Gezinsondersteuning beste waarborg voor jongerenwelzijn
15-05-2013
Het jaarverslag Jongerenwelzijn legt een aantal knelpunten ondubbelzinnig bloot. De voornaamste vaststelling is de blijvende stijging van het aantal jongeren in de bijzondere jeugdzorg. Specifiek de toename van het aandeel kinderen en jongeren onder de 15 jaar, is verontrustend. Bijna één op drie kinderen in de jeugdzorg is jonger dan 10 jaar.
Er is ook goed nieuws. Het aandeel jongeren die in de BJZ terecht kwamen omwille van een als misdrijf omschreven feit, daalde voor het tweede jaar op rij: van 3.615 in 2010 tot 2.759 in 2012.
Maar dat neemt niet weg dat 23.833 van de 26.486 minderjarigen die vorig jaar in de bijzondere jeugdzorg werden geteld, er terecht kwamen vanuit een problematische opvoedingssituatie.
Het grote aantal kinderen en jongeren in de bijzondere jeugdzorg is allerminst nieuw.
De analyse die zich opdringt, mag niet louter focussen op de jeugdhulpverlening op zich. De analyse moet een algemene reflectie bevatten over de huidige maatschappelijke evolutie en hoe die inwerkt op de situatie van kinderen en jongeren, en hun mogelijkheden naar de toekomst toe hypothekeert.
De oorzaken van de stijgende instroom in de bijzondere jeugdzorg blijven brandend actueel:
Verflauwing van het sociale weefsel
Toegenomen maatschappelijke intolerantie
De toegenomen maatschappelijke (prestatie-)druk en stress
Verminderde draagkracht in gezinnen
De toename van het aantal eenoudergezinnen en het verhoogde armoederisico bij 1/3 van de kinderen in die situatie
De moeilijkheden die kinderen ervaren bij de scheiding van hun ouders
De ontreddering en instabiliteit bij gezinnen in migratie
Het is duidelijk dat hier een bredere aanpak nodig is. In de motie die het Vlaams parlement in navolging van de bijzondere commissie Jeugdzorg stemde in juni 2011, werd dit heel uitdrukkelijk gesteld. Het welzijn van onze kinderen verdient de aandacht van het ruime maatschappelijke veld: onderwijs, jeugdbeleid, sport en recreatie, huisvesting, ruimtelijke ordening, milieubeleid, …
Kinderen komen ontegensprekelijk voornamelijk in de bijzondere jeugdzorg terecht omwille van een problematische opvoedingssituatie. Het is dan ook daar dat we moeten ingrijpen.
Het is de absolute plicht van de overheid om te zorgen voor een goede hulpverlening: tijdig, adequaat, bereikbaar. De organisatie van de jeugdzorg moet erop gericht zijn kinderen die het nodig hebben zo goed mogelijk te begeleiden, zodat zij kunnen opgroeien tot stabiele en weerbare volwassenen.
Zowel praktijk als onderzoek hebben aangetoond dat begeleiding het beste resultaat heeft als de kinderen leven in een gezinscontext.
Met het decreet pleegzorg hebben we er voor gezorgd dat pleegzorg steeds als eerste hulpverleningsvorm wordt overwogen. Kinderen die niet in hun eigen gezin kunnen blijven, kunnen dan tijdelijk terecht in een opvanggezin. Daar vinden ze rust en steun. Het aantal pleeggezinnen in Vlaanderen steeg in 2012 voor het 5de jaar op rij, en dit vooral voor de jongste kinderen.
Gezinnen staan vaak onder druk. Het ontwerpdecreet preventieve gezinsondersteuning is klaar voor bespreking. We moeten verder gaan. Van louter opvoedingsondersteuning naar echte relatieondersteuning.
Waarom ook in scholen geen vertrouwenspersonen aanstellen zodat kinderen die thuis moeilijkheden ervaren, ook elders een luisterend oor, een sterke schouder of een begeleidende hand kunnen vinden? Die vertrouwensleerkracht kan indien nodig de schakel vormen tot meer specifieke begeleiding.
Investeren in de toekomst van Vlaanderen is in de eerste plaats investeren in onze kinderen. Investeren in onze kinderen vraagt een investering in onze gezinnen, en dit in al zijn vormen.