Geen draagvlak voor nieuwe communautaire ronde
Artikel verscheen op zaterdag 18/01/2014 in De Standaard door Bart Brinckman
‘In de communautaire discussies hebben wij die vijf minuten politieke moed getoond. Bij de aanpak van de sociaaleconomische dossiers willen we dat herhalen.’ In een uitzonderlijk dubbelinterview smeden de voorzitters Wouter Beke (CD&V) en Charles Michel (MR) de as van de volgende federale regering. ‘In geen geval kunnen institutionele eisen de voorwaarde voor de onderhandelingen worden.’
Voor N-VA-voorzitter Bart De Wever staat de Vlaming op 25 mei voor een eenvoudige keuze: ofwel verkiest hij de huidige PS-staat, ofwel kiest hij met de N-VA voor verandering. Maar zowel Wouter Beke als Charles Michel knokken zich nu in de campagne. Zij zien een andere tegenstelling: blokkeren of vooruitgaan. De twee partijvoorzitters delen politieke familie noch taalrol, toch manifesteren ze zich samen.
Wouter Beke: ‘We namen in de zomer van 2011 uiterst moeilijke beslissingen. De Vlaams-nationalisten zagen geen heil meer in onderhandelingen. Ofwel gingen we opnieuw naar verkiezingen, met wellicht dezelfde uitslag maar in een dramatische sociaaleconomische context. Ofwel namen we onze verantwoordelijkheid en gaven we de gesprekken nog een kans. Daarbij stelden we onze partijen aan grote risico’s bloot.’
Charles Michel: ‘Als jonge voorzitters dobberden we in hetzelfde schuitje. Communautair stonden CD&V en MR lijnrecht tegen elkaar, toch beslisten we een dialoog te starten, elkaars zienswijze te begrijpen en te beslissen. Dit opende de weg naar een nieuw Belgisch model. We evolueerden van een permanente communautaire crisis – met toenemende radicalisering en een totale blokkering – naar een tijdperk van hoop waar een logica van oplossingen de boventoon voert. Dat België, met respect voor de specificiteit van de gewesten en gemeenschappen, willen we belichamen.’
CD&V liet de N-VA gaan, de MR stootte het FDF af: allebei communautaire hardliners. Creëerde dat een verbondenheid?
Beke: ‘Rond de splitsing van BHV waren de tegenstellingen het grootst. Daar namen we beiden een risico door zonder onze partners naar een oplossing te zoeken. Eenmaal we die berg hadden beklommen, onstond een sfeer van vertrouwen waardoor de verdere onderhandelingen makkelijker verliepen. Op economisch vlak staat CD&V natuurlijk dichter bij het CDH of de MR dan bij de PS.’
Michel: ‘We hebben niet hetzelfde programma, in Vlaanderen blijft Open VLD onze natuurlijke partner waarmee een gezamenlijk prioriteitenprogramma zullen samenstellen. Maar we hebben ons tijdens de communautaire gesprekken gemanifesteerd als bruggenbouwers tussen de regio’s. Nu kijken we naar de toekomst. Straks begint de campagne. We hebben een dubbele prioriteit. Vooreerst moeten we die zesde staatshervorming laten functioneren en tonen dat ze efficiënt kan zijn. Ten tweede moeten we fiscaal en economisch hervormen. Dat geeft de sociale zekerheid een toekomst.’
Beke: ‘Onze samenwerking haalde België als het ware “van de haak”. De communautaire problemen moesten eerst worden opgelost. Ons land kende in het verleden gelijkaardige situaties. Eind jaren zeventig worstelden we met een gigantische economische crisis, we waren de zieke man van Europa. De staatshervorming van 1980 liet Wilfried Martens toe om een herstelbeleid te voeren. Het Sint-Michielsakkoord maakte in 1993 voor Jean-Luc Dehaene de weg vrij voor het globaal plan en de toetreding tot de euro.’
