk aan de winkel.
In navolging van het werk van de commissie ad hoc Jeugdzorg, diende volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers met een aantal collega’s dan ook een motie van aanbeveling in. Het Vlaams parlement keurde die dinsdag goed en geeft hiermee een niet mis te verstaan signaal aan de regering om actie te ondernemen ten behoeve van de Vlaamse kinderen en jongeren.
In 2000 kwamen 14.789 kinderen en jongeren in contact met de bijzondere jeugdzorg. In 2009 waren dat er 24.422. Deze enorme stijging kan niet alleen verklaard worden door de toegenomen nataliteit. Het gaat om een steeds groeiend segment binnen de totale jongerenpopulatie in Vlaanderen (0,98% in 2000 tegenover 1,53% in 2008). Bovendien komen kinderen op steeds jongere leeftijd in contact met de bijzondere jeugdzorg.
“Hoe komt dat?” was de op te lossen vraag voor de commissie ad hoc Jeugdzorg die in het begin van dit jaar van start ging en recent haar conclusies bundelde in een maatschappelijke beleidsnota. Experts, getuigen uit het werkveld en wetenschappers halen zowel evoluties binnen de jeugdhulp als maatschappelijke veranderingen aan als verklaring.
In de motie, tot stand gekomen onder impuls van CD&V, worden tal van concrete vragen over diverse beleidsdomeinen naar voor geschoven. Katrien Schryvers somt er een aantal belangrijke op Zo wordt aan de Vlaamse onder meer gevraagd om
inspanningen te doen om het sociaal weefsel en het sociaal kapitaal van gezinnen uit te breiden en te verstevigen en in te zetten op een warme samenleving waarin mensen elkaar kennen en het voor elkaar opnemen, o.m. door ondersteuning van wijkraden en buurtcomités;
een nieuw systeem van gezinsondersteuning te ontwikkelen dat lokaal verankerd is. Hier moeten ouders vragen kunnen stellen, info kunnen bekomen, andere ouders kunnen ontmoeten en ervaringen uitwisselen over hun kinderen van elke leeftijd (babybabbel, kinderklap, tienertalk);
kinderen en jongeren te begeleiden in moeilijke situaties. CD&V vraagt te onderzoeken of bemiddeling niet kan verplicht gemaakt worden wanneer kinderen betrokken zijn in conflictueuze relatiebreuken;
wie in contact komt met kinderen in de schoolomgeving of in de vrijetijdssfeer te vormen om meer oog te hebben voor het welbevinden van kinderen en jongeren, te kunnen omgaan met diversiteit, problemen te detecteren en te weten hoe en waar meldingen en doorverwijzingen kunnen gebeuren;
bijzondere aandacht te hebben voor kwetsbare doelgroepen;
te voorzien in een naadloze aansluiting van bijzondere jeugdzorg naar volwassenenhulpverlening; Problemen stoppen niet plots op 18.
pleegzorg naar voor te schuiven als gezinsgerichte hulpverleningsvorm, zeker voor de jongste kinderen; Recent legde Katrien Schryvers hiertoe een groenboek neer.
inzake het beleid op het vlak van milieu en ruimtelijke ordening een ‘kindreflex’ te hebben en dus ook hierbij rekening te houden met kinderen en jongeren; Enkel zo kan echte ruimte voor kinderen gegarandeerd worden.
de noodzaak van de ‘knipperlichtprocedure’ te erkennen, waardoor diverse kleinere tekenen of signalen toch kunnen leiden tot opvolging. Zeker voor de detectie van misbruik of geweld kan dergelijk systeem bijdragen tot een sneller ingrijpen;
de kwaliteit en kwantiteit van de hulpverlening te verbeteren.
Te zorgen voor continuïteit in de hulp en een vertrouwenspersoon, zodat kinderen en jongeren niet telkens opnieuw hun verhaal moeten doen, maar hulp wordt geboden rekening houdend met de ‘geschiedenis’ van de jongere.
“Het is ieders verantwoordelijkheid en plicht om jongeren van tegenwoordig te laten opgroeien in een geborgen en veilige omgeving,” aldus Katrien Schryvers “die plicht begint en eindigt niet met de hertekening of uitbreiding van enkel de bijzondere jeugdzorg zelf, maar vraagt inspanningen over alle sectoren heen. Want voorkomen blijft nog altijd belangrijker dan genezen.”