Federale administraties kennen significante daling aantal ambtenaren
06-11-2013
Deze regering werkt met bijna 2.000 ambtenaren minder in vergelijking met december 2011
Sinds het aantreden van de regering Elio Di Rupo in december 2011 zijn er 3,4% minder federale ambtenaren, berekend in voltijds equivalenten (VTE’s). Dit blijkt uit een antwoord van staatssecretaris voor Ambtenarenzaken Hendrik Bogaert aan CD&V-senator Dirk Claes.
De senator peilde naar de in- en uitstroom van contractuele en statutaire ambtenaren sinds het aantreden van de regering in december 2011, en dit in de verschillende administraties binnen de federale overheid. De cijfers, die beschikbaar waren tot en met september 2013, hebben betrekking op alle federale en programmatorische overheidsdiensten en op de instellingen van openbaar nut, met uitzondering van het burgerpersoneel van defensie en de openbare instellingen van sociale zekerheid.
“De aanwervingen gebeuren voornamelijk voor specifieke diensten, zoals Justitie en Binnenlandse Zaken. Gezien hun specifieke kenmerken, zijn die gerechtvaardigd”, aldus Claes. “Globaal gezien is er echter sprake van een zekere daling. Zo werken we toe naar een rationalisering van de efficiëntie van onze overheidsdiensten.” Op een eerdere parlementaire vraag gaf de staatssecretaris bovendien al aan dat de besparingen binnen het ambtenarenapparaat geen impact hadden op de dienstverlening aan de burger.
De grootste inspanningen worden gedaan in het departement Defensie en Financiën. Binnen Defensie worden een op de vier ambtenaren niet vervangen (50 instromers versus 210 uitstromers). De federale overheidsdienst Financiën telde daarentegen 3057 vertrekkers, ten aanzien van 757 aanwervingen. Globaal gezien verlieten in zowel Defensie als Financiën meer statutairen dan contractuelen de betrokken dienst, wat een positieve impact heeft op de begroting van het globale ambtenarenapparaat.
Verder deden ook de overheidsmanagers van de FOD Economie, de Regie der Gebouwen, en de Rijksdienst voor Pensioenen hun werk. De verhouding instroom-uitstroom bedraagt er ongeveer tussen de een op twee en de een op drie, met een uitstroom van hoofdzakelijk statutaire ambtenaren.
Dat Justitie met een zekere achterstand kampt, is ondertussen bekend. Het moet dan ook niet verbazen dat in dit departement het aantal aanwervingen groter is dan de uitstroom. Sinds het aantreden van de federale regering kende de FOD Justitie, bestaande uit het hoofdbestuur, de justitiehuizen en de strafinrichtingen, een instroom van 603 ambtenaren. De dienst wierf voornamelijk statutaire ambtenaren aan, namelijk 389 voltijds equivalenten. Daarnaast hadden van de 504 vertrekkers in Justitie er 401 een specifiek ambtenarenstatuut. Dit gaat voornamelijk over cipiers en mensen voor elektronisch toezicht.
Waar in december 2011 nog 58.660 ambtenaren tewerkgesteld waren in onze federale overheidsdiensten, zijn dit er in september 2013 nog 56.666, berekend in voltijds equivalenten. In absolute cijfers betekent dit een daling van 1.994 VTE’s, wat neerkomt op 3,4%. Er zijn ongeveer iets meer statutaire dan contractuele uitstromers (1.014 versus 979).
Opvallend is ook dat er sinds december 2011 meer contractuele dan statutaire ambtenaren werden aangeworven. Terwijl er in de betrokken periode 2.394 contractuele instromers waren, kregen 1.881 ambtenaren een specifiek statuut. Dit heeft enkele gevolgen voor de federale begroting. Claes: “Statutaire ambtenaren genieten bijvoorbeeld van een gunstiger pensioen. Door meer contractuelen aan te werven, houdt men de dienstverlening op peil zonder de openbare financiën zwaarder te belasten.”
“We moeten op dit elan voortgaan”, aldus Claes. “Een verdere automatisering en een performante aanwervingsprocedure zijn twee basisingrediënten van een overheidsadministratie die zichzelf permanent wil optimaliseren”, besluit hij.