In Vlaanderen wonen meer dan 8000 kinderen en volwassenen in een pleeggezin. Een van hen is Yari (23) uit Waasmunster. Drie weken oud was hij, toen hij als pleegkind terechtkwam in het gezin van zijn tante en nonkel. Een warm en hecht gezin dat hij vandaag nog steeds zijn thuis mag noemen.
12 december 1995. De dag dat Yari het levenslicht zag. Yari: “Mijn biologische ouders waren al eventjes uit elkaar. Toen mijn mama zwanger werd van mij, hield ze dit nieuws negen maanden voor zichzelf. Op 6 december 1995 waren mijn biologische mama en pleegmama – die lang schoonzussen waren – samen op een Sinterklaasfeestje. Allebei hoogzwanger. Zelfs op dat moment wist nog niemand dat mijn ‘echte’ mama een kind zou krijgen. Ze is altijd heel mager geweest, en zag er toen gewoon gezond uit. Eens goed gegeten (lacht). Zes dagen later werd ik geboren. ‘s Nachts belde ze naar onze huisdokter: ‘Kan je zo snel mogelijk komen? Ik ben bevallen. Yari ligt hier op mijn bed’. De dokter geloofde zijn oren niet. ‘Wat? Bevallen? Dat kan niet!’.”
Yari werd overgebracht naar het ziekenhuis, waar hij drie weken zou blijven. “Het was meteen duidelijk dat mijn papa en mama niet voor mij zouden kunnen zorgen. Ik was niet gepland en niet gewenst. Mijn papa vertelde aan zijn zus, mijn pleegmama, dat hij opnieuw vader was geworden. Ze reageerde aanvankelijk verbaasd, maar besliste meteen dat ik bij haar en haar man mocht intrekken.”
Ieder pleegkind heeft zijn eigen rugzak. Af en toe gaat die zak open en komt er iets uit: een vraag, een herinnering of moeilijk moment. Als pleeggezin moet je hier open en eerlijk mee omgaan.
Zoekende
Een vrijwillige plaatsing bleek uiteindelijk niet mogelijk. Na een verplichte plaatsing door de jeugdrechtbank werd Yari, drie weken oud, met open armen ontvangen bij zijn pleegouders. Lange tijd stelde hij zich geen vragen. Tot op de lagere school. “De kinderen uit mijn klas riepen me toe dat mijn broer niet mijn echte broer kon zijn. We waren in hetzelfde jaar en dezelfde maand geboren, maar niet op dezelfde dag. De waarheid begon toen tot me door te dringen. De jongen die ik tot dan altijd als mijn broer beschouwde, en nog steeds beschouw, was in werkelijkheid mijn neef. Het was vooral later, in mijn pubertijd, dat ik meer en meer vragen had. De pubertijd is sowieso al een periode waarin je je afvraagt wie je bent en wat je wil doen in het leven. Als je dan nog eens die extra rugzak met je meesleurt, is het normaal dat je even zoekende bent.”
Iedere dag zeggen mijn pleegouders 'ik hou van jou'. Wat is er mooier dan dat?
Rugzak met vragen
Gelukkig kon Yari met al zijn vragen terecht bij zijn pleegouders. “Mijn pleegmama zei altijd ‘elk pleegkind dat hier aankomt, heeft een rugzakje mee. Bij de ene is die rugzak heel groot, bij de andere wat kleiner. Af en toe gaat de zak open en komt er iets uit. Dat kan een vraag, een herinnering, een moment of een moeilijkheid zijn. Dan is het belangrijk dat je er als pleeggezin open mee omgaat, dat je niet liegt of de situatie verbloemt. Daar heeft niemand wat aan. Op elke vraag die ik de voorbije 23 jaar had, hebben mijn pleegouders mij altijd een zo eerlijk mogelijk antwoord gegeven. Dat helpt om alles te plaatsen. Van mijn biologische ouders zal ik geen antwoorden krijgen. Dat weet ik. Voor hen is het een afgesloten hoofdstuk. Ik zie hen niet veel, en als ik hen zie, spreek ik hen aan met ‘tante’ en ‘nonkel’. Niet met mama en papa.”
Yari: “Moeilijker was het misschien wel voor mijn biologische broers en zussen. Zij hebben jaren geen contact met mij gehad en wisten met moeite van mijn bestaan af. Ze wisten dat ze nog ergens een broer hadden die bij een tante en nonkel inwoonde, maar dat was het dan ook. Na lange tijd hebben we contact met elkaar opgenomen. Ze hadden heel wat vragen, waarop ze een antwoord kregen van mijn pleegouders. De impact voor hen was niet te onderschatten: ze waren een broer kwijt, maar kregen er tegelijkertijd opnieuw een broer bij.”
