Honderden Vlamingen wachten al meer dan 3 jaar op een uitspraak van de raad voor vergunningenbetwistingen over hun bouwplannen
05-11-2014
Ondanks:
- drie codexwijzigingen op vraag van of sterk geïnspireerd op suggesties van de leden van de Raad voor Vergunningsbetwistingen zelf,
- honderdduizenden euro aan extra werkings- en personeelsmiddelen,
- vijf jaar op rij slechte pers en kritische vragen uit het parlement,
blijft de Raad haar verantwoordelijkheid ontlopen, schuift ze de verantwoordelijkheid door naar de politiek en blijft haar achterstand groeien. Dossiers waar vele mensen bij betrokken zijn, bouwinitiatieven voor meerdere woongelegenheden, … Het gaat intussen om 540 betwiste bouwdossiers met een veelvoud aan betrokkenen.
Lode Ceyssens: ”Op deze manier blijft het goede bestuur waar Vlaanderen voor wil staan dode letter en wordt het geloof in een betrouwbare partnerschap met de overheid blijvend geschaad. Ondanks drie codexwijzigingen, verschillende budgetverhogingen bij de verschillende begrotingen, het uitwerken van nieuwe rechtstechnieken, slaagt de Raad er nog steeds niet in om dat te doen wat de Vlaamse burger van haar verwacht: een vlotte en verdedigbare rechtspraak. Meer dan 500 dossiers wachten intussen al meer dan 3 jaar op een uitspraak en weten in de verste verte niet wanneer ze überhaupt een uitspraak zullen krijgen.”
In Cijfers
Na de desastreuze eerste 2 werkjaren, waarin een zeer groot ‘stuwmeer’ aan niet behandelde dossiers werd opgebouwd, besloot de Raad zich te focussen op de nieuwe dossiers en die oudere dossiers de facto te laten liggen. De Raad was ervan overtuigd dat ze bij de nieuwe dossiers geen achterstand meer zou opbouwen en dat ze zo iedereen zou kunnen overtuigen van de noodzaak aan tijdelijke extra ondersteuning.
De raad kreeg die gevraagde ondersteuning in de vorm van 12 aanvullende rechters, met een equivalent van 4 VTE.
De aanvullende rechters focussen zich op de dossiers uit het tweede werkjaar. Zij slaagden er met zijn twaalven in om 1/3 van de dossiers uit het 2de werkjaar weg te werken. Aan dit tempo is nog 2 jaar nodig om de dossiers uit het tweede werkjaar weg te werken.
De dossiers uit het eerste werkjaar worden door de 4 vaste rechters van de raad af en toe tussen de nieuwe dossiers door behandeld. Ook voor die dossiers werd in het vijfde werkjaar 1/3 weggewerkt. Dus aan dit tempo is hier ook nog 2,5 jaar nodig.
Dit betekent dat het nog 2 jaar kan duren vooraleer alle dossiers uit najaar 2009/voorjaar 2010 afgewerkt zijn.
Maar de Raad haalt ook de zelf opgelegde doelstelling om geen nieuwe achterstand op te bouwen niet.
Sinds de aanstelling van de aanvullende rechters concentreren de vaste rechters zich op dossiers van na 1 september 2011. Af en toe nemen ze er een dossier uit 2009-2010 bij.
In het vierde werkjaar kwamen de vier vaste rechters tot 717 uitspraken ten gronde, in het vijfde werkjaar waren dat er slechts 567, of 150 minder.[i] De vier vaste raadsleden kwamen uiteindelijk tot ongeveer 630 einduitspraken, maar er kwamen wel 792 nieuwe dossiers bij.[ii]
Natuurlijk vermindert het aantal dossiers dat op een uitspraak wacht, dankzij de inspanningen van de aanvullende rechters, maar er komen nog steeds meer dossiers binnen per jaar dan er door de vaste leden worden afgesloten.
Zelfevaluatie
De Raad legt verantwoording af voor haar werking in een jaarverslag. Traditiegetrouw opent dit document met een verwijzing naar de intussen genoegzaam bekende moeilijke opstart in het najaar van 2009.
Daarnaast verwijst de Raad naar de zelf uitgevoerde werklastmeting om te stellen dat er hard wordt gewerkt en dat er dus nog meer geld en personeel moet bijkomen om de output te doen matchen met de input.
