• Actua
  • Visie
      • Onderwijs
      • Gezondheidszorg
      • Leefmilieu, klimaat & duurzaamheid
      • Economie, werk & ondernemen
      • Cultuur
      • Fiscaliteit & begroting
      • Asiel, Migratie & Integratie
      • Justitie
      • Mobiliteit
      • Ethiek & zingeving
      • Gelijke kansen & diversiteit
      • Veiligheid
      • Landbouw, visserij & platteland
      • Staatshervorming & democratie
      • Buitenlands beleid
      • Onze andere standpunten
    • Alle thema's
      • Lokaal
      • Provinciaal
      • Vlaanderen
      • Brussel
      • Federaal
      • Europa
    • Vragen en antwoorden
      • Vraag en antwoord
      • Cijfer
      • Opinie
      • Standpunt
  • Wie zijn we
    • Ons verhaalGeschiedeniscd&v als bewegingLokale afdelingen
      CD&V als politieke partijMinisters en staatssecretarissenSenaatBrussels ParlementEuropees ParlementVlaams ParlementDe Kamer
      GeledingenJONGCD&VVrouw & MaatschappijCD&V SeniorenWetstraat 89Onze medewerkersVereniging van CD&V-raadsledenNetwerken
      Doe meeVacaturesLid wordenStages
  • Kalender
  • Contact
  • Word lid
Lees voor