Een pleeggezin kan niet álle vragen wegnemen. “Dat moet je accepteren. Het is niet zo dat je ineens tot het besef komt: ‘ah, dat is nu eens dé reden waarom ik naar een pleeggezin moest’. Zo zwart-wit is het niet. Het gaat om een aaneenschakeling van gebeurtenissen. Na verloop van tijd kon ik die ketting volgen en begreep ik waarom ik niet kon opgroeien bij mijn biologische ouders.”
Voor veel kinderen is pleegzorg de laatste uitweg
Het verschil maken
Yari: “Vandaag zijn er nog te veel kinderen die helaas niet de kans krijgen om, net als ik, in een stabiel gezin groot te worden. Als pleeggezin speel je een cruciale rol in het leven van een kind. Je geeft hen perspectief, al vang je hem of haar maar voor twee weken op. Dat er een tekort aan gezinnen is, heeft volgens mij onder meer te maken met het ‘onbekende’. Voor veel mensen is het een ver-van-mijn-bedshow. De negatieve aspecten nemen dan de bovenhand. ‘Ik heb hier geen tijd voor’, ‘je hebt met die kinderen alleen maar last’, ‘ze hebben geen toekomst’. Dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Je mag niet vergeten dat pleegzorg voor die kinderen vaak de laatste uitweg is. Daarom telt ieder (extra) pleeggezin. Stel je voor dat jij het verschil kan maken in de opvoeding en de toekomst van zo’n kind? Uiteraard zijn er ook situaties die niet goed aflopen. Dat mag je niet ontkennen. Maar ik ben ervan overtuigd dat ieder pleegkind dat bij zijn gezin vertrekt, de geborgenheid van een hecht gezin heeft mogen ervaren. Waar je kansen krijgt én kan nemen.”
Mijn biologische mama heeft mij mijn leven gegeven en mijn pleeggezin mij mijn leven laten leven. Dat is het mooiste geschenk dat ik mij ooit kon wensen.
Je leven mogen leven
Yari was niet het laatste pleegkind dat werd opgevangen door zijn pleegouders. De voorbije 23 jaar vonden 55 kinderen voor een korte of langere periode bij hen een thuis. Voor Yari was dat vanzelfsprekend. “Gaan wij elke week op restaurant? Nee! Krijg ik zomaar nieuwe schoenen wanneer ik dat wil? Nee! Maken wij ieder jaar een verre reis? Nee! Wat ik wél krijg van mijn pleegouders, is iedere ochtend een ‘goeiemorgen, goed geslapen?’. En iedere dag opnieuw zeggen ze ons: ‘ik ben blij dat je er bent, ik hou van jou’. Hoeveel jongeren zijn er niet vandaag die alles krijgen van hun ouders, maar misschien nog nooit van hun mama of papa ‘ik hou van jou’ gehoord hebben?”
Voor Yari is het klaar en duidelijk: als pleeggezin maak je een groot verschil. Het verrijkt niet enkel je eigen leven, maar je geeft kinderen en jongeren de kans hun leven in handen te nemen. “Mijn pleegouders hebben mij het schoonste cadeau gegeven dat ik mij kan wensen: een thuis. Een opvoeding. Niemand wist dat mijn biologische mama zwanger was. Niemand. Ze had mij perfect na de geboorte in een zak kunnen steken en mij aan het station kunnen achterlaten. Dat heeft ze niet gedaan. Ze heeft mij mijn leven gegeven, en mijn pleeggezin heeft mij mijn leven laten leven. Wat is er mooier dan dat?”
Er zijn steeds meer pleegzorgers in Vlaanderen. Dat is een goede zaak. Het is de eerste en beste oplossing voor kinderen die niet langer thuis kunnen wonen. Maar tegelijk zijn er nog meer kinderen en jongeren voor wie we een plaats zoeken. Het is geen kwestie van geld: dat is er. Wel van meer mensen die het willen doen. Daarom een oproep aan iedereen die interesse heeft: informeer je en laat je overtuigen. En help deze boodschap massaal verspreiden. - Wouter Beke, Minister van Welzijn & Gezin
Lees ook de open brief van Wouter Beke aan pleegouders in spe:
>> Bijna duizend kinderen staan momenteel op de wachtlijst. Op zoek naar een pleegezin dat hen een warme thuis wil geven. Jij kan mee het verschil maken. Wil je zelf graag pleegouder worden? Lees er hier meer over!