Lode Ceyssens: “De toon in het jaarverslag is storend. De Raad blijft steeds bijkomende excuses aanvoeren om de blijvende achterstand en het uitblijven van een realistisch perspectief voor oude dossiers te rechtvaardigen. Aan al hun verzuchtingen is tot nog toe tegemoet gekomen, en nog zonder aanvaardbaar resultaat. Dit lijkt wel een bodemloze put.”
Nieuwe rechtstechnieken
Na lange onderhandelingen en procedures werd de codex ruimtelijke ordening aangepast met een aantal nieuwe rechtstechnieken om dossiers vlotter af te handelen. Zo werd de bestuurlijke lus in 19 zaken aangehaald, maar doordat het grondwettelijk Hof de bepalingen in de codex die de toepassing ervan regelde vernietigde, bleek dit een maat voor niets. Bemiddeling werd aangehaald in een17-tal dossiers maar bracht in geen enkele casus een uitspraak of een oplossing dichterbij.
Lode Ceyssens stelde de afgelopen jaren 15 mondelingen vragen waarbij de Raad ter sprak kwam, vier keer ondervroeg hij de minister van binnenlandse aangelegenheden over de oprichting van het Vlaams Bestuursrechtscollege, hij stemde 3 wijzigingen van de codex met impact op de Raad, en keurde begrotingsdecreten goed die extra middelen en mankracht voor de raad voorzagen. Daarbovenop diende Ceyssens met enkele collega’s zelf twee voorstellen van decreet in om de raad beter te doen werken en meer armslag te geven.
Al 4 keer al werden de raadsleden naar aanleiding van hun jaarverslagen in de commissie ruimtelijke ordening gehoord. Bij elk van die gedachtewisselingen pleitte Lode Ceyssens voor snelle èn goede rechtspraak. Precies daarom ging hij vaak mee in de vragen van de leden van de raad of van de bevoegde minister voor meer budget, meer mensen of meer ‘instrumenten’.
Lode Ceyssens: “En toch stel ik vandaag vast dat er nog steeds dossiers uit de eerste 2 werkjaren op een arrest wachten en dat de raad niet eens in staat blijkt om het gewone contentieux, los van de achterstand, te beheersen, wat ze nochtans met zoveel woorden beloofd had.Het lezen van dit nieuwe jaarverslag was ontzettend ontmoedigend. Wat kan ik nog zeggen aan een burger die een dossier heeft dat in voorjaar 2010 ingediend werd en misschien voor 2017 geen uitspraak gaat kennen?”
Een nieuwe uitdaging
Volgend jaar zal wellicht de Dienst voor het Vlaams Bestuursrechtscolleges opgestart worden. Daardoor kan de aanwezige kwaliteit in de verschillende, te fusioneren bestuursrechtscolleges, samen gevoegd worden om pieken en kwantitatieve uitdagingen beter het hoofd te bieden.
Lode Ceyssens: “Ik hoop dat dit nieuwe bestuursrechtscollege zal functioneren op een wijze die in niets lijkt op deze van de Raad voor Vergunningenbetwistingen en dat deze daardoor snel uit het collectieve geheugen mag gewist worden.”
Tabel
Werkjaar
(van 1/09 tot 31/08)
# Dossiers ingediend
Einduitspraak voor
1/09/2013
Einduitspraak voor 1/09/2014
Nog geen einduitspraak
2009-2010
753
542
608 (+66)
145
2010-2011
1073
322
684 (+362)[iii]
389
2011-2012
905
646
714 (+ 68)
191
2012-2013
800
107
429 (+322)
371
2013-2014
792
-
105
687
[i] Er werden in het vijfde werkjaar weliswaar 859 uitspraken ten gronde gedaan tov 717 uitspraken ten gronde in vierde werkjaar maar 292 daarvan gebeurden door de aanvullende rechters. cfr Jaarverslag p.50
[ii] Jaarverslag p. 63 – ‘Ten slotte heeft de Raad 917 einduitspraken geformuleerd tijdens het vijfde werkjaar. Rekening houdend met een instroom van 792 nieuwe dossiers heeft de Raad tijdens het vijfde werkjaar – mede dankzij de inzet van de aanvullende raadsleden – een uitstroom gekend die hoger lag dan de instroom.’ Maar van die 917 einduitspraken gebeurden er al zeker 287 door de aanvullende rechters.
