GESCO’s bij lokale besturen
29-10-2014
In het Vlaams regeerakkoord 2014-2019 staat het volgende over de gesco’s bij lokale besturen:
Gesubsidieerde contractuelen (GESCO’s) bij lokale besturen regulariseren we door 95% van de
betrokken loonsubsidie en RSZ-korting over te dragen aan het personeelsbudget van het
betrokken lokaal bestuur met het oog op het regulariseren van de tewerkstelling.
Voor de overige GESCO’s voorzien we, in overleg met de betrokken beleidsdomeinen, 3 mogelijkheden:
een regularisatie van de tewerkstelling door de huidige werkgever of betrokken beleidsdomein met overdracht van 95% van de betrokken loonsubsidie en RSZ-korting
het omschakelen naar een tijdelijk werkervaringsprogramma dat maximaal is gericht op doorstroom naar reguliere jobs;
het uitdoven door de huidige werknemers bij vertrek of pensionering niet te vervangen.
Er waren vanuit de lokale besturen heel wat vragen:
Hoe worden de middelen berekend die elk lokaal bestuur zal ontvangen?
Op basis van het ‘contingent’ (bepaald aantal VTE) waarop men recht heeft OF op basis van het effectief aantal ingevulde VTE?
Indien het de tweede optie zou zijn (wat sowieso de meer waarschijnlijke was, aangezien de Vlaamse overheid anders op een meerkost werd gejaagd), op basis van de toestand op welke datum, of in welke periode, wordt het aantal ‘effectief ingevulde VTE’ bepaald. Het gaat immers om een fluctuerend gegeven.
Klik hier voor het uitgebreide antwoord van de minister.
Hier kan u alvast een samenvatting van het antwoord vinden:
Opgelet: Er zijn de zogenaamde contingentgesco’s en de projectgesco’s, waaronder buitenschoolse kinderopvang, werkervaring en sociale economie. Wanneer in het regeerakkoord dus sprake is van gesco’s voor de lokale besturen, gaat het over de contingentgesco’s, dus niet over de projectgesco’s.
Voor de Contingentgesco’s:
Een overdracht van 95 procent van de loonpremie en werkgeversbijdragenvermindering naar de betrokken werkgever. De datum van inwerkingtreding is voorzien op 1 april 2015.
Hoe wordt de omvang van de over te dragen middelen bepaald? Het gaat hier over de effectieve benutting van de contingentgesco’s binnen de lokale besturen. Als ijkpunt wordt (het gemiddelde over) het jaar 2013 genomen.
Voor de projectgesco’s:
voorziet het regeerakkoord in drie opties. Ofwel is er overdracht van 95 procent van de middelen, ofwel het omschakelen naar het tijdelijk werkervaringsprogramma, ofwel het uitdoven.
De timing die daar wordt voorzien, is de middellange termijn en niet april 2015.
De minister van Werk zal daarover met de betrokkenen in overleg treden.