Eerste VIA-akkoord voor sector van muziek en podiumkunsten
18-10-2012
Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege is er samen met de werkgevers- en de werknemersorganisaties uit de sector van de muziek- en podiumkunsten (PC 304) in geslaagd een Vlaams Intersectoraal Akkoord af te sluiten. Het akkoord moet de kwaliteit van de tewerkstelling verbeteren en de koopkracht van de werknemers uit de sector verhogen. Het is voor het eerst dat een dergelijk sociaal akkoord met de muziek- en podiumkunsten wordt afgesloten.
In december vorig jaar werd voor de vierde keer een Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de sectoren van de socialprofit afgesloten. Het verhaal van de VIA-akkoorden, dat begon in 1998, bleef hoofdzakelijk beperkt tot de sectoren zorg, welzijn, werk en het sociaal-cultureel werk. Vlaams minister van Cultuur Schauvliege kon nu ook voor de sector van de muziek- en podiumkunsten (PC 304) een gelijkaardig akkoord afsluiten (VIA-akkoord Kunsten) voor de periode 2012-2015.
Het is het allereerste voor deze sector waar ongeveer 4.000 mensen werken bij ongeveer 200 gesubsidieerde organisaties, waarvan 1.250 met kortlopende contracten. Het voorakkoord dat de minister met de werkgevers- en de werknemersorganisaties in december 2011 had ondertekend, is nu door de Vlaamse Regering bekrachtigd.
Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege: “Op de begroting 2012 heb ik al een budget van 331.000 euro voorzien voor de uitvoering van dit akkoord. In de begroting 2013 groeit dit budget tot 1.694.00 euro, in 2014 tot 1.939.000 euro. Deze sector waar onder andere veel met contracten van bepaalde duur wordt gewerkt, is een zeer kwetsbare sector waar veel tewerkstelling loopt via intermediaire organisaties en via uitzendarbeid. Dit akkoord moet zorgen voor meer kwaliteitsvolle jobstabiliteit en wil beantwoorden aan de behoefte naar opleiding, vorming en nog meer professionalisering.”
Werk en koopkracht
Het VIA-akkoord Kunsten bouwt op dezelfde principes als het globale akkoord voor de socialprofit. De maatregelen, toegesneden op de specifieke werkomstandigheden in de sector, beogen een verbetering van de kwaliteit van het werk en een verhoging van de koopkracht voor de werknemers.
De muziek- en podiumkunstensector werkt met kortlopende contracten, bijvoorbeeld voor artiesten, technici of productiemedewerkers die enkele weken of maanden voor een bepaalde voorstelling worden tewerkgesteld bij een organisatie. Met dit specifieke karakter werd rekening gehouden in de uitwerking van de koopkrachtmaatregelen. Vanaf 2013 bv. zullen alle werknemers, die minstens 4 maanden tewerkgesteld zijn, ongeacht de vorm van hun contract, een eindejaarspremie ontvangen.
Het is de bedoeling om werken in de kunstensector aantrekkelijker te maken door de arbeidsvoorwaarden beter af te stemmen op deze in aanleunende sectoren. Omwille van de dikwijls onregelmatige en daardoor kwetsbare tewerkstelling, zal de dienstverlening aan de werknemers voor hun loopbaanontwikkeling op punt worden gesteld.
Naast de verbetering van de kwaliteit van de tewerkstelling en de dienstverlening, ligt de focus in het akkoord voorts op de vorming en ondersteuning van het management en op veiligheid van werknemers en publiek. Zo zal een projectmedewerker veiligheid worden aangesteld die o.m. met het veld richtlijnen zal uitwerken voor veilige infrastructuur en veilig gedrag.
Tenslotte zal de kunstensector bijzondere aandacht besteden aan kansengroepen, die extra gestimuleerd zullen worden om te kiezen voor een loopbaan in de sector. De organisaties ontvangen voor de uitvoering van dit akkoord een subsidie.
Vlaams minister Schauvliege: “Het is uitdrukkelijk mijn bedoeling om in de subsidieregeling de administratieve lasten voor de organisaties tot een minimum te beperken, onder andere door zoveel als mogelijk gebruik te maken van gegevens die al beschikbaar zijn. Dit akkoord, dat in een bijzonder positieve en constructieve sfeer is onderhandeld, kan alleszins voor de kunstensector als een eerste opstap in de integratie in het globale socialprofit-akkoord worden beschouwd.“