In ons land wachten meer dan 1.300 mensen op een nieuw hart, een nieuwe lever, nieren of longen. Jo en Hanne waren twee van deze mensen. Hieronder lees je hun verhaal.
Jo Emmers, uit Leuven, kreeg meer dan zes jaar geleden een nieuwe nier en een nieuwe toekomst.
Jo Emmers: “Kort na mijn geboorte zagen de dokters dat ik afwijkende nierwaarden had. Jarenlang merkte ik er niets van, tot ik mij in 2003 moe voelde en last had van krampen in mijn benen. Bij een controle in het ziekenhuis zagen ze dat mijn nieren er fel op achteruit waren gegaan, waarna ik een aangepast dieet kreeg. Maar toen ik in 2009 een zware longontsteking kreeg, vertelden ze me in het ziekenhuis dat het geen twee jaar meer zou duren vooraleer ik aan de nierdialyse zou moeten. En de dokters hadden gelijk: anderhalf jaar later ben ik met de dialyse begonnen en werd ik op de transplantatielijst gezet.” De wachtlijst voor een transplantatie is – afhankelijk van je bloedgroep - vaak lang. Jo heeft bloedgroep O en de wachttijden kunnen daar oplopen van twee tot vier jaar. Daarom wordt ook vaak overwogen dat een familielid een orgaan afstaat. “Toen mijn vader hoorde dat ik op een wachtlijst stond voor een transplantatie, was hij overtuigd: hij zou een van zijn nieren aan mij afstaan.”
Het leven gaat verder
De dokters deden verschillende onderzoeken om te zien of Jo’s vader een ‘match’ was. “Ondertussen bleef ik op de wachtlijst staan. Ik nam de nodige rust, maar ging gewoon verder met mijn leven. Toen een vriend mij in mei uitnodigde voor zijn verjaardagsfeest in Polen, twijfelde ik dan ook geen seconde
en besloot ik naar daar te gaan. Doordat ik op de wachtlijst stond, was een bezoek aan het buitenland geen evidentie. Wanneer het ziekenhuis een orgaan voor je heeft, bellen ze je op en moet je binnen de twee à drie uur in het ziekenhuis staan. Wanneer je naar het buitenland gaat en je niet binnen die tijdspanne in het ziekenhuis kunt geraken, moet je je even op non-actief zetten op de wachtlijst. Zo verspillen de dokters geen tijd om andere mensen te helpen die op de wachtlijst staan. Daarom zette ik mij tijdelijk op non-actief toen ik naar Polen ging. Sommige mensen willen geen enkele kans missen, gaan nooit op reis en blijven gewoon thuis. Ik niet. Ik wilde mijn leven niet drastisch veranderen. Wanneer je je op non-actief zet, kom je trouwens ook nooit te weten of je in die periode een orgaan gemist hebt of niet. Ik nam mijn dialysemachine mee in het vliegtuig en trok met een gerust hart naar Polen.”
Dubbel gevoel
Toen Jo terugkwam van zijn vakantie in Polen, stond zijn vader hem op te wachten aan de luchthaven van Charleroi, met niet zo positief nieuws. “De onderzoeken van mijn vader zagen er heel gunstig uit. Maar hij mocht uiteindelijk geen nier afstaan aan mij. De operatie zou voor hem te zwaar en te complex zijn geweest. Op dat moment had ik een dubbel gevoel. Ik was ontgoocheld omdat ik dacht dat ik eindelijk een nieuwe nier zou krijgen en niet meer aan de dialyse zou moeten. Tegelijkertijd was ik ook opgelucht. Ik vond het fantastisch dat mijn vader zo’n ingreep wilde doen voor mij, maar dat maakte me ook angstig. Zo’n ingreep houdt namelijk altijd risico’s in.” Jo bleef ondertussen op de wachtlijst staan. Wachtend op een geschikte donornier.
Van het circus naar het ziekenhuis
16 september 2011 was dé dag voor Jo. De dag waar hij al maanden op wachtte: hij zou een nieuwe nier krijgen. “Die avond trad ik op bij Circus Ronaldo in Mechelen. Een half uur voor de voorstelling begon, klopte er iemand op de deur van de woonwagen waar we even uitrustten. Een politieman zei me dat ik onmiddellijk naar het ziekenhuis moest bellen. Mijn ouders waren op dat moment met vakantie en ik dacht dat er iets ernstigs gebeurd was met hen. Tot de agent zei dat er een nier gevonden was voor mij. Blijkbaar kon het ziekenhuis mij niet bereiken en hebben ze daarom mijn ouders opgebeld. Mijn vader vond er niets beters op dan de grove middelen in te zetten en de politie op het circus af te sturen zodat ze mij zeker zouden vinden en ik op tijd in het ziekenhuis zou geraken (lacht).” Met zijn circuskostuum aan trok hij naar het ziekenhuis. “De dag nadien brachten ze mij om half drie in de namiddag naar de operatiezaal en drie uur later had ik een nieuwe nier.”
