Hervormingsplan NMBS: Ambitie tonen is goed, resultaat behalen nog beter
10-07-2015
Het kernkabinet heeft vandaag het hervormingsplan van de NMBS goedgekeurd. Volgens Jef Van den Bergh, mobiliteitsspecialist van CD&V, is de eerste verdienste van het plan dat het er uiteindelijk is. ‘Er staan goede, ambitieuze elementen in, maar ik heb toch een paar vragen. Ik verwacht een open discussie in de commissie Infrastructuur.’
‘Het is goed dat de minister er werk van maakt. Ze toont ambitie, en dat moet: op dit moment staat de dienstverlening aan de reiziger niet op punt en is de financiële toestand zorgwekkend.’, zegt Van den Bergh, die het eens is met de doelstellingen: een efficiëntere aanwending van de middelen, meer mensen uit de auto en in de trein krijgen, 160.000 extra zitplaatsen, stiptere treinen, draadloos internet in elke wagon en een eenvoudiger tariefsysteem.
Wat volgens Jef Van den Bergh nog ontbreekt en wat de noodzakelijke basis van een echt plan zou moeten zijn, is een duidelijk budgettair kader. Dat kader is nodig om bijvoorbeeld nieuwe dubbeldekkers te bestellen. Efficiëntiewinsten zijn zeker mogelijk en noodzakelijk, met 3 miljard subsidies zit het Belgisch spoor immers bij de koplopers in Europa. Er wordt met belastinggeld gewerkt, dat moet zo optimaal mogelijk ingezet worden. De grote pensioneringsgolf bij de NMBS-groep biedt hiervoor een opportuniteit om tot afgeslankte, maar efficiënte overheidsbedrijven te komen. Ook de aanwerving van noodzakelijk nieuw personeel zal een belangrijke uitdaging vormen.
De afstemming van investeringen tussen Infrabel en NMBS moet ook beter, waarvoor de voorziene investeringscel binnen de FOD Mobiliteit moet zorgen. Dit is een goed instrument, maar wat er met investeringen in stations zal gebeuren, is minder duidelijk. Ook het loslaten van de jaarlijkse 60/40-verdeling zal kritisch worden opgevolgd.
Daarnaast spreekt het regeerakkoord over intermodaliteit, wat betekent dat verschillende vervoersmiddelen goed op elkaar afgestemd moeten zijn. De trein is immers een cruciale factor in het kader van onze mobiliteitsproblematiek. De visie op het voor- en natransport, bijvoorbeeld op de combinatie trein-fiets, moet zeker nog verder uitgewerkt worden. Positief is dat er een structureel platform wordt uitgebouwd voor het hoogstnoodzakelijke overleg met De Lijn, MIVB en TEC. Als de NMBS wil inzetten op een betere dienstverlening, is een goede afstemming met andere vervoersmiddelen cruciaal.
‘De eerste horde is genomen. Dit moet nu vertaald worden in concrete en becijferde ondernemingsplannen voor de NMBS en Infrabel in het najaar, wanneer ook een nieuw investeringsplan gestalte zal moeten krijgen: de trein staat op het spoor, laat hem nu stipt rijden.’, zegt hij.
Uiteindelijk heeft Van den Bergh net kennis genomen van de acties van de ASTB, die beslist heeft om zeven zaterdagen in de zomervakantie te staken: ‘Als je als treinbestuurder een toekomst wil bij de NMBS, moet je vooral niet op deze dagen het werk neerleggen. Het bedrijf zal zo veel potentiële klanten mislopen. Niemand heeft hier baat bij.’