CD&V verwelkomt de nieuwe studie van ELIA over de Belgische elektrische scenario's na 2025. De voornaamste boodschap van de ELIA-studie is dat er geen tijd meer te verliezen valt voor een gezamenlijk interfederaal afgesproken energieplan. CD&V drukt hier al verschillende jaren op.
"Het laatste wat mag gebeuren, is een nieuw uitstel van de kernuitstap omdat we niet klaar waren met de alternatieven.", zeggen Robrecht Bothuyne en Leen Dierick, energiespecialisten van CD&V. “Het ELIA-rapport maakt heel duidelijk dat het vijf voor twaalf is”, klinkt het.
“De geplande kernuitstap in 2025 moet voor ons het uitgangsscenario zijn. De ELIA-studie toont aan dat dit haalbaar is. Maar ze wijst er ook op dat dit geen evidentie is”, zegt Dierick. De markt alleen zal geen nieuwe gascentrales bouwen, bevestigt de ELIA-studie. Dat houdt dus een vorm van ondersteuning in en de Europese regels inzake vrije mededinging zijn daarin zeer strikt. “Een zeer gedisciplineerde voorbereiding is noodzakelijk en dit aan een strak tempo.”, beklemtonen Dierick en Bothuyne.
“Als er ondersteuning nodig is, zal iemand die moeten betalen. Het energiepact is alleen voldragen als het ook duidelijk is over de kosten, en voor voldoende publiek draagvlak zorgt. De pas afgesloten publieke bevraging van de energieministers was op dat vlak alvast ondermaats”, klinkt het bij de twee CD&V-volksvertegenwoordigers.
“Als we nieuwe efficiënte gascentrales bouwen bij ons, profiteren we van de troeven van onze gunstige aardgasverknoping én hebben we het voordeel van early mover tegenover andere landen.” Hoog-efficiënte aardgascentrales zijn het flexibele alternatief die de wisselende productie van groene stroom kunnen opvangen. We zien met tevredenheid de geesten in andere Europese landen rijpen om de steenkool- en bruinkoolcentrales te sluiten. Zo krijgen we de CO2-emissie omlaag, want de CO2 van energieproductie past binnen een Europese emissiehandel.
De huidige kerncentrales zijn een eindig verhaal. We kunnen onze investeringsmarge best zo veel mogelijk inzetten op de toekomst: meer hernieuwbare energie, opslag (batterijen, waterstof, elektrisch vervoer), goede verbindingen met de buurlanden, slimme vraagbeheersing (stroomverbruik in functie van overschotten en tekorten). “We moeten een kwantumsprong maken op vlak van energie-efficiëntie, hernieuwbare energie en netuitbouw”, verduidelijkt Bothuyne.
Het is op al die vlakken dat er een gemeenschappelijk afgesproken actieplan moet komen. Eerst een duidelijke energievisie tussen federale overheid en gewesten, en dan een actieplan in afstemming met alle stakeholders. “Het is nu aan de energieministers om met alle gegevens aan de slag te gaan, in overleg met de stakeholders. Samen moeten er knopen doorgehakt worden in een energiepact”, concludeert Dierick.