Geen straffeloosheid voor criminelen in Brussel!
Diefstal van auto's, oplichting, drugsbezit, illegaal wapenbezit of schriftvervalsing. Verdachten van deze 'kleine' misdrijven worden niet langer direct opgepakt en verhoord door het Brussels parket. Volgens een recente omzendbrief van het parket aan de politiezones dienen verdachten zich pas enkele dagen later opnieuw te melden voor verhoor. Het parket reageert daarmee 'pragmatisch' op de Salduz-wet, die sinds 1 januari 2012 van kracht is. Door deze wet hebben verdachten vanaf het eerste verhoor recht op bijstand door een advocaat.
Als Brussels minister reageerde ik met afschuw, toen ik dit bericht in de krant las. En wel om verschillende redenen.
Ten eerste leidt deze 'pragmatische' aanpak regelrecht tot straffeloosheid in onze hoofdstad. Verdachten krijgen immers verschillende dagen de tijd om te vluchten of onder te duiken.
Ten tweede gaat deze omzendbrief regelrecht in tegen de politiek van ‘zero tolerantie’ in bepaalde Brusselse wijken, een politiek die overigens zijn vruchten al heeft afgeworpen.
Ten derde moet het Brussels parket beseffen dat 'kleine' criminaliteit eigenlijk niet bestaat. 'Kleine' criminaliteit heeft immers vaak grote gevolgen voor de slachtoffers.
Ten vierde stel ik vast dat het Brussels parket blijkbaar wel snel ingrijpt als het gaat om platanen en kasseien, maar niet als het gaat om 'kleine' criminaliteit.
Daarom vraag ik met aandrang dat justitieminister Annemie Turtelboom haar politieke verantwoordelijkheid neemt, en het parket van Brussel op haar plichten wijst. Veiligheid is immers een kerntaak van de overheid en een basisrecht voor elke burger. Als we er als overheid niet in slagen om de zogenaamd kleine criminaliteit efficiënt te beteugelen, dan schieten we pijnlijk tekort tegenover onze burgers.