Geen zwemlessen op school?
28-10-2010
“Eén op de zeven Vlaamse basisscholen en maar liefst één op de vijf secundaire scholen kan nergens terecht voor een zwembad. Dat zijn verontrustende cijfers uit de driejaarlijkse peiling van het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie”, zegt Vlaams Volksvertegenwoordiger Veli Yüksel, “we moeten op zoek naar de oorzaken.”
“Het halen van de eindterm ‘zwemmen’ is voor deze scholen problematisch”, aldus Veli Yüksel. De activiteit zwemmen is zowel opgenomen in de eindtermen voor het basisonderwijs en de eerste graad van het secundair onderwijs als in de ontwikkelingsdoelen van het buitengewoon basisonderwijs en het buitengewoon secundair onderwijs. Maar uit het ‘Verslag van de indicatorenmeting 2009 van het gezondheidsbeleid (tabak, voeding, beweging) in Vlaamse bedrijven, scholen en gemeenten’ blijkt dat 14 procent van de basisscholen en 19 procent van de secundaire scholen niet terecht kan in een zwembad.
“Dat is onaanvaardbaar”, stelt Yüksel, “bovendien leren kinderen uit kansarme gezinnen vaak enkel zwemmen in schoolverband. Als zij die mogelijkheid niet hebben, betekent dat een handicap voor de rest van hun leven. De vraag is natuurlijk of er een reëel tekort aan zwembaden is. Of ligt het probleem elders? Soms is de infrastructuur wel aanwezig, maar moeten lange afstanden worden afgelegd – wat tijd en geld kost – of is het zwembad overbezet door andere scholen uit de buurt.”
Ook een school zonder turnzaal, lijkt haast ondenkbaar. Toch antwoorden vier op de honderd scholen dat zij niet terecht kunnen in een turnzaal, ondanks de noodzaak van een minimuminfrastructuur voor het vak lichamelijke opvoeding. Veli Yüksel: “Ik heb weet van een schooltje in Moerbeke-Waas waar de kinderen een zomer- en wintertenue hebben voor de turnlessen … de lessen gaan steeds door in de openlucht. Soms kan de school bij slecht weer een beroep doen op het parochiezaaltje in de buurt, maar dat is zeker niet altijd het geval. Bovendien heb je daar niet de juiste sportinfrastructuur. Nog te veel scholen beschikken over te weinig kwaliteitsvolle bewegingsruimtes met aangepast en veilig materiaal. Bovendien stel ik mij de vraag wat de gevolgen zijn voor de scholen die door het ontbreken van deze sportinfrastructuur de eindtermen/ontwikkelingsdoelen niet kunnen halen?”
“Sportinfrastructuur kost geld, veel geld. Dat maakt snelle ingrepen niet evident. In afwachting daarvan kan werk gemaakt worden van vakoverschrijdende integratie van bewegen als gezondheidsthema. Uit de peiling blijkt immers dat een grote groep scholen hiervan nog geen werk maakte. Daarvoor zijn alvast geen extra centen nodig. Ook de onderwijsinspectie kan bij de doorlichting van scholen extra aandacht besteden aan de sportinfrastructuur en het thema bewegen. Zo kunnen we achterhalen wat precies de oorzaken zijn van het gebrek aan zwem- en sportinfrastructuur en hoe we hieraan kunnen verhelpen”, stelt Veli Yüksel voor.