Hervorming brugpensioen: Maatregelen huidige regering hebben meer effect dan generatiepact
18-04-2014
De gemiddelde leeftijd waarop een werknemer het brugpensioen aanvatte na de inwerkingtreding van het generatiepact, nam minder toe in de daaropvolgende jaren in vergelijking met de maatregelen die de huidige federale regering heeft genomen. Dit blijkt uit een parlementaire vraag van CD&V-senator Dirk Claes aan de minister van Werk.
Claes vroeg onder andere de cijfers op van zij die genoten van het Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT), het vroegere brugpensioen, tussen 2003 en 2013. De grootste daling doet zich voor sinds het aantreden van huidige federale regering, die enkele hervormingen heeft doorgevoerd in ons pensioenstelsel. Deze toeslag, die bovenop de gewone werkloosheidsuitkering wordt toegekend, is nu geen rechtstreeks ticket meer naar een vervroegd pensioen. Op 1 januari 2012 werden namelijk de leeftijds- en loopbaanvereisten stelselmatig verhoogd.
Opvallend is dat het aantal bruggepensioneerden vanaf 2005, toen de toenmalige federale regering het Generatiepact voorstelde, stelselmatig toenam. Zo gingen er in dat jaar 13.523 werknemers met brugpensioen. Deze piek werd bereikt in 2009 met nog eens 16.226 extra bruggepensioneerden. Vanaf 2010 begint het aantal werknemers dat met brugpensioen ging opnieuw te dalen. Het jaar met voorlopig de minste instroom in het SWT-stelsel was 2013, waar er tot oktober 10.342 mensen in terecht kwamen. De cijfers voor heel 2013 waren nog niet beschikbaar, maar dit getal wijst in ieder geval op een bevestiging van de sterk dalende tendens sinds 2009.
“Deze verklaring waarom de maatregelen van de huidige regering doortastender zijn, is tweeledig. In de eerste plaats traden de besluiten van het Generatiepact pas in 2008 in werking. Eigenlijk kunnen we ons afvragen waarom dit zolang geduurd heeft. Toen was immers de grootste piek echter nog niet bereikt. Daarnaast genereerden de maatregelen van de regering-Di Rupo een direct effect: de grootste daling vinden we in de periode 2012-2013”, legt Claes uit.
De gemiddelde leeftijd waarop men met brugpensioen gaat is sinds 2003 toegenomen. Waar men in 2003 een gemiddelde leeftijd van 56,3 jaar had, was dit in 2013 met twee jaar en twee maanden toegenomen (58,5 jaar). Regionaal zijn er echter verschillen. Sinds 2010 is de gemiddelde leeftijd van instroom in het SWT-stelsel in Vlaanderen (58,3 in 2013) systematisch lager dan in Wallonië (58,7 in 2013). De gemiddelde Brusselse instroomleeftijd is al sinds 2003 hoger dan in de 2 andere gewesten (59,6 in 2013).
In het totaal aan werkloosheidsuitkeringen maakt SWT een vijfde van de uitgaves uit. In 2012 nam het bedrag dat door de sociale zekerheid uitgegeven werd aan SWT voor het eerst in 10 jaar af.
De huidige minister van Werk heeft echter al aangegeven dat 2014 een moeilijk jaar wordt in het kader van brugpensioen, en dit omwille van de bedrijfssluitingen van Ford, Arcelor Mittal en Caterpillar. De senator wil dan ook een grondige hervorming van het systeem.
Dirk Claes: “In ons 3D-plan pleiten we ervoor dat de absolute minimumleeftijd voor uittreding, ongeacht het stelsel, 60 jaar moet zijn. Langere loopbanen zijn namelijk de beste manier om de financiering van onze sociale zekerheid te garanderen. Net om die reden streeft CD&V naar volledige carrières van 45 loopbaanjaren. Het is essentieel dat het volgende regeerakkoord deze sociaaleconomische toets doorstaat.”