In Brussel spijbelt één leerling op 20
24-04-2014
Het aantal problematische afwezigheden bij Brusselse leerlingen in het Nederlandstalig onderwijs is in 2012-2013 toegenomen, zo blijkt uit cijfers die Brussels volksvertegenwoordiger Bianca Debaets (CD&V) opvroeg bij Guy Vanhengel, VGC-collegevoorzitter bevoegd voor Onderwijs. In percentages tegenover de gehele schoolbevolking blijft het aantal spijbelaars wel stabiel in vergelijking met voorgaande jaren. In het Secundair Onderwijs ligt het schoolverzuim op 5%, in het Basisonderwijs beneden de 1%.
Opmerkelijk is dat spijbelaars vaker scoren op de kansarmoede-indicatoren thuistaal niet-Nederlands, laag opleidingsniveau van de moeder en bij schooltoelage. Zo blijken van de 740 spijbelaars in het SO er 560 indicatorleerling te zijn. Het schoolverzuim bedraagt bij jongens met 413 spijbelaars in het SO hoger dan bij meisjes (327).
Voor Brussels volksvertegenwoordiger Bianca Debaets en Vlaams volksvertegenwoordiger Paul Delva (CD&V) is het belangrijk dat spijbelen niet zomaar blauw blauw wordt gelaten maar er wel degelijk consequenties aan verbonden worden. “In het verleden was dat niet steeds het geval. Op aandringen van CD&V is sinds 2009-2010 de leerplichtcontrole in het Brussels Gewest verstrengd.” En met gevolg: in het schooljaar werden 2012-2013 71 dossiers van recidiverende spijbelaars aan het Parket overgemaakt. Een lichte verbetering tegenover 2011-2012, toen 104 dossiers bij het parket belandden.