Inburgeringsbeleid moet vooral efficiënt zijn
25-02-2013
De CD&V-fractie onderschrijft de doelstelling om de versnippering in de integratie- en inburgeringssector aan te pakken. Dit is in het belang van de duidelijkheid voor de gebruiker, en van de efficiëntie en de effectiviteit van de ingezette middelen.
Reeds in 2011 formuleerde Vlaams volksvertegenwoordiger Ward Kennes tijdens de hoorzitting over de hervorming van de sector heel wat kritische bedenkingen. De aanvankelijke plannen van de minister werden toen zeer lauw onthaald door het middenveld en de betrokken sector. Daarop werden de plannen zonder verder overleg bijgestuurd met de oprichting van een privaatrechtelijke EVA als verrassend eindpunt. Hoe het middenveld en de knowhow die de sector decennialang opbouwde een plaats krijgen in die EVA-structuur, is voorlopig volkomen onduidelijk.
Socio-economische participatie
In zijn hervormingsvoorstel besteedt de minister terecht veel aandacht aan taalverwerving. Ward Kennes vreest echter dat er te eenzijdig wordt gefocust op de culturele integratie door de kennis van het Nederlands en het verplichte inburgeringstraject, maar dat de sociaal-economische integratie onvoldoende aan bod komt.
CD&V wil mensen meer kansen geven door Nederlands te leren en in te burgeren, maar ook door te participeren aan de arbeidsmarkt en sterker te maken op de huisvestingsmarkt.
“Het voorstel van de minister om het niveau van de taallessen te verhogen van A1 naar A2 onderschrijven we,” aldus Ward Kennes, “maar dit heeft geen zin als het aanbod Nederlands voor anderstaligen niet voldoet aan de vraag. De sociaal-economische en de socio-culturele participatie moeten in evenwicht zijn en elkaar versterken. En op beide terreinen moet het middenveld voor de christendemocraten zijn rol blijven spelen.”
Efficiëntie
CD&V wil van minister Bourgeois meer duidelijkheid over de keuze voor een EVA. Zowel omwille van de organisatie en de plaats van de bestaande diensten en instellingen, maar ook omwille van de kostprijs die hiermee gepaard dreigt te gaan. Het advies van de inspectie van Financiën stelt de verhoging van de personeelskosten, de overnamekosten van infrastructuur en materiaal, en het opdrogen van subsidiestromen scherp aan de orde.
De efficiënte inzet van de middelen voor inburgering is al langer een pijnpunt. Zo werden middelen vrijgemaakt voor de invoering van een starterspakket voor familiemigranten in het land van herkomst. Op schriftelijke vragen van Ward Kennes hierover, antwoordde de minister dat niemand van de gezinsherenigers die dit pakket hadden ontvangen de vrijstellingstoets MO heeft afgelegd, of een voldoende kennis had om vrijstelling te krijgen voor NT2. Uit de opgevraagde cijfers blijkt ook dat het pakket slechts 59 keer door Marokkaanse, 39 keer door Turkse en amper 6 keer door Russische migranten werd ‘bekeken’.
“De bedoelingen achter dit starterspakket zijn goed, maar de magere resultaten maken duidelijk dat de beschikbare middelen efficiënter moeten worden ingezet. De oprichting van een privaatrechtelijke EVA is in dat verband allesbehalve geruststellend,” besluit Ward Kennes. Hij wil bijkomend overleg met het kabinet Bourgeois.