Alle hens aan dek in de zorgsector, waar artsen en verpleegkundigen er alles aan doen om besmette patiënten met de beste zorgen te omringen. Karen Van Hove is beroepshalve verbonden aan de Dienst Intensieve Zorgen van het UZ Antwerpen en getuigt over de zware taak die momenteel op de schouders van haar en haar collega’s rust.
De Dienst Intensieve Zorgen telt momenteel 45 bedden, verdeeld over 5 zones. Op dit ogenblik zijn een 26-tal COVID19-patiënten opgenomen, de voorziene capaciteit bedraagt 30 bedden. Deze wordt nog verder uitgebreid met 6 extra bedden. Het aantal zones op Intensieve Zorgen wordt gereorganiseerd en van 5 naar 8 gebracht.
Karen: “Op onze dienst - INZO4 - was de eerste piek er vanaf 20 maart. Zelf heb ik toen 8 opeenvolgende nachtendiensten gedraaid; we waren toen continu in de weer zonder tijd voor wat pauze of om iets fatsoenlijk te eten. Patiënten komen naar intensieve wanneer ze veel extra zuurstof nodig hebben. De screening daarvoor gebeurt onder andere via spoedopname; andere patiënten komen van andere afdelingen indien er vermoeden van COVID19-besmetting is. Daarnaast heb je ook mensen van wie de testresultaten nog niet bekend zijn, maar die meteen intensieve zorgen nodig hebben. En niet vergeten: er zijn ook nog de niet-COVID19 besmette patiënten op onze afdeling. Wij staan immers ook in voor traumapatiënten (UZA is een erkend traumacentrum). Wie thuis is, gaat aan het klussen en dat vertaalt zich in ‘klusongevallen’ met bekkenfracturen, complexe breuken, enz.”
Angst voor het onbekende
Op televisie zien we reportages over de drukte in de ziekenhuizen en de toenemende stress die dat met zich meebrengt voor al wie er werkzaam is. Niet alleen omwille van de extra drukte, maar ook de angst voor het onbekende en de schrik om zelf besmet te raken.
Karen: “Een dergelijke situatie heb ik simpelweg nog nooit meegemaakt. Onze hele afdeling is echt ‘omgebouwd’. Er zijn extra wanden geplaatst, muren zijn uitgebroken… alles is heringericht waardoor ook de hele flow ‘van vuile naar propere zones’ is aangepast (nvdr: besmette en niet-besmette zones).
Ook de procedures zijn enorm strikt. Om de twee uur wissel je als verpleegkundige tussen de besmette en propere zone. In de propere zone bereid je de volgende shift tussen de patiënten voor. Dat betekent collega’s briefen, medicatie klaarmaken, updates doornemen, contact nemen met de familie van patiënten, overleggen met de artsen… De wissel gaat telkens gepaard met een strenge aan- en uitkleedprocedure. Daarbij ben je telkens met twee verpleegkundigen en moet je samen een checklist afwerken. Hoe je je moet uitkleden, hoe je moet ontsmetten… dat staat allemaal minutieus beschreven. Deze procedure zorgt er ook voor dat artsen en verpleegkundigen niet zomaar in en uit kunnen lopen en maakt dat het werk enorm wordt vertraagd. Gelukkig kunnen we tussen de verschillende zones met elkaar communiceren via een parlofoonsysteem en zijn die verschillende zones met COVID19-patiënten met elkaar verbonden.
De onwetendheid over het virus zorgt voor veel wissels in de aanpak en geldende procedures. Op basis van nieuwe kennis en informatie wordt er voortdurend bijgestuurd. Ook dat zorgt voor heel veel bijkomende stress: je start een nieuwe shift en plots is alles opnieuw anders.”
Beschermingsmateriaal
Ook in het UZ Antwerpen blijft het gebrek aan voldoende beschermingsmateriaal de werking onder druk zetten; ook op de dienst intensieve zorgen. Dat terwijl gepaste bescherming hier van cruciaal belang is. Het gebruik van beademingsmachines zorgt voor rechtstreeks contact met de longen, dat vraagt om strenge voorzorgen.
