Geen opvangproblemen meer in gesloten instellingen voor jongeren
08-08-2013
In de federale gesloten instellingen worden steeds minder delinquente minderjarigen geweigerd, wanneer er voor hen geen plaats is in een gemeenschapsinstelling. Dit blijkt uit een parlementaire vraag (nr. 5-8402) van CD&V-senator Dirk Claes aan de minister van Justitie. Sinds 2008, het jaartal vanaf wanneer de laatste cijfers werden vrijgegeven en er sprake was van een heuse opvangcrisis, is er globaal gezien sprake van een significante daling.
Momenteel zijn er drie federale gesloten centra waarin jongeren kunnen worden opgesloten: Everberg, Tongeren en Saint-Hubert. In deze instellingen worden vaak strenge maatregelen gehanteerd. Zo mogen in Everberg de jongeren niet vrij rondlopen, mag men zelf geen enkele deur openen en gaat er bij verplaatsingen steeds iemand met hen mee. Het centrum mag bovendien enkel verlaten worden mits toestemming van de jeugdrechter.
2008 was een absoluut rampjaar voor wat betreft de opvang van jongeren. Zo werden in Everberg in dat jaar 297 jongeren geweigerd wegens plaatsgebrek. Als gevolg daarvan kondigde toenmalig minister van Justitie Jo Vandeurzen (CD&V) aan dat zowel in Tongeren als in Saint-Hubert fors extra plaatsen voor jonge delinquenten zouden bijkomen.
De piek werd in Everberg uiteindelijk bereikt in 2009 met een opvangtekort voor 368 minderjarigen. In 2010, 2011 en 2012 zouden respectievelijk nog 328, 66 en 2 jongeren niet meteen worden opgenomen. Het tekort werd dus bijna helemaal weggewerkt.
Diezelfde trend zet zich door in de andere gesloten centra. Sinds de opening in Tongeren werden daar in 2009 en 2010 samen 5 jongeren noodgedwongen geweigerd. Voor de daaropvolgende jaren was er zelfs geen tekort. Waar er in Saint-Hubert in 2011 nog 94 weigeringen waren, was dit in 2012 gedaald naar 25 en tot op heden in 2013 uiteindelijk nog 2.
CD&V-senator Dirk Claes zegt tevreden te zijn dat de problemen met het plaatsen van jongeren nu bijna volledig tot het verleden behoren. “Vanaf 1 juli 2014, wanneer de wetten van de zesde staatshervorming van kracht zijn, worden de deelstaten bevoegd voor deze materie. Ik hoop dat Vlaanderen dezelfde cijfers zal kunnen voorleggen”, zegt Claes.
Als gevolg van het Vlinderakkoord zullen de gesloten centra immers overgedragen worden aan de Vlaamse Gemeenschap. “Het beleidsdomein wordt dus een stukje homogener. Vandaag de dag bieden de gemeenschappen immers al psychosociale begeleiding en onderwijs aan in de federale centra. Zo werken we aan een beleid op maat voor elke jongere, die zijn kans moet krijgen om zich opnieuw te integreren in de maatschappij”, besluit Claes.