Hendrik Bogaert vindt kostenpost postkosten te hoog
22-11-2012
Hendrik Bogaert wil dat federale ambtenaren nog bewuster omgaan met post die ze versturen. Dat kan opnieuw belangrijke besparingen opleveren. De Staatssecretaris zal hierover een voorstel voorleggen op de volgende Ministerraad.
Om te besparen, probeert de overheid onder andere om de externe kosten zoveel mogelijk te beperken (“costing out”). Een onderzoek naar de eerste zes maanden van dit jaar wees uit dat het versturen van post de grootste externe kost is: bpost factureerde in die periode voor 33,7 miljoen euro aan de federale overheidsdiensten, Fedpol en Defensie. De FOD’s Financiën en Justitie zijn met 83% van de frankeringskosten de grootste afnemers.
Enkele voor de hand liggende maatregelen moeten zeker 6% besparingen per jaar (minimum 4 miljoen euro ) opleveren. De diensten moeten daarom volgende beslissingen volgen:
ð alle poststukken enkel nog verzenden als non-prior (tenzij wettelijk anders bepaald)
ð genormaliseerde standaardformaten voor briefomslagen gebruiken
ð het gewicht van de zendingen verminderen (onder andere door recto verso te printen)
ð enkel aangetekende zendingen versturen als het wettelijk nodig is en als het niet elektronisch kan
Daarnaast moeten enkele structurele ingrepen nog verdere besparingen met zich meebrengen. Een administratieve vereenvoudiging door wettelijke en reglementaire bepalingen te herzien of door diensten elektronisch aan te bieden, kan het aantal formulieren en de verzending ervan aanzienlijk beperken. Dat bespaart niet alleen kosten, het leidt bovendien tot een betere – en duurzame – dienstverlening voor burgers en bedrijven.
Elke organisatie zal ook een analyse maken van de verzendingen van grote volumes post waarvoor bpost kortingen geeft.
Hendrik Bogaert: “De federale overheid is zo’n grootgebruiker van de postdiensten dat een globaal en gevoelig beter contract met bpost mogelijk moet zijn. Ik ben daarvoor de besprekingen gestart. Zowel bpost als de federale overheid hebben belang bij zo’n overeenkomst omdat we allebei kosten kunnen besparen en aan efficiëntie winnen.”