‘Blijkbaar gaat het om een wetmatigheid. Wie zegt dat België ziek is, moet beseffen het land al verschillende keren weer gezond is gemaakt. Vergelijk eens de toestand van twee jaar geleden met die van vandaag: de begroting is op orde, het parlement heeft de zesde staatshervorming goedgekeurd, de financiële markten zijn tot rust gekomen.’
Toch lijken jullie zich in de beeldvorming tegen de N-VA aan te schurken, in de hoop een coalitie te kunnen bouwen.
Beke: ‘Bij de leden ontwaar ik een sfeer van “we gaan er voor”. In tegenstelling tot de verkiezingen van 2010 hebben we terug geloof in eigen kunnen. Op federaal niveau focussen we eensgezind op sociaal-economische hervormingen. Over de prioriteiten van de N-VA tast ik ondertussen in het duister. Nu eens willen ze onmiddellijk in een sociaaleconomische regering stappen, dan weer moet er een communautaire ronde aan voorafgaan.’
‘Er bestaat geen draagvlak voor zo’n nieuwe communautaire ronde. Over de jongste staatshervorming groeide sedert 1999 een consensus bij zowat alle Vlaamse partijen. Dat kristalliseerde zich in een akkoord. Vandaag kent Vlaanderen geen common sense voor het opdoeken van de federale premier of de Kamer zoals de N-VA voorstelt. De partij staat geïsoleerd, tenzij hun congres duidelijkheid schept. We hebben niets aan een flou artistique.’
Michel: ‘In de communautaire discussies hebben wij die vijf minuten politieke moed getoond. Ik geloof ik niet in de waarachtigheid van hun sociaaleconomisch programma. Natuurlijk moeten we de kiezer respecteren. Maar het programma van de volgende regering moet op sociaaleconomische leest geschoeid zijn. Verdere gesprekken over de staatshervorming zijn een opdracht voor de Senaat. Dat wordt de ontmoetingsplaats van de gefedereerde entiteiten. In geen geval kan een communautaire eis een voorwaarde voor regeringsdeelname worden.’
Van een veto tegen de N-VA is geen sprake.
Beke: ‘Ik kan die vraag niet beantwoorden omdat ik de marsrichting van de N-VA niet ken. Zelf gaan we met vrije handen naar de kiezer. Wij willen een krachtdadige sociaaleconomische regering in plaats van ons opnieuw voor 500 dagen in een communautair moeras vast te rijden. Zo’n regering behoeft slechts een gewone meerderheid, het vinden van 76 of 101 zetels maakt een groot verschil uit.’
Michel: ‘Als liberalen hebben we niets met het nationalisme van doen. De houding van de N-VA blijft erg ambigu. Maar als Waalse partij moeten we het resultaat in Vlaanderen afwachten, voor de Vlaamse partijen geldt hetzelfde voor Wallonië.’
‘CD&V en MR hebben de jongste jaren bewezen dat ze de problemen die de Belgische politiek al twintig jaar vergiftigen, de baas kunnen. Met dezelfde politieke moed gaan we de sociaal-economische uitdagingen te lijf. Het verlangen om deze rol te spelen, is de kern van deze gezamenlijke boodschap. De communautaire onderhandelingen hebben banden gesmeed waarvan we hopen dat ze ook in de toekomst nuttig kunnen zijn.’
Leeft bij jullie die vrees voor een nieuwe blokkering?
Beke: ‘De keuze is aan de kiezer. In 2010 maakte hij van de PS de grootste partij in Wallonië en van de N-VA de grootste partij in Vlaanderen. Gedurende een jaar hebben die geprobeerd om een regering te vormen. CD&V noch MR had de verkiezingen gewonnen, toch namen we na dat jaar van blokkering onze verantwoordelijkheid.’