Een positieve, toekomstgerichte visie van Vlaanderen op Brussel

29-05-2012

INLEIDING: WAAROM NU DEZE TOEKOMSTVISIE NAAR VOOR BRENGEN?
Brussel is de hoofdstad van Vlaanderen en is een prioriteit voor mij en voor de Vlaamse regering. Nu is het echter, om twee redenen, het geschikte moment om een uitgebreide reflectie te maken over de toekomst van Brussel en daar een duidelijke visie over te formuleren. 1. Ten eerste is het statuut van Brussel een belangrijk item in de zesde staatshervorming, waarvan de uitvoering nu volop bezig is.
Het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad ligt op het snijpunt van twee tegenstrijdige visies op de staatsstructuur. Deze tegenstrijdige visies kwamen voluit tot uiting tijdens de voorbije communautaire onderhandelingen. Terwijl de Franstaligen de nadruk leggen op de drieledigheid via de gewesten, beklemtonen de Vlamingen de tweeledigheid rond de twee grote taal- en cultuurgemeenschappen.
In onze visie heeft Brussel een bijzondere positie, waar beide gemeenschappen elkaar ontmoeten en waarbij de Nederlandstalige Brusselaars integraal worden opgenomen in de Vlaamse Gemeenschap. Het moet gezegd dat dit standpunt tijdens de onderhandelingen vooral (en we hadden daar weinig bondgenoten…)door CD&V met hand en tand verdedigd werd.
Het huidige statuut van Brussel is een “verzoening” van deze twee tegenstrijdige visies. Aan het huidige statuut tornen, brengt het geheel van evenwichten in gevaar.  Het is niet verstandig om de stabiliteit op de helling te zetten door bijvoorbeeld te willen komen tot een systeem van drie of zelfs vier gelijkwaardige gewesten, zoals sommigen zelfs voorstellen. Dat was niet de bedoeling van de opeenvolgende staatshervormingen.
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft geheel eigen, specifieke instellingen omwille van het hoofdstedelijke karakter ervan. Er zijn bijvoorbeeld geen decreten maar ordonnanties,  er zijn taalgroepen, Gemeenschapscommissies en gewestelijke staatssecretarissen.
Men mag in deze discussies bovendien niet vergeten dat de waarborgen voor de Brusselse Vlamingen in de Brusselse instellingen, gekoppeld zijn aan de waarborgen voor de Franstaligen op het federale niveau. In het belang van de stabiliteit is het daarom niet verstandig om de grondwettelijke indeling van taalgebieden en de taalgrens in vraag te stellen.
In dezelfde geest van stabiliteit stellen wij immers de interpersoonlijke solidariteit in België niet in vraag.
Rekening houdende met de fundamentele keuzes die de Vlaamse regering en het Vlaams Parlement - via de resoluties, het Vlaams regeerakkoord en Octopusnota – hebben gemaakt, willen wij dat de Vlaamse visie op de tweeledigheid  gerespecteerd wordt. Tegelijk doet Vlaanderen geen afbreuk aan de bevoegdheden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
2. Een tweede reden waarom nu het geschikte moment is voor deze toekomstvisie, is dat het samenvalt met een belangrijk kerntakendebat Vlaamse Gemeenschap – Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) op het Vlaamse niveau.
Op Vlaams niveau is er – conform het regeerakkoord – een belangrijk kerntakendebat op komst tussen de Vlaamse Gemeenschap en de VGC.  Er is een (ambtelijke) Task Force opgericht die het (politieke) kerntakendebat moet voorbereiden. Het eindrapport van deze Task Force werd in februari jl. bezorgd aan de Vlaamse kabinetten en de Collegeleden van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Dat was later dan voorzien maar de opdracht was dan ook ambitieus en het rapport is lijvig geworden.
De Vlaamse Regering heeft afgelopen vrijdag (25 mei 2012) akte genomen van het eindrapport en volgende werkwijze afgesproken:- De Minister van Brussel brengt in oktober 2012 een conceptnota op de Vlaamse Regering, op basis van het eindrapport van de Task Force.- In november 2012 wordt, op basis van een door de Vlaamse Regering goedgekeurde conceptnota, het politieke kerntakendebat opgestart met een ontmoeting tussen de voltallige Vlaamse Regering en het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie.- Er wordt gestreefd naar conclusies in 2013.
Bij het bekijken van de relatie Vlaamse Gemeenschap-VGC moet het partnerschap voorop staan.
De bevoegdheidsafbakening moet ook hier gebaseerd zijn op het beginsel van de subsidiariteit. Het Brussels terrein vereist een specifieke, gemoduleerde uitvoering van de Vlaamse regelgeving. Hierbij vervult de VGC een belangrijke rol als expert van dat terrein. Tevens vervult de VGC een essentiële eerstelijnsfunctie voor de Brusselse Vlamingen.
Soms worden ideeën gelanceerd die pleiten voor de afschaffing van de Gemeenschapscommissies in Brussel. Om voornoemde redenen – de expertiserol en de eerstelijnsfunctie - kan daar volgens ons geen sprake van zijn. Waar het op aan komt is: goede afspraken maken op basis van partnerschap en subsidiariteit.
 TOEKOMSTVISIE – ALGEMENE UITGANGSPUNTEN
