Europees Parlement wil EU-wetgeving voor veilig gebruik drones
30-10-2015
Het Europees Parlement wil dat er snel werk wordt gemaakt van een Europese dronewetgeving. Een ingebouwde ID-chip moet ervoor zorgen dat de eigenaar van een verloren vliegtuigje of van een toestel dat schade heeft veroorzaakt, snel kan worden opgespoord. Wie drones voor professionele doeleinden gebruikt, moet over een vergunning beschikken en verplicht een opleiding volgen.
Europees parlementslid Ivo Belet (CD&V), lid van de commissie transport: “Er wordt een boom van de sector verwacht in de komende jaren omdat de onbemande vliegtuigjes heel wat praktische mogelijkheden bieden. Denk maar aan het bestrijden van files, het leveren van pakjes en het inspecteren van landbouwgewassen of windmolens. We willen deze sector die in volle expansie is alle kansen geven en niet in een bureaucratisch carcan steken. Maar de veiligheid primeert: een uniform Europees kader moet ervoor zorgen dat drones overal op een veilige manier gebruikt worden en geen gevaar betekenen voor de burgerluchtvaart. Tegelijkertijd moet een wettelijk kader de privacy garanderen en vermijden dat er misbruik wordt gemaakt van gefilmde beelden.”
De laatste 15 jaar is er een sterke groei in het gebruik van onbemande vliegtuigjes. De technologie werd oorspronkelijk gebruikt voor militaire doeleinden maar wordt nu in toenemende mate gebruikt voor commerciële en recreationele doeleinden. Momenteel is het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart(EASA) de certificerende instantie voor vliegtuigen met een maximale startmassa van meer dan 150 kilo. Toestellen met een gewicht van 150 kilo of minder vallen momenteel onder nationale wetgeving. Sommige Europese landen, waaronder België, hebben al wetgeving; anderen niet. De VS is marktleider wat betreft drones voor militaire doeleinden, Europa is leider wat betreft het civiele gebruik. Er zijn in 2500 Europese exploitanten, in de rest van de wereld 2342.