Europa moet meer fiscale autonomie krijgen
20-11-2014
De onderhandelingen tussen de lidstaten en het Europees Parlement over de Europese begroting verlopen moeizaam. Terwijl de lidstaten de vinger op de knip willen houden, vraagt het Parlement om meer uitgaven. CD&V-Kamerlid Griet Smaers peilde in de plenaire vergadering naar het standpunt dat ons land innam op de Raad van Ministers van Financiën.
Smaers vroeg welk Europa de minister verdedigt op Europese fora: een maximale invulling zoals voorheen of een minimalistische. De minister gaf aan voor een sterk Europa te pleiten.
De Belgische bijdrage aan Europa zou 3,284 miljard euro bedragen in 2015. Het aandeel van ons land in het Bruto Nationaal Inkomen van Europa bedraagt 2,9%. Indien in de uiteindelijke begroting de wensen van het Europees Parlement ingewilligd zouden worden, zijnde iets meer dan 6 miljard extra (146,4 miljard in plaats van 140 miljard euro voor begrotingsjaar 2015), zou België bijna 180 miljoen euro extra moeten bijdragen.
‘Als Europa zelf meer verantwoordelijk wordt voor de eigen inkomsten, hoeft ze niet meer afhankelijk te zijn van de bijdragen van de lidstaten. We vroegen en realiseerden meer fiscale autonomie voor de gemeenschappen en gewesten, en willen dit doortrekken naar Europa’, zegt Griet Smaers hierover.
Als er tegen het einde van het jaar geen akkoord gevonden wordt, moet de Europese Unie het nieuwe jaar inzetten met voorlopige twaalfden. De minister deelde mee dat hij er, voor wat ons land betrof, alles aan deed om dit te vermijden.
Over de Belgische ‘return on investment’ vanuit Europa via structuurfondsen en subsidies, deelde de minister mee dat hij hierover geen concrete cijfers ter beschikking had. Hij zou wel contact opnemen met de gemeenschappen en gewesten om deze fondsen en subsidies mee in kaart te brengen. In de landen waarvan sprake was dat zij deze fondsen en subsidies verkeerd gebruikt hadden, zei de minister dat dit eerder het gevolg was van een verkeerde toepassing van de wetgeving dan van fraude.
‘De Europese begroting bedraagt nauwelijks 1% van de jaarlijks door de EU-economieën geproduceerde welvaart. Toch gaan er grote bedragen naar allerlei fondsen en subsidies. Het is goed dat de minister dit nauwgezet in de gaten houdt’, besluit Smaers.