Mijn visie op Brussel is een positief en toekomstgericht verhaal. Vooraleer ik toelicht hoe deze visie concreet moet worden uitgewerkt, wil ik u graag een aantal uitgangspunten meegeven waarop de visie is gebaseerd.
1) Positief: Vlaanderen laat Brussel, zijn hoofdstad, niet los
Ten eerste is het belangrijk te benadrukken dat Vlaanderen zijn hoofdstad Brussel, op een positieve manier benadert, rekening houdende met de specifieke kenmerken ervan. Omwille van de hoofdstedelijke en internationale functie, is Brussel immers geen gewest zoals de twee andere. Brussel is een stadsgewest dat, ten gevolge van die bijzondere opdrachten en de grootstedelijke problematiek, structureel moet worden gefinancierd èn dat efficiënt en tweetalig moet worden bestuurd.
 “Vlaanderen mag Brussel niet loslaten” is daarom een constante en doelbewuste, strategische beleidslijn van de Vlaamse regering en het Vlaams Parlement.
De eenheid tussen Vlaanderen en Brussel is niet alleen een cultuurhistorisch gegeven, maar komt ook tot uiting in de sociaal-economische ontwikkeling van Brussel, die een grote verwevenheid vertoont met het omliggende hinterland.
Vanuit politiek, sociaaleconomisch, stedenbouwkundig en planologisch standpunt is er echter geen enkele reden om het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de facto of de iure uit te breiden. Anderzijds hebben alle betrokken overheden veel belang bij het versterken van de samenwerking rond concrete sociaal-economische dossiers. Dit leidt immers tot een win-win situatie.
 2) Toekomstgericht: de uitdagingen waarmee Brussel geconfronteerd wordt, vereisen een versterkte samenwerking tussen de verschillende bevolkingsgroepen en overheden
Vlaanderen wil - door zijn gemeenschapsbevoegdheden ten volle uit te oefenen - een wezenlijke bijdrage leveren aan de verdere uitbouw van Brussel tot een moderne en leefbare stad voor al haar inwoners. Er bestaat in Brussel een belangrijk Nederlandstalig netwerk van instellingen, organisaties, voorzieningen en verenigingen die op het terrein belangrijk zijn, die het verschil maken.
Zo werden de voorbije jaren aanzienlijke inspanningen gedaan voor welzijns- en gezondheidsvoorzieningen, voor het behoud van een kwaliteitsvol en gedifferentieerd Nederlandstalig onderwijsaanbod, voor het Nederlandstalig cultureel aanbod en verenigingsleven, enzovoorts.
 De Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) vervult daarbij – zoals gezegd - als expert van het terrein een essentiële eerstelijnsfunctie voor de Vlaamse Brusselaars.
Gelet op de omvang van de stedelijke problematiek, de belangrijke sociaal-economische en demografische evoluties, moet een aangepast en toekomstgericht beleid gevoerd worden. De uitdagingen zijn enorm, met name op het gebied van de werkloosheid, de kans- en armoedeproblematiek, de migratie, de integratie, de taalproblematiek en de onveiligheid.
Het is onze vaste overtuiging dat de aanpak van deze belangrijke uitdagingen onmogelijk is zonder een versterkte samenwerking tussen alle betrokken overheden, met respect voor de bevoegdheidsverdeling. Zonder een bundeling van alle krachten en gebruik makend van alle expertise die er op het terrein is, zal het niet lukken.
 De internationalisering en de demografische ontwikkelingen in de samenstelling van de Brusselse bevolking, zorgen er ook voor dat de problematiek van de verhoudingen tussen de Nederlandstalige en Franstalige taalgroepen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, niet meer los kunnen gezien worden van het multiculturele karakter ervan. Ook dit aspect moet meegenomen worden in de toekomstvisie voor Brussel.
Samenvattend volgt uit deze uitgangspunten en rekening houdende met de standpunten van de Vlaamse regering en het Vlaams Parlement, dat het positief toekomstmodel voor Brussel gebaseerd moet zijn op de volgende fundamentele principes:
1) Brussel is hoofdstad van Vlaanderen, van  België en van Europa een heeft een  belangrijke internationale roeping.2) De Brusselse Vlamingen maken integraal deel  uit van de Vlaamse Gemeenschap.3) Bij overdracht van nieuwe bevoegdheden  moet er aandacht zijn voor de  uitvoerbaarheid in Brussel.4) De evenwichten in Brussel zijn gekoppeld  aan de evenwichten op federaal niveau.5) Er moet gewerkt worden aan een efficiënt  bestuurlijk beleid in Brussel, gekoppeld  aan de financiering en de effectieve  afdwingbaarheid van de taalwetgeving.6) Er moet gewerkt worden aan formules voor  een grotere betrokkenheid van Vlaanderen  bij het Brussels beleid. Dit is geen  medebeheer maar samenwerking!
ACTIE: EEN VIJF-PUNTENPLAN
Om deze fundamentele principes en de positieve toekomstvisie op Brussel in de praktijk door te voeren, voorzie ik een concreet vijf-puntenplan.
1. Vlaanderen blijft investeren in de gemeenschapsbevoegdheden binnen het Brussels hoofdstedelijk gebied.
