Drie keer negatief rapport voor OIVO
17-07-2012
“Mijn conclusie is dat het OIVO, als het al blijft bestaan, niet nog verder aan wetenschappelijk onderzoek moet doen; Het zal altijd onvolmaakt blijven. … er is een mogelijkheid om de functies te herdefiniëren en het OIVO in een federaal instituut (van de consument) onder te brengen”.Dat antwoordde minister Vande Lanotte gisteren op parlementaire vragen van volksvertegenwoordiger Stefaan Vercamer (CD&V) in de commissie Bedrijfsleven.
Stefaan Vercamer, die zich reeds maanden heeft vast gebeten in het dossier van het OIVO, is niet verrast over deze ingrijpende conclusie over het OIVO: “Het is al maanden duidelijk dat er een grote malaise heerst in het OIVO. De voorlopige audits bevestigen dat. Daarin wordt gesteld dat er een slecht personeelsbeleid is gevoerd, dat de methodiek van de wetenschappelijke onderzoeken een gevaarlijke methodiek is en dat men onzorgvuldig te werk ging bij enquêtes via scholen. Er zijn dus heel wat vragen te stellen bij de onderzoeken van het OIVO.”
Wat betreft het ontslag van de directeur van het OIVO zei de minister nog dat een vertrouwensbreuk tussen hem en de raad van bestuur aan de basis ligt van het ontslag: “De communicatie en de conclusie van de directeur zijn grote fouten…. Volgens de audit is er wel iets aan de hand”, zegt de minister.
Over de relatie tussen het OIVO en een privébedrijf dat een contract had met het OIVO en waar de directeur afgevaardigd bestuurder was, bleef de minister vaag. Toch wil kamerlid Stefaan Vercamer ook hierover duidelijkheid:
“Als volksvertegenwoordiger is het onze plicht erover te waken dat de deontologische regels worden gerespecteerd door een directeur die de leiding heeft over een instelling die voor 100% gesubsidieerd wordt door de overheid. Als hij daarnaast een coöperatieve vennootschap heeft opgericht die een relatie heeft met het OIVO waar hij directeur is, dan wens ik hierover duidelijkheid.”
Vercamer wacht nu de definitieve audits af van de raad van bestuur en van KPMG.