Levens redden
“Weet je wat ik zo schoon vind? Ik heb nu een orgaan van iemand die ik niet ken, maar dankzij deze persoon heb ik extra tijd en levenskwaliteit gekregen, en dat is onbeschrijfelijk. Ik snap dat het voor de familie in kwestie niet makkelijk moet geweest zijn. Een dood gaat vaak gepaard met een immens verdriet. En in die eerste momenten dat je iemand verliest, wil je niet nadenken over orgaandonatie. Toch kun jij ervoor zorgen dat de dierbare die je verloren hebt, nog tot wel acht mensenlevens kan redden. Je hebt de dood van je man, vrouw, nicht, neef of ander familielid niet kunnen voorkomen, maar je kunt wel met zijn of haar dood andere overlijdens vermijden. En dat is zó waardevol. Daarom is het ook goed om te weten dat je bij je gemeentehuis kunt registreren als orgaandonor. Wanneer je leeft, weet je dat je je na je dood nog iets kunt betekenen voor zovele andere mensen.”
Een tweede kans gekregen
Na zijn transplantatie maakte Jo kennis met Transplantoux, een organisatie die op een gezonde en leuke manier een sportieve levensstijl bevordert na een transplantatie. Om de twee jaar beklimmen ze in juni met de fiets de Mont Ventoux. Het is dankzij hen dat Jo terug zijn sportieve fietsgewoontes heeft opgepikt. “Met zovele zielsverwanten tonen we zo dat getransplanteerden een normaal leven kunnen leiden, geweldige sportprestaties kunnen neerzetten en veel meer kunnen dan we misschien allemaal denken. Ik ben gelukkig en dankbaar dat ik een tweede kans heb gekregen in m’n leven, dankzij mijn orgaandonor.”
Hanne De Meyer is geboren met mucoviscidose. Ondanks haar ziekte bleef ze de dingen doen die ze graag deed. Een kleine tien jaar geleden ging haar gezondheid echter achteruit en onderging ze op haar 23ste een dubbele longtransplantatie.
Tien jaar geleden had Hanne constant zuurstof nodig. Iedere inspanning was een hele opgave en gaan werken was helemaal niet aan de orde. Een transplantatie drong zich dan ook op.
Hanne: “Na drie maanden wachten, was het zover en onderging ik mijn transplantatie. Die is vlot verlopen. Na negentien dagen mocht ik het ziekenhuis verlaten en kon ik thuis verder revalideren. Toch heb ik vrij snel terug de draad kunnen opnemen met het dagelijkse leven. Natuurlijk moest ik in die eerste jaren na de transplantatie nog regelmatig op controle naar het ziekenhuis in Leuven.”
Via het ziekenhuis leerde Hanne Transplantoux kennen. Zij bevorderen op een gezonde en leuke manier een sportieve levensstijl na een transplantatie. “Na een transplantatie is het belangrijk om te gaan sporten. Transplantoux zorgde ervoor dat ik er de nodige motivatie voor kon opbrengen. Ondertussen is sporten een belangrijk deel van mijn leven geworden. Ik kweek er niet enkel een goede conditie mee waardoor mijn nieuwe longen goed hun werk kunnen doen, maar maakte ook vrienden voor het leven. Bovendien krijg je door het sporten de kans om fantastische ervaringen op te doen. Zes jaar geleden beklommen we met een groepje de Col du Galibier met de fiets. En begin dit jaar nam ik deel aan de World Transplant Winter Games in Zwitserland. Ik vertegenwoordigde er België in het langlaufen. Geen gemakkelijke opdracht, maar het heeft me enorm veel voldoening gegeven.”
De transplantatie zorgde ervoor dat Hanne terug perspectief kreeg in haar leven. Niet enkel door het sporten, maar ook doordat ze kon gaan werken. Een jaar na haar transplantatie ging ze aan de slag in een thuiszorgwinkel. “Mijn werkgever ontvangt de Vlaamse ondersteuningspremie waardoor ik vier uur minder kan werken in de week, zonder loonverlies. Hierdoor wordt mijn afwezigheid voor mijn werkgever gecompenseerd.”
Hanne is haar donor dan ook enorm dankbaar voor de nieuwe toekomst die ze gekregen heeft en weet als geen ander wat voor een cruciale rol orgaandonoren spelen. Ze doet daarom ook een mooie oproep: “Laat je registeren als orgaandonor. Op die manier kun je veel mensen een nieuw leven en een nieuwe kans bezorgen. Want geluk geeft leven en leven geeft geluk!”
Meer dan 300 donoren helpen jaarlijks vele mensen aan een nieuwe toekomst. Jij kan een van hen zijn! Ga naar je gemeentehuis en registreer je als orgaandonor, want orgaandonatie redt levens. Wil je er meer over te weten komen? Klik hier en lees meer over het wetsvoorstel van Nathalie Muylle over meer openheid rond orgaandonatie.