Op dit moment zijn er naar schatting zo’n 140.000 verschillende chemische stoffen in de handel. Slechts één percent daarvan is al onderzocht op veiligheid inzake hormoonverstorende eigenschappen. “Nochtans heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in 2002 al gewezen op de risico’s die hormoonverstoorders hebben op onze normale lichamelijke werking”, stelt Vlaams volksvertegenwoordiger Cindy Franssen (CD&V).
Zij diende daarom een voorstel in met de verplichting om te sensibiliseren rond hormoonverstorende stoffen. Deze stoffen zijn chemicaliën die de natuurlijke hormonen in ons lichaam nabootsen of ingrijpen op hun werking. Het is bijzonder moeilijk om helemaal niet blootgesteld te worden aan hormoonverstorende stoffen. Ze zijn overal aanwezig in onze leefomgeving; we komen ermee in aanraking via plastic verpakkingen, verven in huis, speelgoed voor kinderen, cosmetica en verzorgingsproducten, vloerbedekking ... Ook in ons leefmilieu zijn hormoonverstoorders aanwezig. Ze zijn vaak geurloos, kleurloos en smaakloos. Uit het milieu kunnen ze slechts zeer moeilijk of zelfs helemaal niet meer geëlimineerd worden.
Vlaanderen is bevoegd om onderzoek te doen naar hormoonverstorende stoffen en om preventiemaatregelen te nemen. Nu leidt dat voornamelijk tot vermeldingen op belangrijke websites, folders of documentaires op televisie. Dit moet zeker uitgebreid worden naar verschillende doelgroepen en in verschillende settings.
Op Vlaams niveau diende Cindy Franssen een voorstel in waarbij ze aan de Vlaamse regering vraagt om de bevolking maximaal te informeren en te sensibiliseren. Niet alleen over de aanwezigheid en gezondheidsrisico’s van hormoonverstorende stoffen in consumptiegoederen, maar ook over de manieren waarop iemand aan die stoffen kan worden blootgesteld en over haalbare alternatieve oplossingen. Zo kan de bevolking met kennis van zaken haar consumptiegewoontes aanpassen.
Cindy Franssen: “Het is cruciaal om te focussen op verschillende zaken tegelijk. Men moet werk maken van een kennisplatform en monitoring alsook op wetenschappelijk onderzoek en samenwerking. Gelijktijdig moeten we homoonverstorende stoffen elimineren, maar ook sensibiliseren en preventief handelen. En zeker voor kwetsbare doelgroepen zoals zwangere vrouwen.”
De Europese Unie is uiteraard de belangrijkste arena om structurele maatregelen te treffen inzake eliminatie en verbodsbepalingen aangezien we in een eengemaakte markt leven waar er vrij verkeer van goederen is. Het meest efficiënt is dan ook dat de verbodsbepalingen voor de hele Europese Unie gelden. Toch wil ze via een pragmatische aanpak op nationaal niveau het goede voorbeeld geven. Hoe meer lidstaten actie ondernemen, hoe groter het draagvlak voor de EU wordt om geharmoniseerde regels te treffen. Denemarken, Frankrijk en Zweden wilden bijvoorbeeld niet wachten op Europese wetgeving. Ze ontwikkelden zelf strategieën en ondernamen actie om hun volksgezondheid te beschermen.
Cindy Fransen strijdt al langer tegen hormoonverstorende stoffen in onze omgeving. Wat zijn deze stoffen precies en waarom zijn ze zo gevaarlijk?
Lees er alles over in dit interview met Cindy Fransen.