Michel: ‘In 2010 kon de kiezer dat niet vermoeden, niemand had dit verwacht. In 2014 weten we dat de N-VA en de PS het land opsluiten in instabiliteit en garant staan voor een blokkering. Geïnformeerde kiezers zien andere partijen die hun verantwoordelijkheid opnemen en over de taalgrenzen heen bruggen bouwen.’
Met dit gezamenlijk interview bedanken jullie voor het opbod tussen N-VA en PS.
Michel: ‘Als de PS campagne tegen de N-VA wil voeren, moet Paul Magnette in Antwerpen gaan wonen. En als Bart De Wever van de PS zijn aartsvijand maakt, hoort hij in Bergen thuis.’
Beke: ‘Charles verkiest een federale kieskring, zelf ben ik daar tegen. (gelach) De nieuwjaarstoespraak van De Wever vormde een totale miskenning van de autonomie die Vlaanderen altijd heeft nagestreefd. De verkiezingen moeten gaan over wat de partijen op de verschillende bestuursniveaus willen doen. Onderwijs, wonen en werk zijn Vlaamse bevoegdheden. Daarvan liggen de mensen wakker, niet van een virtueel debat.’
Michel: ‘PS en N-VA gedragen zich als partners in crime.’
Het beeld van een PS-staat gaat er ook in als zoete koek.
Beke: ‘Maar dat klopt niet. Dat er een zesde staatshervorming moest komen, stond niet in het programma van de PS. De degressiviteit van de werkloosheidsuitkering evenmin, noch de hervorming van het brugpensioen, de maatregelen inzake asiel en migratie of het sluiten van een competitiviteitspact. Nog steeds zien sommige PS’ers en socialistische vakbondsmensen op vlak van de loonkosten het probleem niet.’
Die CD&V/MR-as komt goed van pas?
Beke: ‘We hebben een as nodig die de komende vijf jaar gebruikt om te focussen op het sociaaleconomisch beleid. Dit perspectief zorgt voor een unicum in de Belgische geschiedenis. De regering Di Rupo heeft op twee jaar tijd heel wat gepresteerd. Wat kan er dan niet op vijf jaar gebeuren? Bedrijven en gezinnen vragen stabiliteit. Een tijdpad van vijf jaar biedt die zekerheid, maar creëert tegelijkertijd de ruimte om te hervormen.’
Heeft België een toekomst?
Beke: ‘In federale landen bestaat altijd een hervormingsdynamiek. Nu eens moeten we de instellingen aanpakken, dan weer is de sociaaleconomische urgentie groot.’
Michel: ‘De zesde staatshervorming lost onze communautaire problemen niet voor eeuwig op. België heeft zich behoorlijk tegen de economische crisis verzet. Maar nu is het tijd voor die spreekwoordelijke vijf minuten politieke moed in sociaaleconomische dossiers.’
‘Ik geef België zeker een kans, al ben ik madame Soleil niet. Ik geloof dat Vlamingen, Walen en Brusselaars gelijkaardige verzuchtingen hebben. Ze willen allemaal een goede job, koopkracht, een huis... Maar naast het debat over de toekomst van België, wordt de discussie over de toekomst van Europa belangrijker.’
Beke: ‘De bevoegdheidsoverdrachten naar Europa zijn eigenlijk een zesde staatshervorming bis. Wat is er niet op begrotingsvlak gebeurd? Ook dat relativeert het institutionele debat. Ik ben een Vlaams noch een Belgisch nationalist. Ik geloof dat mensen concrete gemeenschappen nodig hebben om zichzelf te versterken. Daarvoor zijn er verschillende overheden nodig. Vlamingen maken 57 procent van de bevolking uit, maar ze ontvangen 63 procent van de pensioenen. Ze worden ouder, hebben meer gewerkt en meer verdiend. Ook zij hebben baat bij een sterke federale overheid.’
Heeft de generatie Di Rupo afgedaan?