Vlaanderen voert een kwaliteitsvol beleid in Brussel op het gebied van cultuur, onderwijs, beroepsopleiding, welzijn en gezondheid, enzovoorts.Vlaanderen hanteert daarbij in zijn beleid de zogenaamde Brusselnorm waarmee een doelpubliek van ten minste 30% van de Brusselse bevolking voor het Vlaamse beleid wordt beoogd. Dat wordt verrekend in het budget voor gemeenschapsvoorzieningen. Wij investeren als Vlaamse Gemeenschap dus wel degelijk in Brussel, jaarlijks 670 miljoen euro.
De Brusselnorm en de Brusseltoets – die Vlaamse regelgeving toetst op de toepasbaarheid ervan in Brussel - blijven essentiële instrumenten in het Vlaams beleid voor Brussel zoals dat in het huidige regeerakkoord heeft vorm gekregen.
We willen dus – in partnerschap met de VGC - investeren in het  Vlaams netwerk, met aandacht voor de grootstedelijke problematiek en de behoeften van bijzondere doelgroepen.
De dynamische kracht van de Vlamingen en het Vlaams netwerk in Brussel moeten nog zichtbaarder gemaakt worden ten aanzien van anderstaligen in Brussel.  Tegelijkertijd is dit een uitnodiging tot meer ontmoetingen en samenwerking met de Franstalige en andere gemeenschappen in Brussel, op basis van evenwaardigheid.
2. Vlaanderen en Brussel moeten meer dan ooit een sociaal-economische belangengemeenschap vormen. Dit kan leiden tot een win-win situatie voor beiden.
Om tot deze win-win situatie te komen, moet rond twee belangrijke assen gewerkt worden:
2.1. Samenwerking voor de aanpak van de werkloosheid en armoede in Brussel
De werkloosheidsgraad van meer dan 20% in Brussel – en een jeugdwerkloosheid van 31,7% -  is schrijnend en zal in samenwerking met Vlaanderen moeten aangepakt worden.
In dat verband bestaat er al een goede en concrete samenwerking tussen de VDAB en de Brusselse Actiris voor het uitwisselen van vacatures. Zo is bijvoorbeeld al verschillende keren een jobbeurs georganiseerd waarbij Brusselse werkzoekenden in contact werden gebracht met werkgevers uit de luchthavenregio.
Drie jaar geleden werd een samenwerkingsakkoord getekend tussen Vlaanderen en Brussel. In die periode steeg het aantal Brusselaars dat in Vlaanderen werkt, met 17 procent tot 42.310 personen eind 2009. Dit komt neer op 7.000 Brusselse werklozen die een baan vonden in Vlaanderen, vooral in de rand rond Brussel. Meestal gaat het om banen waarvoor weinig kwalificaties vereist zijn, zoals chauffeurs en magazijniers. Veel van deze banen werden ingevuld bij kleinere werkgevers.
In april 2011 werd een nieuw samenwerkingsakkoord afgesloten tussen Vlaanderen en Brussel om de interregionale mobiliteit van werkzoekenden nog te versterken en er werd ook een dimensie onderwijs aan toegevoegd.
 2.2. Samenwerking rond belangrijke concrete dossiers.
De samenwerking tussen Vlaanderen en Brussel moet versterkt worden in dossiers die voor de Vlamingen en voor eenieder die in Brussel woont, belangrijk zijn.
De voorbije jaren is men deze weg opgegaan van samenwerking in concrete dossiers en dit leidt dan ook tot concrete, positieve resultaten. En daar is het ons uiteraard om te doen.
Ik geef hiervan graag enkele voorbeelden:
- Wat betreft mobiliteit, is in de strijd tegen de files het Gewestelijk Express Net (het zgn. GEN-project) een belangrijk element.- Inzake havenbeleid is er de jongste jaren een versterkte samenwerking tot stand gekomen tussen Vlaanderen en Brussel. - De samenwerking inzake het Zoniënwoud is een schoolvoorbeeld van een ambitieuze aanpak om samen de grensoverschrijdende structuren van het woud te versterken en, waar zij aangetast zijn, te verbinden.
3. Vlaanderen neemt Brussel mee in zijn toekomstproject
In het toekomstproject “Vlaanderen in Actie” van de Vlaamse regering krijgt Brussel veel aandacht. Met name bij het inzetten op “internationalisering” – één van de speerpunten van ViA - wordt uitdrukkelijk gesteld dat de economische en ook de culturele banden met Brussel nog moeten versterkt worden als we onze internationale ambities willen waarmaken.
Vlaanderen wil daarom een solidaire beleidspartner zijn zodat Brussel nog sterker op de Europese en internationale kaart wordt gezet en we haar troeven ook linken aan de promotie van Vlaanderen in het buitenland.
 Ook in het Handvest voor Vlaanderen dat ik heb opgesteld en waarover nu een akkoord is binnen de meerderheid wordt in de preambule, als belangrijk basisprincipe vooropgesteld dat “er een sterke band is tussen Vlaanderen en Brussel, de Vlaamse Hoofdstad”.
4. Brussel moet verder evenwichtig uitgebouwd worden als tweetalige hoofdstad
De Vlamingen ervaren Brussel nog te weinig als hun hoofdstad. Uit de Vrind-indicatoren blijkt dat “onbekend is onbemind” ook geldt voor de houding van de Vlaming ten aanzien van Brussel.Er zouden daarom acties moeten ondernomen worden om de Vlamingen meer in contact te brengen met Brussel, hun hoofdstad.
Er moet ook vastgesteld worden dat de Vlaamse overheid tot nu toe niet betrokken is bij de besteding van de middelen die de federale overheid ter beschikking stelt om de kosten die aan de hoofdstedelijke functie verbonden zijn, te kunnen dekken.
 
