Gemeentelijke belasting op leegstaande gebouwen verdubbeld in 4 jaar tijd
29-03-2013
In de strijd tegen leegstand heffen de Brusselse gemeenten een taks op leegstaande woningen. Sinds 2008 zijn de inkomsten uit deze heffing meer dan verdubbeld, van 2.599.647 EUR in 2008 naar 6.638.608 EUR in 2011. Dat blijkt uit cijfers die Brussels volksvertegenwoordiger Bianca Debaets (CD&V) opvroeg bij Christos Doulkeridis, Staatssecretaris bevoegd voor Huisvesting.
Tussen de gemeenten tonen zich grote verschillen: Stad Brussel en Schaarbeek zijn koploper met respectievelijk 3.331.774 EUR en 1.205.876 EUR leegstandtaks in 2011. Watermaal-Bosvoorde en Evere sluiten het peloton met respectievelijk 11.220 EUR en 3.200 EUR. In 2011 waren er twee gemeenten die geen leegstandtaks hebben geïnd: Sint-Agatha-Berchem en Koekelberg. Nochtans hebben beide gemeentebesturen een leegstandsreglement gestemd en inden ze in 2008 nog respectievelijk 61.000 EUR en 4.350 EUR aan leegstandtaks.
Ook de hoogte van de gemeentelijke leegstandtaks kan sterk variëren: de taks bedraagt in Evere bvb. 200 EUR en in Schaarbeek 659 euro per meter gevelbreedte maal het aantal (verwaarloosde) verdiepingen. In de meeste gemeenten, waaronder Evere, wordt de aanslagvoet bovendien verhoogd in verhouding tot het aantal jaren leegstand.
Volgens Bianca Debaets is het een positieve zaak dat de gemeenten werk maken van de strijd tegen leegstand: “Leegstaande en verkrotte gebouwen trekken immers zwerfvuil en vandalisme aan en ontsieren het straatbeeld. Bovendien kunnen we ons in Brussel waar meer dan 38.000 mensen op de wachtlijst staan voor een sociale woning en waar druk op de huisvestingsmarkt steeds groter wordt, geen leegstaande gebouwen veroorloven”, aldus Debaets.
“Maar het zou nog beter zijn mochten de gemeentebesturen zich inschakelen in het gewestelijk leegstandsbeleid. Gemeenten die willen, kunnen beroep doen op de gewestelijke leegstandsdienst en de eigen leegstandtaks inruilen voor een gewestelijke leegstandsboete.” De voordelen zijn legio: de gemeenten krijgen 85 procent van de leegstandsboete doorgestort, terwijl de gewestelijke leegstandsdienst het overzicht en de coördinatie behoudt.