[iii] Van die 362 eindarresten gebeurden er 287 door de aanvullende rechters, 75 door de vaste raadsleden cfr jaarverslag p. 56
ADDENDUM BIJ PERSBERICHT LODE CEYSSENS
RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN – DD 23 10 2014
Om aan oplossingsgerichte rechtspraak te doen werd het instrumentarium van de Raad voor Vergunningsbetwistingen uitgebreid. Beide nieuwe instrumenten hebben tot doel procesvoerende partijen genoegdoening te doen zonder de verregaande consequenties van een bestuurlijke vernietiging.
Wat is een bestuurlijke lus?
De bestuurlijke lus is een rechtsfiguur die in Nederland en Duitsland al langer bestaat en die in de VCRO werd ingevoerd en intussen (in een andere vorm) ook in de wet op de raad van state.
De bestuurlijke lus houdt in dat een bestuursrechter, bij het vaststellen van een vormgebrek aan een bestreden overheidsbeslissing, de overheid de tijd en de ruimte kan geven om een poging te doen dit vormelijke gebrek te remediëren.
Voorbeeld 1 - Als bij de betwisting van een ruimtelijk uitvoeringsplan blijkt dat een van de openbaar onderzoeken enkele dagen te kort geduurd heeft, kan de bestuursrechter de overheid de tijd geven dit vormgebrek te remediëren door het openbaar onderzoek opnieuw (en ditmaal correct) te voeren. Op die manier hoeft de bestuursrechter niet onmiddellijk naar het drastische wapen van de volledige vernietiging van het plan te grijpen.
Voorbeeld 2 - bij een RUP voor een tramlijn blijkt dat de verkeersafwikkeling van eventueel sluipverkeer niet voldoende onderzocht werd. Intussen zijn de werken wel al vergund en opgestart. Door het onderzoek voor de verkeersafwikkeling te hernemen kan een volledige vernietiging van het RUP en van de daarop gebaseerde vergunningen vermeden worden, kan de tramlijn sneller voltooid worden maar worden de rechten van de omwonenden toch gerespecteerd.
Fouten worden dus rechtgezet doordat de procedure ‘een lusje loopt’.
Wat is de procedure bemiddeling?
Bemiddeling, ook vaak ‘mediation’ genoemd, is een situatie waarin een onafhankelijk ‘bemiddelaar’ bemiddelt tussen 2 of meerdere procesvoerende partijen met potentieel een beëindiging van de procedure zonder inhoudelijke uitspraak door de Raad. Dit is vooral mogelijk waar tussen partijen nog onderhandelingsmarge is zonder dat er nieuwe problemen ontstaan.
Voorbeeld - Een huiseigenaar verzet zich tegen een plan om achter zijn woning een industrieterrein in te richten. Bemiddeling kan leiden tot een kleine planaanpassing met een groenbuffer. Ze kan niet leiden tot een nieuwe inrichting waarbij het terrein verplaatst wordt van het huis van de klager naar het huis van een niet-betrokkene. Dan worden immers diens rechten geschonden, doordat deze zich niet kan verweren tegen een voor hem potentieel nadeliger plan.
Waarom vernietigde het grondwettelijk hof de bestuurlijke lus uit de VCRO?
Het Grondwettelijk Hof vernietigde de bepaling in de VCRO om meerdere redenen. Door niet te voorzien in een op tegenspraak gevoerd debat over de mogelijke toepassing van de bestuurlijke lus en door geen mogelijkheid te voorzien om beroep in te stellen tegen de beslissing die met toepassing van de bestuurlijke lus is genomen, doet artikel 4.8.4 VCRO afbreuk aan de rechten van verdediging, het recht op tegenspraak en het recht op toegang tot de rechter volgens het Grondwettelijk Hof. Daarenboven stelt het hof expliciet dat het ontbreken van een formele motivering an sich een schending is van het motiveringsbeginsel en dat zulks niet met een bestuurlijke lus, want per definitie post factum, kan geremedieerd worden.