Karen: “Er is inderdaad een gebrek aan beschermingsmateriaal, mondmaskers en zeker de FFP2 en FFP3-maskers zijn een probleem. Uit noodzaak gebruiken we andere schorten: zwaardere schorten die niet ventileren en waardoor je liters zweet verliest, of soms ook schorten die minder bescherming geven. De grote leveranciers van dat materiaal zitten in China, maar daar is nu heel weinig marge. Iedereen bestelt, maar niemand kan volgen. Op onze afdeling werken we ook met volledige spatmaskers of de zogenaamde ‘skibrillen’. Alleen zorgen die voor een enorme druk met hoofdpijn tot gevolg. De striemen in ons gezicht, daar maken we ons al niet meer druk in. Ideaal nu zijn de zogenaamde PAPR-systemen: een kap met volledig gezichtsscherm en ventilatie, alleen zijn daarvoor dan weer te weinig ventilatoren.
We redden ons wel, maar de schrik om zelf besmet te geraken, weegt op het team. Zeker bij oudere collega’s die meer tot de risicogroep behoren. Wij staan echt in de frontlinie en je wil natuurlijk ook je familie niet besmetten; ik ben zelf mama van drie kinderen… Ik heb een paar collega’s die intussen thuis zijn, soms ook uit voorzorg – bv. bij zwangerschap - omdat er nog te weinig is geweten over het virus. Die draagkracht kan nog problemen geven: het aantal bedden opdrijven is op zich geen probleem, wel voldoende personeel beschikbaar houden. Er is verpleegkundig personeel dat vrijwillig wil overkomen van andere diensten, maar die hebben eerst bijkomende opleiding nodig. Wellicht is het daarvoor nu vrij laat.”
Mentaal zwaar
De behandeling van COVID19-patiënten op een Dienst Intensieve Zorgen vraagt veel van het medisch personeel. Enerzijds is het precisiewerk, als vraagt het draaien van patiënten ook veel fysieke inspanning, en anderzijds is er een niet te onderschatten psychologische impact.
Karen: “Patiënten die bij ons worden binnengebracht hebben een beeld van wat hen te wachten staat. Iedereen ziet de beelden op televisie. Mensen zijn dan ook angstig. We trachten dat te ondervangen door heel veel uitleg te geven over de behandeling, zeker wanneer we moeten intuberen. Dit is het machinaal beademen waarbij de patiënt in coma wordt gebracht. Die beademing duurt ongeveer drie weken en de patiënt wordt hiervoor in buiklig geplaatst. In die positie wordt de achterzijde van de longen gebruikt omdat het longoppervlak daar het grootst is. Maar dat betekent tegelijkertijd dat je om een patiënt te verzorgen en dus ook te draaien, tot vier-vijf collega’s nodig hebt. Dat regelmatig draaien, terug naar ruglig, is ook nodig om drukletsels te vermijden.
Mentaal is het zwaar: er is nauwelijks contact met familie, er mag geen bezoek zijn, mensen zitten met zoveel vragen. Sommige patiënten vragen voor ze in slaap worden gebracht om afscheid te mogen nemen voor het geval dat… Dat moet dan telefonisch gebeuren via speaker, in best chaotische omstandigheden. Je wil dat de mensen echt wel gunnen, maar dat leidt tot heel pakkende momenten. Dan kan je zelf de tranen ook niet bedwingen.
Bij oudere mensen die besmet zijn, moet je ook afwegen of een behandeling überhaupt nog zin heeft. Wat is de kans op slagen? Vooral bij mensen met een medische voorgeschiedenis is dat niet evident. Die afwegingen te moeten maken, geeft uiteraard ook mentale druk.
