Extra geld voor Erasmus
19-11-2013
Het Europees Parlement heeft zonet zijn goedkeuring gegeven aan een budget van 14 miljard euro voor een nieuwe generatie van Europese uitwisselingen (2014-2020). Dat is ruim 40% meer dan de voorbije 7 jaren.
Ivo Belet, lid van de commissie onderwijs: "Ondanks de moeilijke financieel-economische context zijn we er in geslaagd om de middelen voor Erasmus+ op peil te houden en zelfs op te trekken. Het gaat hier om vitale programma's voor de toekomst van Europa, die echt investeren in de Europese integratie. Samenwerking en uitwisseling tussen studenten en leraars, over de grenzen heen, is één van de beste en meest efficiënte instrumenten tegen goedkoop populisme en verzuring."
Met deze middelen zal tegen uiterlijk 2020 minstens een vijfde van de studenten een deel van hun opleiding over de grens kunnen doen, een verdubbeling van het huidige aantal. Om dat streefcijfer te halen, moeten ook de lidstaten hun steentje bijdragen. Ivo Belet: "We rekenen er op dat lidstaten niet beknibbelen op hun aandeel in de Erasmusbeurzen. Het is in het belang van de lidstaten zelf dat ze hun studenten de kans geven om zo'n verrijkende ervaring in het buitenland mee te maken."
Het nieuwe Erasmus+ programma omvat ook uitwisselingen in het lager of secundair onderwijs, van jongeren in beroepsopleiding, mobiliteit binnen het volwassenonderwijs en jongerenuitwisselingen in vrijwilligersorganisaties. Voor het eerst komen er ook middelen voor Europese projecten in de sport. Die kunnen o.a. worden ingezet voor de strijd tegen wedstrijdvervalsing, en voor het ondersteunen van sociale communityprojecten via de sport.
Erasmus+ in cijfers: 14 774 524 000 euro
*11,449 miljard voor onderwijs en opleiding (77,5%)
Daarvan:
4,923 miljard voor het hoger onderwijs (Erasmus, 43%)
2,518 miljard voor beroepsonderwijs en -opleiding (Leonardo, 22%)
1,717 miljard voor onderwijsuitwisselingen op school (Comenius, 15%)
572 miljoen voor volwassenenonderwijs (Grundtvig, 5%)
*1,477 miljard voor jongerenuitwisselingen (Jeugd in actie, 10%)
* 517,09 miljoen voor het garanderen van voordelige studentenleningen voor masters in het buitenland (3,5%)
* 265, 932 miljoen voor sport (1,8%)