Michel: ‘Oh neen, elke generatie staat voor zijn eigen realiteit. Misschien hebben communautaire problemen ons minder complexen bezorgd. Onze visie op België oogt een stuk pragmatischer. Ik ben een patriot, ik hou van mijn land. Maar ik voel me in een modern België best op mijn gemak.’
Beke: ‘Sommige Vlaamse politici grijpen terug naar het Vlaanderen van gisteren of eergisteren. Dan lijkt Vlaanderen een verknecht volk dat nog uit de klei moet opstaan. Ondertussen zijn we toch een volwassen deelstaat die op vlak van onderwijs, economie en zorg aan de top van de wereld staat. Een beetje fierheid mag. Ook ik heb ik geen complexen.’
Michel: ‘Wouter en ikzelf zijn kinderen uit de jaren zeventig. Toen trok de federale hervorming zich op gang. Wij hebben geen nostalgie naar het Belgie van weleer.’
Nochtans zegt Paul De Grauwe dat communautaire hervormingen economisch niets uithalen.
Beke: ‘Hij heeft ongelijk. Vandaag las ik dat het Marshallplan in Wallonië duizenden jobs heeft gecreëerd, al zal Charles het daarmee oneens zijn. (lacht) (De MR zit in Wallonië in de oppositie, nvdr.). Tijdens de jaren zeventig werd België ziek van de wafelijzerpolitiek. Investeringen in de ene regio werden in de andere gecompenseerd. De staatsschuld explodeerde. We hebben in de jaren tachtig de nationale sectoren (kolen, staal, textiel enzovoort, nvdr.) gefederaliseerd om de regio’s toe te laten een eigen industrieel beleid te voeren. Een staatshervorming op zich heeft geen enkele betekenis, wel de manier waarop men de bevoegdheden invult.’
Michel: ‘Je kan de mooiste en meest performante auto ter wereld construeren, je raakt niet ver als je niet kan rijden. Vlaanderen heeft heel wat oudere werkzoekenden, in Brussel en Wallonië tiert de jongerenwerkloosheid. Dan is het toch goed dat elke regio een beleid op maat uittekent?’
Wat hopen jullie met dit interview te bereiken?
Michel: ‘Ik wil positief en optimistisch nieuws brengen. De burgers zijn het gehakketak beu, al die dodelijke kleine zinnetjes. Wij leveren het bewijs dat een Nederlandstalige en een Franstalige politicus in staat zijn om dezelfde analyse te delen en gelijkaardige prioriteiten te stellen.’
Beke: ‘Het beeld dat er in België niet meer over de taalgrenzen heen kan worden gewerkt, is fout. Natuurlijk bestaan er verschillen tussen Vlamingen en Walen. Het punt is evenwel om samen te werken. We moeten de andere begrijpen om vanuit de eigen overtuiging vervolgens stappen vooruit te zetten. Het heeft geen zin om zich op het eigen grote gelijk blind te staren. In Europa gaat het niet anders. Denkt u echt dat een akkoord over de Bankenunie mogelijk was wanneer iedereen op zijn standpunt bleef staan?’
Wordt de regering Di Rupo naar waarde geschat?
Beke: ‘Bad news drives out good news. De dag dat het parlement de staatshervorming goedkeurde, vond een toonaangevende krant het niet eens nodig om daarover te berichten. Vooral de premier communiceert het regeringsbeleid. Dat hij Franstalig is, maakt dat een stuk moeilijker. Maar het beleid van de federale regering wordt in Vlaanderen meer naar waarde geschat dan columnisten beweren.’
Michel: ‘Het verschil tussen realiteit en perceptie vinden we overal terug. Wat vooral steekt, is dat de N-VA het premierschap aan Di Rupo cadeau heeft gedaan. Dat was bewust. Zo kon deze regering in de perceptie van de Vlamingen niets goed doen omdat ze door een Franstalige werd geleid. Dat heeft het leven van de Vlaamse partijen in deze regering flink bemoeilijkt.’
© 2014 Corelio