Europees GLB houdt best rekening met eigenheid van regio
18-03-2013
Vlaams minister-president Peeters, tevens bevoegd voor Landbouw, steunt de vraag van Boerenbond om in het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) meer rekening te houden met de eigenheid van elke regio. Daarnaast benadrukt minister-president Peeters dat een vergroening als resultaat moet hebben dat zoveel mogelijk Vlaamse land- en tuinbouwbedrijven een haalbare vergroening realiseren, en dat de door de Europese Commissie voorziene bijkomende inkomenssteun voor jongeren maximaal moet kunnen worden ingezet. Ook pleit minister-president Peeters ervoor dat niet-gebruikte middelen in Pijler I kunnen worden overgeheveld naar Pijler II, om zo gerichte maatregelen te kunnen nemen ter verduurzaming van onze landbouwsector.
Minister-president Peeters hoopt dat de Raad Landbouw deze week een krachtig signaal kan geven.
Vlaams minister-president Peeters, tevens bevoegd voor Landbouw, steunt de vraag van Boerenbond om in het Europees Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) meer rekening te houden met de eigenheid van elke regio. Aan landbouw doen in het verstedelijkte Vlaanderen is heel wat anders dan de landbouw in Finland, Polen of Roemenië. Ook de landbouw in Wallonië heeft een ander karakter dan die in Vlaanderen. Minister-president Kris Peeters blijft er daarom, samen met zijn Waalse collega voor pleiten dat elke lidstaat de mogelijkheid krijgt om de uitvoering van het GLB te organiseren op het meest geschikte institutioneel niveau.
Wat de vergroening betreft, blijft Vlaanderen aandringen op een flexibele invulling aangepast aan onze Vlaamse landbouw, zonder de vooropgestelde doelstellingen uit het oog te verliezen. Het komt er op aan om zoveel mogelijk Vlaamse bedrijven een haalbare vergroening te laten realiseren.
Ook is de instroom van voldoende jongeren van levensbelang voor de vitaliteit van de Vlaamse landbouwsector. Minister-president Kris Peeters pleit er dan ook voor dat de door de Europese Commissie voorziene bijkomende inkomenssteun voor jongeren zodanig uitgewerkt kan worden, dat hij maximaal ingezet kan worden. De huidige voorstellen laten een volledige benutting van de voorziene steun niet toe.
Daarnaast blijft minister-president Peeters ervoor pleiten dat eventuele niet-gebruikte middelen in Pijler I van het landbouwbeleid (het markt- en prijsbeleid) overgeheveld kunnen worden naar Pijler II (plattelandsontwikkeling), waar gerichte maatregelen kunnen genomen worden om onze landbouwbedrijven en landbouwsector te verduurzamen.
Minister-president Peeters ziet het resultaat van de plenaire stemming in het Europees Parlement vorige week alvast als een eerste stap in de goede richting, maar hij hoopt op een nóg krachtiger signaal van de Raad Landbouw deze week.