5. Brussel als stadsgewest
Wij pleiten ervoor dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest meer een stadsgewest wordt. Een coherent grootstedelijk beleid inzake mobiliteit, veiligheid en ruimtelijke ordening is wenselijk. Dit moet gebeuren op het niveau van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, maar moet wel binnen de grenzen van dat gewest gebeuren.
Vlaanderen wil een actieve en wezenlijke bijdrage leveren in de stadsopbouw, aan het verhogen van de woon- en leefkwaliteit en aan de bestrijding van armoede en werkloosheid.De grote noden en de bijzondere grootstedelijke problematiek maken een structurele herfinanciering onvermijdelijk, maar deze moet gepaard gaan met bestuurlijke vereenvoudiging.
 
TOT SLOT
De grote uitdagingen waar Brussel mee geconfronteerd wordt, maken dat het baat heeft bij een eigen toekomstplan, op maat van zijn statuut als stadsgewest en van zijn rol als hoofdstad en internationaal centrum. Samenwerking tussen alle overheden en alle actoren is daarbij een cruciaal element en dit met respect voor de bevoegdheidsverdeling. Het recente arrest van het Grondwettelijk Hof heeft terecht nog eens duidelijk de bevoegdheidsverdeling inzake onderwijs en kinderopvang op scherp gesteld.
Vlaanderen steekt daarbij zijn hand uit; wij willen onze bijdrage blijven leveren, zoals wij dat altijd gedaan hebben omdat wij er vast van overtuigd zijn dat Vlaanderen Brussel nodig heeft en omgekeerd.
 

Lees de reacties ()

Snel naar

  • Ons verhaal
  • Standpunten
  • Geschiedenis
  • CD&V als beweging
  • Onze mensen
  • Europese Volkspartij
  • Privacyverklaring

Jouw CD&V

  • JONGCD&V
  • Vrouw & Maatschappij
  • Senioren
  • De vereniging
  • Netwerken
  • Lokale afdelingen

Politiek

  • Onze visie
  • Federaal regeerakkoord 2020
  • Lid worden

Contacteer

CD&V
Wetstraat 89
1040 Brussel

info@cdenv.be
02/238 38 11

  • Sitemap

Doe mee

  • Agenda
  • Jobs
  • Word lid
Schrijf je in op onze nieuwsbrief
  • Home
  • Actua
  • Visie
    • Visie
    • Onderwijs
    • Gezondheidszorg
    • Leefmilieu, klimaat & duurzaamheid
    • Economie, werk & ondernemen
    • Cultuur
    • Fiscaliteit & begroting
    • Asiel, Migratie & Integratie
    • Justitie
    • Mobiliteit
    • Ethiek & zingeving
    • Gelijke kansen & diversiteit
    • Veiligheid
    • Landbouw, visserij & platteland
    • Staatshervorming & democratie
    • Buitenlands beleid
    • Onze andere standpunten
    • Lokaal
    • Provinciaal
    • Vlaanderen
    • Brussel
    • Federaal
    • Europa
    • Vraag en antwoord
    • Cijfer
    • Opinie
    • Standpunt
  • Wie zijn we
    • Wie zijn we
    • Ons verhaal
    • Geschiedenis
    • Lokale afdelingen
    • Wetstraat 89
      • Wetstraat 89
      • Onze medewerkers
      • Vereniging van CD&V-raadsleden
      • Netwerken
    • cd&v als beweging
    • Doe mee
      • Doe mee
      • Vacatures
      • Lid worden
      • Stages
    • Geledingen
      • Geledingen
      • JONGCD&V
      • Vrouw & Maatschappij
      • CD&V Senioren
    • CD&V als politieke partij
      • CD&V als politieke partij
      • Ministers en staatssecretarissen
      • Senaat
      • Brussels Parlement
      • Europees Parlement
      • Vlaams Parlement
      • De Kamer
  • Kalender
  • Contact
  • Word lid
×

Een cookie is een klein bestand dat door de server van CD&V wordt uitgestuurd en geplaatst op de harde schijf van jouw computer, tablet, GSM of ander apparaat waarmee je onze website bezoekt. 

Cookies hebben allerhande doelstellingen. Sommige worden gebruikt om het bezoek aan onze website aangenamer of gemakkelijker te maken. Nog andere analyseren het gebruik van de website. Cookies die omwille van technische of beveiligingsredenen noodzakelijk zijn, plaatsen we in ieder geval. Meer info vind je in onze cookie policy en onze privacyverklaring.

Door op “Akkoord” te klikken, aanvaard je het gebruik van deze cookies voor al deze doeleinden. Je kan jouw cookievoorkeuren regelen via de knop “Wijzig instellingen”.

Akkoord
Noodzakelijke cookies
Wijzig instellingen
Akkoord
Deze cookies zijn noodzakelijk om de website te doen werken en kunnen niet worden uitgeschakeld.
Deze cookies verhogen de gebruiksvriendelijkheid van de website door jouw keuzes of interesses te onthouden.
Deze cookies verzamelen gegevens over de performantie van de website zoals het aantal pagina's dat je bezoekt of de tijd die je doorbrengt op een webpagina. Voor analyses maken we gebruik van Google Analytics.
De marketing-cookies houden jouw surfgedrag bij. Ook cookies afkomstig van social media sites zoals Facebook, YouTube, LinkedIn en Twitter vallen onder deze categorie.
Terug Akkoord