Dat geldt zeker ook voor de studenten die momenteel bij ons als stagiair actief zijn; die hebben het heel zwaar. Maar met toestemming van de school en de studenten zelf is beslist om de stages te behouden. Mochten de stages niet doorgaan, dan betekent dat een vertraging in het afstuderen en dus in de toekomstige toevoer van personeel.”
Volg de maatregelen
De symptomen van het COVID19-virus zijn heel grillig. Sommige patiënten vertonen weinig tot geen uiterlijke kenmerken, maar dienen toch te worden behandeld op basis van de lage zuurstofwaarden die gemeten worden in het bloed. Bovendien kan het virus zich heel snel verspreiden. Net daarom zijn de voorzorgsmaatregelen die nu van kracht zijn zo belangrijk.
Karen: “Contact moet simpelweg vermeden worden. We mogen dit virus echt niet onderschatten. Iedereen kan trouwens besmet raken; er liggen bij ons jonge mensen van 35 jaar op intensieve zorgen.
Sommige plaatsen blijven ook echt risicovol: het openbaar vervoer bijvoorbeeld, al is het natuurlijk quasi onmogelijk om dat te sluiten. Maar door regelmatig de handen te wassen en de regels op vlak van social distancing te respecteren kunnen we het tij keren. Iedereen moet daar verantwoordelijkheid opnemen, ter bescherming van jezelf én de anderen. En gebruik alsjeblief je gezond verstand. Ik word gek van al die vragen… ‘Mag dit? Mag ik dat?’; de richtlijnen zijn heel duidelijk en dus is bijvoorbeeld nu samentroepen buiten de bubbel van het gezin niet OK. Het is goed dat men daar op reageert en streng optreedt. De regels aan je laars lappen voelt echt als een slag in het gezicht van mij en mijn collega’s. Laat ons luisteren naar de experten en beseffen dat dit niet zo maar snel voorbij zal zijn. Net daarom is het belangrijk dat nu werk wordt gemaakt van een vaccin.”
Dankbaar
Mensen in de zorg zetten op dit ogenblik alle zeilen bij. De vele steunbetuigingen zijn een hart onder de riem. Op de Dienst Intensieve Zorgen van het UZ Antwerpen geniet men van de fijne attenties die er met de regelmaat van de klok worden bezorgd.
Karen: “Die initiatieven zijn echt een steun. Het voelt echt aan dat het ‘speciaal voor ons’ is. Het applaudisseren, de bloemen, tekeningen, wafeltjes, pizza’s… die we mogen ontvangen, dat is heel fijn. Ik hoop dat die appreciatie ook na de crisis blijft en dat iedereen beseft hoe belangrijk ons zorgsysteem is, en dus ook de mensen die er werken. Wie weet geeft het een boost aan mensen om voor deze sector te kiezen. Al blijft het echt wel een roeping, het feit dat we nu zo in de kijker staan werkt misschien positief. Terecht weerklinkt de roep om werk te maken van betere werkomstandigheden en zo het beroep aantrekkelijker te maken.
Intussen doen we verder ons uiterste best. We weten niet hoe lang deze situatie nog zal aanhouden, wat er nog komt. We draaien momenteel van shift naar shift, al weten we pas heel kort van te voren wat de planning is. Op vier weken tijd zal ik 20 nachten gedraaid hebben, dat weegt na een tijdje.
Alle verlof dit voorjaar is ingetrokken; en over juli en augustus is er onduidelijkheid. Ook dat geeft natuurlijk onzekerheid.
Gelukkig springen mensen bij van andere diensten die nu gesloten zijn. En we krijgen psychologische ondersteuning vanuit het ziekenhuis. Daar wordt veel gebruik van gemaakt, gewoon ook om te kunnen ventileren. Zeker voor mensen die alleenstaand zijn is dat heel belangrijk. We hopen op het beste en trachten gezond te blijven.”
>> Gezondheid en de zorg voor onze dierbaren is dé prioriteit
>> CD&V wil drempels bij terugbetaling psychologische zorg wegwerken